Columns & opinie
Dagboek uit het Dolhuis (3): de psychotische psychiater
Nu de geestelijke gezondheid van studenten onder grote druk staat, haalt Olaf Leeuwis herinneringen op aan zijn eigen mentale kwalen, de eindeloze wachtlijsten en zijn tijd in ‘het Dolhuis’. In deel drie: hoe een professor in de psychiatrie door zijn eigen leerlingen werd behandeld.
Olaf Leeuwis
dinsdag 8 juni 2021

Eind 2019 – enkele maanden voordat ik in museum De Fundatie mijn eerste psychotische aanval kreeg – las ik het boek Ver Heen van P.C. Kuiper. In mijn exemplaar stond de volgende tekst:

Jij was ook ver heen, maar er is altijd een weg terug! Je Jnemyn xxxx xx x 9 maart 1989 10.30 in A.Z.L.

Dat iemand zijn kameraad een boek geeft in het Academisch Ziekenhuis Leiden (het huidige LUMC) is op zichzelf al heel ontroerend. Ik ben sowieso verzot op boeken waarin dingen geschreven staan als: ‘Present from Joey, after sushi-dinner, 8-11-’99, Philadelphia’. Of :‘My boy, ‘cause this piece of joy and wisdom, if you like, plays hitch-hike on your way, meteen zoen van mij, Pauline.’ Alle drie heb ik ze in huis, en bij het lezen van dit soort zoetsappige en ontroerende berichten ben ik meteen om.

Ver Heen (hier te lezen) is geschreven door een voormalig professor in de psychiatrie die uiteindelijk zelf werd behandeld door zijn leerlingen. Hij raakte in een psychotische depressie die ongeveer drie jaar duurde. Aangezien het boek een goed overzicht geeft van wat de patiënt ervaart, behoorde het in de jaren negentig tot de canon van psychologiestudenten.

Professor Kuiper leed aan het syndroom van Cotard, waardoor hij de constante indruk had dat hij was overleden en in de hel zat. Hij beschrijft treffend hoe een psychose werkt: een patiënt vertrekt namelijk uit de sfeer van gezond verstand. Normaal gesproken geldt: een boek is een boek, en een plaat is een plaat. Iemand die je op straat tegenkomt wil je niet aanvallen, de FEBO wil je niet vergiftigen.

Maar bij een psychoot is dat echter niet zo. Door de ontregeling in de hersenen wordt er dopamine aangemaakt zonder dat daar een aanleiding voor is. Dit stofje helpt je als er iets spannends gebeurt en speelt daarop in. Ik neem een lekker slokje wijn, dus er wordt dopamine aangemaakt.

De psychoot denkt: ik ben alert, dus iemand wil mij aanvallen met een bezemsteel

Aangezien psychoten deze stofjes op willekeurige momenten krijgen, worden ze heel alert op bepaalde momenten, zonder te weten waarom. Deze waarom-vraag vullen ze daardoor zélf in: ik ben alert, dus er is nu vast iemand die mij te lijf wil gaan met een bezemsteel.

In Ver Heen wordt dit hele proces goed beschreven. Piet Kuiper was bijvoorbeeld heel angstig voor het afdraaien van Bachs Goldberg Variations door Glenn Gould, want een einde betekent meestal de dood. En de dood betekende voor hem een nieuwe ring van de hel. Hij was inderdaad ontspoord van de werkelijkheid.

Toen ik initieel in die wanen leefde tijdens en na mijn museumbezoek, had ik enorme spijt dat ik Kuipers boek had gelezen: ik was ik heel angstig dat ik zijn wanen zou overnemen. Later bleek dat het juist goed was dat ik het gelezen had. Ik kon namelijk meteen aanwijzen dát ik wanen had en op de rand van psychose stond.

Bij een psychose geldt namelijk: hoe sneller je erbij bent en hulp zoekt, hoe minder de impact zal zijn, aangezien de psychoot steeds wantrouwender wordt naar andere mensen en zo in een negatieve spiraal eindigt.

Piet Kuiper kon weer in de familie van gezond verstand terugkeren, mede dankzij medicatie en ook door te schilderen. Kunst hielp hem weer een relatie te krijgen met de werkelijkheid. Zijn specialiteit was landschappen – en zo ook de mijne, want ook ik begon met schilderen toen ik ver heen was.

Dank, P.C.!


Olaf Leeuwis is student International Relations

Dagboek uit het Dolhuis

De geestelijke nood onder studenten is hoog en de wachtlijsten zijn te lang, erkennen Leidse psychologen. Ook zeer ernstige gevallen - ‘mensen die echt ten einde raad zijn’ – kunnen vaak niet terecht. 

Om een inkijkje te geven in dat ‘hele geestelijke gedoetje’ haalt student Olaf Leeuwis voor Mare herinneringen op aan zijn tijd in ‘het Dolhuis, met uitzicht op de faculteit waar mijn toekomstige behandelaars zich klaarstoomden'.

Eerdere afleveringen van ‘Dagboek uit het Dolhuis’:

  1. We zagen ze vliegen, maar dat had iets zwartkomisch
  2. De dag waarop ik een verwarde man werd