Columns & opinie
Het ligt niet aan de zooi, het ligt aan mij
Sinds een tijd vind ik het vervelend, smerig en ondraaglijk worden dat alles altijd vies is, dat ik niet op mijn blote voeten naar de keuken kan lopen en dat ik altijd tien minuten moet zoeken naar schone pannen en bestek.
Maia de Quay
donderdag 10 februari 2022

Sinds een paar maanden wordt mijn rust en welzijn zo’n tien keer per dag verstoord door het schelle geluid van onze deurbel. Niet één, niet twee, maar meestal drie keer moet het ding afgaan voordat iemand zich geroepen voelt om de barre wandeling van twintig meter naar de voordeur te maken om te zien wie er voor de deur staat.

Het antwoord? Een bezorger afkomstig van de firma DHL, PostNL, UPS, Thuisbezorgd, Gorillas, UberEats, Getir of een handelaar van niet nader te noemen alternatieve geneesmiddelen.

Ik woon op de begane grond van een studentencomplex dat meer dan 150 studenten huisvest, en dat blijkt nog wel eens een ongelukkige combinatie te zijn. Bierflesjes die van vier hoog naar beneden worden geflikkerd en kapot vallen voor ons fusieraam, een berg aan sigarettenpeuken in de portiek en de constante stroom aan bezorgers die bij ons - huisnummer eindigend op A - aanbelt voor bezorging van pakketjes voor bewoners van B, C, én D.

Dat de bezorgers het wel goed gemaakt weten en besluiten alles bij één huis te dumpen is uiteraard niét het probleem. Nee, het probleem is mijn groeiende frustratie voor luie medestudenten die te beroerd zijn om vijf minuten naar de Hoogvliet of Haarlemmerstraat te fietsen om daar hun fles cola te kopen of een godsvermogen bij de Zara uit te geven.

Het probleem, dat ben ik

Het probleem is dat ik oud word.

De luiheid houdt namelijk niet op bij de voordeur, maar verspreidt zich door mijn hele huis. En het confronterende van dit alles, is dat dat altijd al zo was. Al jaren is mijn studentencomplex een grauwe, gore, naar bier ruikende bunker, en al jaren staat mijn huis vol met planten die niet genoeg water krijgen, afwas die geen eigenaar kent en winkelkarren die onze gang langer gezien hebben dan de binnenkant van de Hoogvliet.

Het probleem, dat ben ik. Want sinds een tijd vind ik het vervelend, smerig en ondraaglijk worden dat alles altijd vies is, dat ik niet op mijn blote voeten naar de keuken kan lopen en dat ik altijd tien minuten moet zoeken naar schone pannen en bestek. Het is de studentenhuisroulette in actie, de bevestiging dat mijn lange (en uiteraard zeer iconische) run in mijn studentenhuis binnenkort aan een eind moet komen.

Wat ik namelijk altijd heb geloofd, is dat de luiheid en smerigheid een constante is, maar dat je persoonlijke afkeer daarvoor in je eerste maanden in een studentenhuis eerst drastisch afneemt om vervolgens heel geleidelijk terug te groeien.
Als je je dan een paar jaar later ‘ineens’ gaat storen aan diezelfde dingen, ligt dat dus aan jou, en niet aan de zooi. Reflectief is dat zeker, maar makkelijk onder ogen te komen zeker niet.

Tijd voor mij om na te gaan denken over mijn nalatenschap, maar nu nog even niet: de bel gaat.


Maia de Quay is student rechten