Columns & opinie
‘Mijn ‘fuck it’-plan: dikke truien breien met wol van mijn Schotse schapen
Als het echt niks meer wordt aan de universiteit kun je maar beter een ontsnappingsplan hebben uitgewerkt. ‘Plannen die ik vaker van collega’s gehoord heb in dit kader: in een kaaswinkel gaan werken, yogadocent worden, een kattencafé openen.’
Josette Daemen
donderdag 19 juni 2025

Het is een van mijn favoriete vragen om aan mensen voor te leggen: wat is je ontsnappingsplan? En dan bedoel ik: wat voor alternatieve loopbaan zie je voor je, mocht je huidige carrièrepad onverhoopt een doodlopende weg blijken te zijn?

Zeker voor wetenschappers kan het geen kwaad om zo af en toe op die vraag te reflecteren, zolang vaste contracten aan de universiteit schaars blijven en het politieke klimaat er niet per se pro-academischer op wordt.

Ontsnappingsplannen van academici vallen in de regel uiteen in twee categorieën. De eerste is de categorie der degelijkheid. Daarin vinden we scenario’s waarin academieverlaters min of meer in hun eigen expertisegebied actief blijven, maar dan buiten de universiteit. De econoom die bij een bank gaat werken, de historicus die geschiedenisleraar wordt, de bestuurskundige die beleidsadvies gaat geven binnen de publieke sector.

Prima. Saai, maar prima.

Leuker om over na te denken en over te praten zijn plannen in de tweede categorie – laten we die de ‘fuck it’-categorie noemen. Daaronder vallen ideeën om het roer radicaal om te gooien. Total escapes. Alles mag, zolang het maar een zo groot mogelijke middelvinger is naar alles wat je tot nu toe in je professionele leven gedaan hebt. Plannen die ik vaker van collega’s gehoord heb in dit kader: in een kaaswinkel gaan werken, yogadocent worden, een kattencafé openen.

‘Ooit een eigenaar van een kattencafé ontmoet die liever docent Methoden & Technieken II was? Precies’

Je weet dat je een goed ‘fuck it’-plan hebt gevonden wanneer niemand die al in het betreffende métier actief is ook maar een seconde zou overwegen om met jóú te ruilen. Ooit een eigenaar van een kattencafé ontmoet die liever docent Methoden & Technieken II was geweest?

Precies.

Mijn persoonlijke ‘fuck it’-plan is om een afgelegen boerderijtje in Schotland te betrekken en aldaar over te gaan tot een autarkisch bestaan, met een lapje grond om groenten op te verbouwen en wat landdieren voor de gezelligheid. Overdag zou ik in weer en wind op het veld en met die beesten bezig zijn; ’s avonds zou ik bij de houtkachel dikke truien breien van het wol van mijn eigen schapen.

Ik zou net genoeg wifi hebben om te kunnen opzoeken hoe je het beste een spalk kunt zetten bij een kalfje met kromme voorpootjes, maar te weinig om ellendig wereldnieuws te kunnen volgen. Van alle zware landarbeid zou ik na verloop van tijd een klein bocheltje ontwikkelen maar dat zou me niet deren, want mijn levensgezel zou net zo’n bochel hebben en verder zou er niemand in de buurt zijn om aanstoot te nemen aan mijn doorleefde voorkomen.

Eens per week, op vrijdagavond, zou ik zo goed en zo kwaad als het ging de stalgeur van me afwassen, de drek uit de groeven van mijn door kou en regen verweerde gezicht boenen, en te voet de anderhalve mijl afleggen (inmiddels zou ik niet meer in kilometers maar in mijlen denken) van mijn boerderij naar het dichtstbijzijnde dorp.

In de plaatselijke pub zou ik door een stel vrolijke streekgenoten onthaald worden met de woorden: ‘Look, it’s the lassie from Leiden!’ – en onwillekeurig zou ik even moeten terugdenken aan het leven van voor de grote ontsnapping.

Leiden. De academie. Een moment van weemoed.

En een grote pint om het allemaal mee weg te drinken.

 

Josette Daemen is postdoctoraal onderzoeker aan het Instituut Bestuurskunde van Universiteit Leiden