Columns & opinie
Verdeel het Haagse studentenleven niet in hokjes
Tijdens de HOP-week was het de bedoeling dat wij twee Nederlanders, een groep andere Nederlanders die een Nederlandstalige studie gaan starten, in het Engels toe zouden spreken. Volgens mij kun je interculturele uitwisseling beter stimuleren door juist de Fransen, Italianen en Nederlanders te mixen.
Zahra Menguellati
donderdag 4 september 2025

Verheugd schreef ik me in als mentor voor de HOP-week, met een vriendin die ik daar twee jaar terug heb ontmoet. Niet alleen zij, maar zo’n twee derde van mijn Haagse kring is terug te traceren naar deze eerste week uit mijn studentenleven. Een erg internationale week, waarbij de voertaal ook vorig jaar bij de crew altijd Engels was.

Verbaasd was ik dus toen mijn groepje zich meldde: stuk voor stuk Nederlandse achternamen. Ook hun studie hadden ze gemeen: Economie en Samenleving. O jee, Nederlandse jongens die economie én rechten doen. Die gaan voor een El Cid-week en willen hun vrije leven beginnen met zoveel mogelijk bier, dacht ik.

Mijn co-mentor en ik waren vastberaden hen toch óók bekend te maken met ons multiculti (en alleen gematigd alcoholische) studentenleven: we gaven ze een tour langs de beste spots in Chinatown, lieten ze speeddaten met eerstejaars van International Studies, en deden samen een les capoeira. 

Meer mentoren sleepten hun groepjes met Nederlands commentaar langs Engelstalige activiteiten. Soms was er een taalkloof, en zelfs enigszins afkeer tussen de nieuwelingen en hun begeleiders. Eén mentor beklaagde zich over een groepje met alleen maar ‘kanker-Nederlanders’. 

Met de komst van twee nieuwe bachelors is Den Haag klaarblijkelijk de snelst groeiende studentenstad, zo schreef het AD, en die groei is op Wijnhaven vooral Nederlandstalig. Daar zal nu dus niet meer alleen van bestuurskundestudenten Nederlands te horen zijn. In het begin van de week stelde ik me voor dat er twee aparte introweken nodig zouden zijn in onze Hofstad. Ook leden van de ‘Board’ van de HOP-week deelden voorzichtig die mening.

‘Eén mentor klaagt over een groepje met enkel “kanker-Nederlanders”’

Mijn ervaring met onze eigen groep feuten heeft mij dit anders laten inzien. Die nieuwe studies zijn met een reden in Den Haag; de internationale stad van ‘Peace and Justice’ en daarnaast het hart van onze nationale politiek en bureaucratie. De kersverse studenten Economie en Samenleving en Cybersecurity kunnen juíst profiteren van een internationale omgeving. Zo hoorde ik trots aan hoe ze bij de ambassade van El Salvador zeer intelligente vragen stelden aan een enthousiaste, óók economisch opgeleide diplomaat. Een 5,4 voor het eindexamen Engels is toch meer waard dan sommigen dachten!

We kunnen dus één introweek behouden, mits we ook ruimte bieden voor meer talen. Officieel was het de bedoeling dat wij, twee Nederlanders, een groep andere Nederlanders die een Nederlandstalige studie gaan starten, in het Engels toe zouden spreken. Afgezien van de eerste appjes hebben we dat natuurlijk losgelaten. We kunnen niet verwachten dat iedereen zo eager is om volledig naar een vreemde taal te switchen.

Wel kunnen we interculturele uitwisseling stimuleren, in plaats van het Engels af te dwingen. Dit kan door juist de Fransen, Nederlanders en Italianen te mixen. De HOP-week is de perfecte gelegenheid om te laten zien dat je van iedereen, onder het genot van een biertje (0.0 of niet), waardevolle dingen kan leren. Zo sprak ik mijn groepje ook toe: het is belangrijk om tijdens je studententijd zoveel mogelijk verschillende mensen te ontmoeten. Je houdt daar, naast logeeradresjes in het buitenland, ook nog eens een ruime blik, wijsheid en kennis aan over. 

Als stad van vrede en recht verdient Den Haag een studentenleven dat niet verdeeld raakt in hokjes, maar waarin ontmoeting en uitwisseling vanzelfsprekend zijn. Dat begint al in de eerste week.
 

Zahra Menguellati is student International Studies