Columns & opinie
Windmolenplan is arrogant en ondoordacht
De universiteitsraad pleitte voor een eigen windmolenpark, maar dan wel ver buiten Leiden. Behalve stedelijk arrogant is het plan ook schrijnend ondoordacht, vindt Sonny Spek. ‘De universiteit moet zich afvragen in hoeverre zij reële duurzame maatregelen kan treffen.’
Gastschrijver
maandag 1 juli 2019
Don Quichot in gevecht met een windmolen. Tekening door Gustave Doré, 1863.

Klimaatakkoorden, warmtepompen, aquathermie, getijdenenergie, regionale energiestrategieën, warmtenetten en kolenfondsen. Het is aannemelijk dat één van deze termen zal worden gekozen tot ‘Woord van het Jaar 2019’, want de klimaatdiscussie maakt veel tongen los. Al exercerend is onze landje op weg om haar steentje bij te dragen de wereld weer een iets mooiere plek te maken. Althans, dat lijkt op dit moment de bedoeling van de verstrekkende en dure maatregelen om ‘het klimaat te redden’. Een aantal jaar geleden heeft de mens in haar maakbaarheidsideaal bedacht dat het ook mogelijk is om de thermostaat van Moeder Aarde op commando zo te kunnen bijstellen dat het precies past tussen de door ons opgestelde marges.

Tot mijn verbazing las ik vorige week in Mare dat de Universiteitsraad een windmolenpark wil kopen of zelf aanleggen (Het college van bestuur liet overigens gisteren weten dat er voorlopig nog geen universitaire windmolens komen, red.). Het doel van dit initiatief is om de duurzaamheidsagenda van de universiteit nieuw leven in te blazen. Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom dit enkel een ondoordacht plan is van een paar universitaire partijen die interessant willen doen op het gebied van de energietransitie.

Het aanleggen van een nieuw windmolenpark heeft veel voeten in de aarde. Er zullen grote inspanningen moeten worden verricht om een geschikt stuk grond te zoeken in een dichtbevolkt gebied als de Randstad. Holland Rijnland (het samenwerkingsverband van gemeenten in onze regio) is op dit moment druk bezig om geschikte locaties te vinden voor nieuwe windmolens, maar dit is een zeer moeizaam proces.

Ook getuigt het van een stedelijke arrogantie om de wil uit te spreken te verduurzamen, maar vervolgens ook aan te geven dat er ‘op het terrein van de universiteit niet genoeg plek is voor windmolens’. Op deze manier wimpelt de universiteitsraad de negatieve kanten van haar ambities af op de omliggende landelijke gebieden rondom Leiden die in de toekomst een eventueel windmolenpark moeten gaan huisvesten.

‘Het is maar de vraag of dit echt “een gigantisch bijdrage aan de groenheid van onze universiteit” is’

Ik zou graag willen weten in hoeverre de universitaire partijen rekening hebben gehouden met de omgeving toen zij dit voorstel deden. Slagschaduw, horizonvervuiling, dode vogels en ruimte-inneming zijn geen aanlokkelijke perspectieven voor de omwonenden van een eventueel nieuw windmolenpark. Er komt een duidelijk gebrek aan verantwoordelijkheid en doordachtheid naar voren en dat is zeer schrijnend om te zien. Al helemaal in ogenschouw nemend dat onze universiteit zelf in 2018 slechts een treurig percentage van 0,3 procent aan duurzame energie wist op te wekken met zonnepanelen.

Volgens Gerieke Prins van studentenpartij LVS zou het ‘gigantisch bijdragen aan “de groenheid” van onze universiteit’, maar het is de vraag of dit in werkelijkheid ook klopt. De universiteit moet zichzelf de vraag stellen in hoeverre zij ook reële maatregelen voor duurzaamheid kan treffen en niet enkel op papier groen wil zijn door de inkoop van groene stroom.

Een mogelijkheid die beter benut zou kunnen worden is het isoleren en het verbeteren van de energielabels van de huidige universitaire gebouwen. Dit is positief voor de energierekening en duurzaam; het geld dat het oplevert zou bijvoorbeeld in het onderwijs kunnen worden geïnvesteerd. Ook niet een geheel onbelangrijke taak van de universiteit.

Echter, als je kritisch wil zijn op de plannen van een windmolenpark zul je ook met alternatieven moeten komen en er zijn genoeg mogelijkheden om de Universiteit Leiden van windenergie te voorzien. Ik zou willen voorstellen dat bij de volgende bespreking van het duurzaamheidsverslag 2019 één van raadsleden pleit voor kleine windmolens op de daken van alle faculteitsgebouwen. Die zullen een vervelende slagschaduw geven en de eeuwenoude monumentale panden zullen er niet fraaier van worden, maar in de naam der vooruitgang zal men dit moeten accepteren en hiermee de universiteit kunnen verduurzamen. De vraag is echter of de universiteit en haar studenten, die massaal willen vergroenen, hier ook op zitten te wachten. Het creëren van draagvlak moet ook niet te dichtbij komen, hé?

Sonny Spek is student Politicologie en Moderne Midden-Oosten Studies en fractievoorzitter van ‘DURF’ in de gemeenteraad van Katwijk