Hoe ben jij begonnen als surfleraar?
‘Ik heb op mijn tiende een jaartje gevoetbald, maar ik vond dat te spannend. Ik durfde nooit te scoren. Mijn ouders wonen aan de kust in Katwijk, dus ik speelde veel op het strand en in de zee. Op mijn elfde kreeg ik mijn eerste board en ben ik snel gaan suppen, surfen met een peddel. Ik ging elk moment dat ik kon.
‘Op het strand zag ik vaak gasten van de surfschool lopen en ik kende de eigenaar. Ik vroeg of ik daar ook kon werken en op mijn zestiende mocht ik al beginnen als instructeur. Behalve surfles doen we ook aan suppen, raften en groepsactiviteiten. Omdat we grote boards gebruiken, kan je bijna altijd surfen. In de meivakantie hadden we een kinderkamp. Het was lekker weer, maar er waren nul golven. Je moet de kinderen wel vermaken, dus dan gaan we “landsurfen” op longboards.’
Kan je überhaupt goed surfen in Nederland?
‘Niet echt. Engeland ligt letterlijk in de weg. Elke grote swell, of deining, botst daar tegen de kust. Alleen als de swell precies tussen Denemarken en Engeland doorkomt, kun je leuke golven krijgen.
‘Mensen denken altijd dat het hard moet waaien om goede golven te krijgen. Dat is niet zo, want de wind zorgt voor veel kleine golfjes en daardoor wordt de zee ruiger. Je wilt dat de swell de enige golven zijn, dat noem je dan ‘clean’. Een landafwaartse wind helpt mee, want die houdt golven tegen en stuwt ze op.
‘Ik ga vaak naar andere plekken in de wereld, zoals Australië, Portugal of Frankrijk. Op Bali heb je koraal onder water, waardoor de golven consistent op dezelfde manier breken. De golven daar zijn bizar: drie meter hoog en krullend. In Nederland breken ze overal en gaan ze alle kanten op. Het is wel een voordeel voor surfles, want dat is op een rif een stuk linker en ingewikkelder dan op het strand.’
Doe je ook mee aan wedstrijden?
‘Tegenwoordig helaas minder. Maar in 2020 was ik Nederlands kampioen suppen. Daarna ben ik nog een keer derde geworden. Ik heb ook meegedaan aan het Europees Kampioenschap in Denemarken, maar daar ben ik niet heel ver gekomen. Die gasten uit Spanje en Frankrijk zijn echt kneitergoed. Zij leven er echt voor en kunnen altijd oefenen in supergoede golven, terwijl dat hier maar vier keer per jaar lukt. Op een gegeven moment moest ik voor mijn studie kiezen.’
Is surfen gevaarlijk?
‘In Nederland valt het wel mee, want de golven zijn niet zo groot. Ik moet wel toegeven dat ik soms met code oranje ga suppen. De zee is dan superruig en dan draag ik een zwemvest en een GPS-tracker, zodat mijn vader kan zien waar ik ben. Meestal ga ik dan van Katwijk naar Noordwijk.
‘Door de harde stroming en wind ben ik een keer in twaalf minuten naar Noordwijk gepeddeld, waar je normaal veertig minuten over doet. Het is altijd een mooi natuurgevecht. Er is niemand anders op zee en ik sta te schreeuwen tegen de golven. Je moet blijven gaan, want je kunt niet stoppen. Je voelt je de koning van de wereld.’