Columns & opinie
Dagboek uit het Dolhuis (6): ik was Covid-patiënt zero (maar dan anders)
Nu de geestelijke gezondheid van studenten onder grote druk staat, haalt Olaf Leeuwis herinneringen op aan zijn eigen mentale kwalen, de eindeloze wachtlijsten en zijn tijd in ‘het Dolhuis’. In deel zes: een dwangneurose leidt tot ademnood.
Olaf Leeuwis
maandag 26 juli 2021

Hoewel mijn brein en leven werden geteisterd door een randpsychose en vreselijke angsten waren ze geenszins de aanleiding voor mijn tocht naar het Dolhuis - heb ik jullie toch lekker op het verkeerde been gezet! Achteraf grapte ik dat ik eerst een waslijst aan neurotische aandoeningen wilde afwerken zodat ik bij de GGZ kon sparen voor kortingszegeltjes.

Hoe ging het dan wel?

Het begon met mijn medicatie, Risperdon. Ik raad het niet aan voor feestjes en partijtjes: je wordt er namelijk zo moe van dat je al om acht uur ’s avonds in slaap tuimelt. Een andere bijwerking, en daar begon de ellende, is kortademigheid.

Toen mijn dosis door aanhoudende angsten werd verhoogd, merkte ik dat meteen. Ik kreeg het benauwd en kon niet meer automatisch ademhalen. Ik was soort van Covid-patiënt zero, maar dan anders.

De paniek sloeg toe: als het steeds erger werd, zou ik immers stikken. In deze vicieuze cirkel duurde elke seconde tergend lang. Het kwam na een bezoek aan de dokter uiteindelijk weer goed. Maar de angst voor ademnood bleef.

Het leidde tot een zeer onbekend ziektebeeld. Hoewel ik niet meer kortademig was, zorgde mijn angst om de controle te verliezen ervoor dat ik elke seconde van de dag op mijn ademhaling ging letten. Daardoor kon ik het niet meer automatisch, maar louter ‘handmatig’.

Het is moeilijk voor te stellen, maar het was echt zo. De overmatige focus op de ademhaling betekende dat ik niet meer kon lezen, niet meer een film kon kijken, niet meer een stukje muziek kon spelen, niet meer thuis in Leiden kon zijn.

Een dwanggedachte is áltijd bij je en sloopt elke vorm van levensvreugde

Het was een vorm van een dwangneurose, ook wel sensorimotore obsessie genaamd. Hier is eigenlijk vrijwel niets over bekend. De psychologen en medewerkers van de GGZ die ik er nadien over sprak hadden nog nooit van dit ziektebeeld gehoord.

Angst voedt angst, dat was ook bij mij het geval, en een dwangstoornis runt daar volledig op. Als zelfs de experts het niet kennen, of moeilijk aangeven wat ze ermee kunnen doen, dan wordt het gemoed donkerder, donkerder en donkerder.

Met de angsttaferelen viel nog wel te leven, ik kon er mijn vrienden mee zien en ik kon me aanzetten tot enkele dingen. Ik kon zelfs nog naar de colleges kunstgeschiedenis. Maar nu kon ik eigenlijk vrijwel niets meer.

Het frappante is dat het ‘object’ van obsessie kan omslaan. Op een gegeven moment lag ik televisie te kijken, en ik dacht aan wat ik had gelezen: deze obsessie kon zich ook richten op het knipperen van de ogen. Ik kreeg de rillingen over m’n lijf en zo geschiedde: mijn ademdwang werd een knipperobsessie. Klinkt beter, maar veel verschil maakte het niet uit. Want een dwanggedachte is áltijd bij je en sloopt elke vorm van levensvreugde.

In de weken erna tolde mijn obsessie met knipperen, ademhalen en vise versa rond als een Derwisjdans. Die uitzichtloosheid leidde tot een zwaarmoedigheid die ik niet eerder had meegemaakt. Had ik maar die depressie van vorig jaar, dacht ik bij mezelf. Toen het niet langer meer ging, zat er niets anders op dan het uitstapje naar het Dolhuis te maken.


Olaf Leeuwis is student International Relations

OVER DEZE REEKS

De geestelijke nood onder studenten is hoog en de wachtlijsten zijn te lang, erkennen Leidse psychologen. Ook zeer ernstige gevallen - ‘mensen die echt ten einde raad zijn’ – kunnen vaak niet terecht. 

Om een inkijkje te geven in dat ‘hele geestelijke gedoetje’ haalt student Olaf Leeuwis voor Mare herinneringen op aan zijn tijd in ‘het Dolhuis, met uitzicht op de faculteit waar mijn toekomstige behandelaars zich klaarstoomden'.

Eerdere afleveringen van ‘Dagboek uit het Dolhuis’:

  1. We zagen ze vliegen, maar dat had iets zwartkomisch
  2. De dag waarop ik een verwarde man werd
  3. De psychotische psychiater
  4. In een paar uur van volwassen man tot kasplantje
  5. De grootste placebo is een geruststellende stem