In een ontiegelijk drukke maand als december zie ik medestudenten aan de lopende band AI gebruiken om snel zinnen te genereren en denkwerk (ook over Sinterklaassurprises) voor hen te doen. Zo zag ik dat een klasgenoot een hoofdstuk uit een handboek in bullet points had laten samenvatten, terwijl de docent voor haar neus precies die tekst aan het voorkauwen was.
Steeds vaker betrap ik mezelf er ook op dat ik spar met AI en dan de woorden toch wel iets te hapklaar overneem. Zo kon ChatGPT voor een onderzoeksproject heel goed liedteksten uit het Jamaicaans Patois vertalen én gelijk interpreteren.
Nu ben ik altijd meer fan geweest van mijn eigen schrijfstijl, immers, ik heb geen gedachtestreepjes nodig om aan te tonen dat ik écht denk, en ik drink geen vijf glazen water per 200 woorden.
Heus, ik heb chatbots wel eens gevraagd om inspiratie voor een titel of slotzin. Die waren uiteindelijk of té generiek, of té specifiek waardoor ze de plank van mijn stuk volledig missloegen.
Nu ik het weer zo druk heb, besloot ik eraan toe te geven en ChatGPT eens de kans te geven echt mijn ghostwriter te zijn. Ik bedacht een nette prompt, precies zoals ik in academische cursussen heb geleerd om LLM’s te gebruiken.
‘Schrijf een grappige column van 450 woorden over hoe ChatGPT studenten lui maakt, vanuit het perspectief van een student. Gebruik daarbij mijn schrijfstijl, en verzin een anekdote over een student die ergens ChatGPT voor gebruikt terwijl dat eigenlijk niet hoeft. Er moet ook een boodschap aan het einde zitten’, droeg ik ChatGPT op.
Dat leverde deze boodschap op:
‘Maar hier komt de boodschap - en ja, die heb ik zélf geschreven: laat ChatGPT best je koffieprut (?) opruimen, je mail herschrijven en je titel verzinnen, maar blijf zelf de baas van je eigen brein.’
Zoals te zien aan het gedachtestreepje, is het echt zelf geschreven. Door het ‘objectieve’ lijdend voorwerp zelve, dat zich in deze column ook wel een ‘digitale butler’ noemt.
Dan de anekdote:
‘De anekdote waar ik zelf nog steeds om moet gniffelen, is die van Lisa.’
Deze ‘twaalfvingerige’ student vraagt wanhopig of ze in de les AI mag gebruiken om haar studiepunten op te tellen.
‘Het ging om simpele optelsommetjes. Drie vakken van vijf punten, één van tien. Maar daar stond ze, met het soort wanhoop in haar ogen dat je normaal alleen ziet bij iemand die zijn telefoon thuis heeft laten liggen. “Ik vertrouw mezelf niet meer met getallen”, zei zij erbij. Alsof cijfers sindsdien een soort wilde dieren waren geworden die je beter niet zonder digitale begeleiding kon benaderen.’
Het was een redelijke poging, maar ik heb toch besloten mijn ghostwriter weer te ontslaan. Ik lever toch liever een warrige column in, een essay met beperkte research of debatargumenten waar te veel tijd in is gaan zitten, dan AI-slop die in de verste verte niet is gebaseerd op mijn menselijke gedachtegang, schrijfstijl en fouten.
Hoewel de huidige tijdsgeest AI bijna onontkoombaar maakt, zeg ik met veel liefde – en deze slotzin heeft mijn medemens en regisseur Guillermo Del Toro bedacht – ‘Fuck AI’.
Zahra Menguellati is student International Studies