Columns & opinie
Die ‘mystery guest’ is bespottelijk (maar mijn onderwijs is wel degelijk een veredelde streamingdienst)
Dat uitgerekend de VVD een proefballonnetje lanceert om colleges te laten afluisteren, is schijnheilig. Maar we moeten het wel degelijk over de (beroerde) kwaliteit van het online onderwijs hebben, vindt Pascal Snijders.
Gastschrijver
woensdag 9 september 2020
Scene uit Das Leben der Anderen (2006), een film over de Stasi.

Vorige week vond de merkwaardige opening plaats van wat geheid één van de merkwaardigste academisch jaren van onze universiteit gaat zijn. Voor de zomer moest de universiteit abrupt overstappen naar een online leeromgeving, een periode van experimenteren en aanpassen voor zowel docent als student. Stiekem had ik de ijdele hoop dat het fysieke onderwijs in september terug zou keren.

De realiteit heeft mijn ijdele hoop helaas ingehaald. Het heeft er alle schijn van dat ik mijn universitaire loopbaan ga afsluiten in een jaar waarin ik de universiteit enkel via pixels zal meemaken; een hele omschakeling voor iemand die altijd alleen maar met pen en papier kwam opdagen.

De cynische memes dat universiteiten tot niets meer dan veredelde streamingdiensten waren verworden deed ik eerst af als een coping-mechanisme, maar toen ik hoorde hoe het komende semester eruit gaat zien, blijkt dat de cynici het bij het rechte eind hadden.

Strijden om spreektijd

Vooraf opgenomen video’s en enkele luttele responsiecolleges gespreid over een heel semester waarin je met 50+ medestudenten in een Microsoft Teams-gesprek mag strijden om spreektijd - daar moet je het mee doen als masterstudent. De paar vakken die simpelweg kleinschalige online seminars zijn, lijken dan een verademing maar vallen natuurlijk ook in het niet bij échte colleges en seminars. Interactie met de docent, medestudenten en de materie zit er bijna niet meer in.

‘Eenrichtingsverkeer is het nieuwe normaal en de interactie die je in colleges mist, kun je ook niet in de pauzes opvangen’

Eenrichtingsverkeer is het nieuwe normaal en de interactie die je in de colleges mist, kan je ditmaal niet opvangen door spontane gesprekken in de kantine van het Lipsius en vieze bakjes koffie tijdens de pauzes. Ik ben zeker niet de enige die dit vindt; de LSVb geeft aan veel klachten binnen te krijgen.

Sommige dingen kan zélfs een pandemie niet veranderen: de eerste week van dit merkwaardige academisch jaar ging als vanouds ook direct gepaard met politieke ophef. De VVD en het CDA kwamen gezamenlijk met een oproep om de toezicht op het kwaliteit van het onderwijs te verscherpen. Het is natuurlijk bespottelijk dat de partij die zich al bijna een decennium - 14 oktober mogen we het tweede lustrum van premier Rutte vieren - inzet om de publieke sector en het onderwijs te slopen, ijverig gesteund door coalitiepartner CDA, zich nu ineens gaat bekommeren om de kwaliteit van datzelfde onderwijs.

Vooral het plan van de VVD om een studenten-Stasi in het leven te roepen (zogeheten ‘mystery guests’ die colleges afluisteren) leverde de partijen dan ook terecht veel hoon op van bestuurders (rector Carel Stolker moest ervan braken) en docenten. De Baudetiaanse kliklijnpolitiek die de VVD lijkt over te nemen is natuurlijk volstrekt onwenselijk en de oproep vanuit juist deze coalitiepartijen is gewoonweg schijnheilig.

Wegwuiven

Toch is het gemak waarmee kritische vragen over de kwaliteit van het digitaal onderwijs worden weggewuifd net zo onwenselijk en evengoed schofferend voor studenten. De inzet van docenten staat buiten kijf en de werkdruk zal er voor het onderwijspersoneel niet minder op geworden zijn. Maar om nou te doen alsof er geen redenen zijn om aan de alarmbel te trekken is struisvogelgedrag.

Illustratie Silas.nl

Minister Van Engelshovens intentie om de kwaliteit te blijven monitoren ‘zoals we dat altijd deden’ in een tijd waarin we niets nog doen zoals we altijd deden getuigt van een wereldvreemdheid die we van haar gewend zijn. Maar de defensieve reflex van het universiteitspersoneel verbaast me, aangezien zij al ver vóór de coronacrisis aan de bel trokken over de staat van het onderwijs.

Blinde vlek

Naast het verlies van kwaliteit is ook de toegankelijkheid van het onderwijs in het geding. Wanneer de vooraf opgenomen colleges zo zacht zijn dat ik mét gehoorapparaten én een koptelefoon én een versterker er nog niks van kan verstaan is dat allerminst inclusief.

Er wordt ook klakkeloos vanuit gegaan dat iedereen toegang heeft tot internet met voldoende bandbreedte en snelle laptops met alle technische snufjes die nodig zijn om vlekkeloos mee te kunnen draaien, terwijl dit helemaal niet het geval hoeft te zijn. Voor een universiteit die claimt inclusiviteit hoog in het vaandel te hebben, is dit wel een bijzonder blinde vlek.

‘Laten we eerlijk toegeven dat het onderwijs van minderwaardigere kwaliteit is en daar een open gesprek over voeren’

De VVD en het CDA kunnen we van mijn part rechts laten liggen. Maar laten we hun proefballon aangrijpen om eerlijk toe te geven dat het onderwijs dat studenten nu genieten van minderwaardigere kwaliteit is, zodat er een open gesprek over kan worden gevoerd. Alleen dan kunnen we met verbeteringen komen.

We hebben geen idee hoe lang deze situatie blijft bestaan, dus we kunnen het ons simpelweg niet permitteren om enkel de rit uit te zitten - er staat meer op het spel dan koffieautomaatgesprekken. Ik heb het ‘geluk’ dat ik al vijf jaar normaal onderwijs achter de rug heb, maar mijn hart bloedt voor de nieuwe studenten. Tijdens mijn El Cid mocht ik in ieder geval nog bier drinken.


Pascal Snijders is masterstudent Noord-Amerika Studies en Europese Unie Studies