Nieuws
Studentenpsychologen zeggen het zelf: de hulp schiet tekort, ook bij noodgevallen
De nood is hoog en de wachtlijsten zijn te lang, erkennen de Leidse studentenpsychologen. Ook zeer ernstige gevallen - ‘mensen die echt ten einde raad zijn’ – kunnen vaak niet terecht. ‘We doen we wat we kunnen, maar met één extra psycholoog ga je dit niet oplossen.’
Vincent Bongers
dinsdag 11 mei 2021
Beeld Joonas Ennala

‘Er zijn al langere tijd grote zorgen over de wachtlijsten en de doorverwijzing van studenten van onze faculteit naar de studentenpsychologen’, zei Ton Liefaard van het Rechtenbestuur onlangs tijdens een faculteitsraadsvergadering. De datumplanner van de psychologen is namelijk heel erg beperkt: die is alleen voor een periode van drie weken beschikbaar.

‘Als we een student in geestelijke nood met enige spoed naar een studentenpsycholoog wilde sturen dan lukte dat niet in alle gevallen’, legt Erik Reinders, onderwijsmanager bij Rechten uit. ‘Het was niet altijd mogelijk om binnen drie weken een afspraak te boeken. Je bent dan als student de drempel over om een afspraak te maken. Als dat dan vervolgens niet lukt, is dat totaal onacceptabel. Dat mag niet meer voorkomen. We moeten er voor elke student in nood zijn.’

‘Ik begrijp de frustratie heel erg goed’, reageert Maarten Fischer, de teamleider van de studentenpsychologen. ‘De situatie is nijpend. Door de coronamaatregelen is de roep om psychologische hulp enorm toegenomen. Het water komt aan de lippen.’

Vaker klem

Dat is zeker niet alleen bij Rechten zo, zegt Fischer: ‘Ik merk dat de faculteiten ook even niet weten hoe ze dit moeten opvangen. Studieadviseurs en docenten trekken vaker aan de bel vanwege het geestelijk welzijn van studenten. Soms gaat het om zeer ernstige gevallen, mensen die echt ten einde raad zijn. Studenten komen echter ook vaak klem te zitten omdat hele normale behoeftes aan verbondenheid, structuur en overzicht ontzettend onder druk staan.’

‘De crisis heeft ons overspoeld, maar voor corona was het ook al zo. We kunnen dit niet behappen’

De universiteit heeft maatregelen getroffen om meer te doen om de nood te verlichten. ‘Begin dit jaar is het team uitgebreid’, vertelt Fischer. ‘We waren met vijf parttime psychologen; in totaal vier fte. Het team bestaat nu uit zeven parttime psychologen met vijf fte. Dat was ook wel hard nodig. De crisis heeft het team overspoeld maar voor corona was het ook al best spannend wat betreft de drukte.’

De enorme groei van het aantal studenten - van 25.000 in 2015 tot de huidige 32.000 - heeft ook impact op de hulpverlening. ‘We zijn blij met de uitbreiding en doen we wat we kunnen. Maar met één extra psycholoog ga je de problematiek niet oplossen. Natuurlijk wil de universiteit graag veel studenten binnenhalen en die goed onderwijs geven. Dat geeft aanzien, maar heeft ook een keerzijde. Dat zie je met name bij internationalisering. Een op de vijf van de studenten is international, schat ik. Voor hen is het studeren al een extra uitdaging, dat is nu zeker nu het geval.’

Afwijzen

De vraag naar hulp is veel groter dan het aanbod. ‘We kunnen dit niet allemaal behappen.’ De groei en de toename van psychische klachten door corona heeft als gevolg dat ‘we sommige verzoeken moeten afwijzen. Of dat mensen moeten wachten, hoe graag we iedereen snel zouden willen helpen.’

Wat betreft capaciteit is het team gelimiteerd. ‘Maar ook wat betreft het geven van zorg. De universiteit heeft er voor gekozen dat studentpsychologen zich richten op kortdurende begeleiding. We zien tussen de 120 à 140 nieuwe studenten per maand. Ongeveer de helft behandelen we zelf. Dan gaat het om studenten die het met wat hulp van ons op eigen kracht verder kunnen. Studenten hebben eerst een half uur om met een psycholoog te kijken wat het probleem is en wat de oplossing kan zijn, eventuele vervolgafspraken zijn een uur. We bieden maximaal vijf sessies aan voor onze individuele begeleiding. Meer sessies zou betekenen dat we minder studenten kunnen zien. De overige studenten verwijzen we naar andere hulp, binnen of buiten de universiteit.’

Illustratie Joonas Ennala

Maar hoe zit het met de afspraken-agenda van drie weken? ‘Daar hebben inderdaad voor gekozen. Er wordt gesteld dat het demotiverend werkt als er geen plek is. Dat klopt. Maar als we het voor bijvoorbeeld drie maanden zouden openzetten, leidt dit alleen tot meer afspraken die verder vooruit zijn geboekt, niet tot meer capaciteit of beschikbare tijd. Als een eerste plek pas over elf weken is, zal dit ook tot onvrede leiden. We houden op deze manier ook de studenten en studentbegeleiders er op alert dat ons aanbod nu eenmaal gelimiteerd is.’

Urgente gevallen

Drie weken wachttijd voor een eerste gesprek is uiteraard vervelend als je de stap hebt genomen om hulp te vragen, erkent Fischer. ‘Voor de meeste studenten is het echter acceptabel. Drie weken is niet lang als je het vergelijkt met de wachtlijsten buiten de universiteit. Bij de GGZ moet je vaak maanden wachten.’

‘Er is een groot verschil tussen een student die vast zit met zijn scriptie of faalangst heeft, en een student die het echt niet meer ziet zitten en suïcidale neigingen heeft. Voor zorgwekkende en urgente gevallen zoeken we een oplossing buiten de reguliere afspraakmomenten om. We drukken studieadviseurs altijd op het hart met ons te bellen in plaats van studenten op het online afsprakensysteem te wijzen, zodat wij op kortere termijn een student kunnen spreken.’

‘Het welzijn van studenten is ook een verantwoordelijkheid van de opleidingen’

Het psychologenteam merkt wel dat ernstige gevallen vaker aan het licht komen in deze crisisperiode. ‘Om hen te helpen verwijzen we door naar externe psychologen of psychiaters. Verder werken we heel goed samen met huisartspraktijken. Vaak kunnen we in een dag iemand bij een huisarts krijgen, ook als iemand daar niet ingeschreven is. Als een student niet bij ons kan worden geholpen is het onze verantwoordelijkheid ze op een plek te krijgen waar ze snel hulp krijgen.’

De psychologen gaan hun dienstverlening anders inrichten om beter in te spelen op de problemen. ‘Er komt een aantal spoedplekken. Het idee is dat als de nood aan de man is, een studentadviseur ’s ochtends kan bellen met een acuut geval. Een student zou dan dezelfde dag nog een gesprek met een van de studentenpsychologen kunnen krijgen. Tot dusver zat alles potjevol, een acuut geval opvangen betekent dan dat een andere afspraak moet wijken. We gaan extra uren inkopen zodat we wat ruimte vrijhouden voor acute gevallen.’

Proctoring

Voor een deel van mildere gevallen zoeken de psychologen andere oplossingen. ‘Een aantal kan terecht bij de zogeheten POPcorner, die geven cursussen en doen veel aan studentenbegeleiding. Faculteiten als Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen hebben zo’n corner, Rechten helaas niet. Het zou goed zijn als zij ook zoiets opzetten, juist omdat het laagdrempelig is.’

Studentenpsychologen zijn niet de enigen die waken over het welzijn van studenten. ‘Het is ook de verantwoordelijkheid van de faculteiten en de opleidingen. Zij kunnen meer doen om het welzijn te verbeteren en de stress te verminderen. Online tentamineren met proctoring geeft bijvoorbeeld extra druk. Maar kijk ook wat de mogelijkheden zijn om studenten toch wat vaker naar campus te laten komen. Als ze elkaar in kleine groepjes kunnen ontmoeten, scheelt dat al een boel.’

Dagboek uit het Dolhuis

De mentale gezondheid van studenten staat onder grote druk. Om een inkijkje te geven in dat ‘hele geestelijke gedoetje’ haalt student Olaf Leeuwis voor Mare herinneringen op aan zijn eigen kwalen, de eindeloze wachtlijsten en zijn tijd in ‘het Dolhuis, met uitzicht op de faculteit waar mijn toekomstige behandelaars zich klaarstoomden'.

> Lees hier de eerste aflevering van ‘Dagboek uit het Dolhuis’