Columns & opinie
Blunders behoeven nazorg, maar onze hoogste bestuurders peren ’m gewoon
Blunderen is menselijk, ik blunder ook geregeld. Maar ik peer ’m dan tenminste niet meteen zoals ons college van bestuur.
Remco Breuker
dinsdag 2 september 2025

Ik weet het even niet meer.

Normaliter begin ik een nieuw academisch jaar met op zijn minst een soort van blijheid om de structurele vermoeidheid te maskeren. Een soort wanhopige, bijkans manische gevoel van “nieuwe rondes, nieuwe kansen”: misschien zijn er dit jaar wel genoeg/niet teveel studenten, kom je wel uit met je onderwijsuren zonder elke avond en ieder weekend de taken die zijn blijven liggen te hoeven doen.

Misschien begrijp je dit jaar wél alle onderwijsvernieuwingen, beleidsveranderingen en evaluatiegesprekken en erger je je niet aan activistische mensenkinderen die je opzichtig een altijd selectief gedefinieerde moraliteit door de strot proberen te duwen of aan alle prietpraat waarmee je wordt uitgelegd waarom voor sommige dingen (nieuwe gebouwen en dure verbouwingen, overmatig gecompliceerde en au fond overbodige kwaliteitscontrolemechanismes) wél geld is en voor andere (collega’s in cruciale vakgebieden) níet.

In alle eerlijkheid: dit jaar kan ik niet eens de ergernis opbrengen die dit soort onvermijdelijke elementen van het universitaire leven in 2025 eigenlijk verdient. Natuurlijk, ik heb een waanzinnig druk jaar achter de rug en dan is een zomer te kort om helemaal te herstellen.

Maar het zit wat dieper.

Het is niet bepaald rustig geweest in de burelen van de Leidse universiteit. Collegevoorzitter Annetje Ottow nam plots afscheid van haar bestuursfunctie. Vicevoorzitter Martijn Ridderbos was al in maart vertrokken en niet zo lang geleden maakte ook rector Hester Bijl bekend dat zij binnenkort naar groenere weiden vertrekt - die van de voormalige technische hogeschool te Delft welteverstaan.

En dat net allemaal voordat er voor dit college van bestuur een zeer pijnlijke uitspraak van de rechter kwam: hoogleraar Caribische archeologie Corinne Hofman mag, ondanks een vernietigend onderzoeksrapport van de universiteit en ondanks “aannemelijk” wangedrag niet ontslagen worden door de universiteit. De universiteit (het college in dezen) heeft gefaald in haar toezicht en te snel ingezet op ontslag - iedereen verdient een verbetertraject alvorens te worden ontslagen.

‘Uit dezelfde vijver zal weer net zo’n soort bestuurder worden gevist die ons in deze ellende heeft doen belanden’

Dat had een eerstejaars Rechten je ook kunnen vertellen, maar blijkbaar waren die even niet beschikbaar, want onze hoogste bestuurders blunderden hier behoorlijk.

Blunderen is des mensen, ik blunder ook geregeld, maar ik peer ’m dan tenminste niet meteen.

Blunders behoeven immers nazorg van de blunderaar. Dit college peert ’m in zijn volledigheid wél - de gevolgen van zijn ingrijpende en breed afgeraden beslissing zijn voor de academische gemeenschap, in eerste plaats voor de melders die zich nu ontstellend in de steek gelaten zullen voelen. En o ja, de universiteit verkeert ook nog eens in de diepste crisis sinds WOII.

Deze universiteit zal, zo staat het nu eenmaal in die vermaledijde wet op het hoger onderwijs, weer een nieuw college van bestuur moeten aanstellen. Dat kan op allerlei manieren natuurlijk. Je kunt denken aan een serieuze raadpleging van de academische gemeenschap - en dan doel ik pertinent niet op een filmpje van de Raad van Toezicht waarin de voorzitter ervan ons, zijn onderdanen, vol minzame goedertierenheid om ideeën vraagt.

We weten niet wat een Raad van Toezicht doet, laat staan wie de voorzitter ervan is - het is immers niet dat we deze goede lieden ooit in levende lijve nuttige dingen zien verrichten aan deze academie. 

Wat er in alle waarschijnlijkheid staat te gebeuren is een naar buiten toe ingewikkeld lijkende procedure, waaruit het soort bestuurders komt dat ons in de eerste plaats in deze ellende heeft weten te doen belanden. De vijver waarin een Raad van Toezicht vist namelijk is dezelfde vijver waarin alle Raden van Toezicht hun hengels uitwerpen. Je weet er wat voor vis je aan de haak zult slaan, want je zwom er zelf ooit ook in.

En dat, waarde lezers, komt op mij over als ware de universiteit niet die cruciale wetenschappelijke instelling die de eeuwen trotserend altijd een onmisbaar onderdeel van de samenleving is geweest, maar een ordinaire middeleeuwse feodale leen die om hen moverende redenen van de ene graaf aan de andere baron wordt overgedaan waarbij het vanzelf spreekt dat de overgedragenen daarin geen stem hebben.

Suggereer je dat dit wellicht een beetje raar is, dan ben je zelf een beetje raar, een meewarig glimlachje jouw deel. Nooit eerder heb ik zo duidelijk gevoeld dat wij er niet toe doen in the grand scheme of things - dat beroerd genoeg eigenlijk ook helemaal niet zo groot is. En onze nieuwe minister van Onderwijs vergelijkt regenboogzebrapaden met hakenkruisen, dus hulp van die kant komt alleen in strakke Hugo Bosspakjes.

Ik luister maar even naar mijn vermoeidheid over dit soort vicieuze structuren en ga voorlopig even door met het niet meer weten.


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies