Studenten hebben een onrealistisch beeld van hun opleiding. Vooral eerstejaars. Die blijken dat universitaire leven toch wel moeilijk te vinden. Borrelen te veel. Nemen het niet serieus. Daarom stoppen ze, of halen hun bsa niet, en dat vindt de universiteit niet leuk.
Daarom geven ze, na inschrijving op Studielink, even een voorproefje: matching. Dat is een soort huiswerkopdracht, waarmee je kan zien of je wel echt bij die opleiding past. Het is vanaf 2020 verplicht, al maakt het verder weinig uit wat eruit komt. Zelfs als je erachter zou komen dat je eigenlijk niet kan lezen zou de universiteit je niet meer mogen weigeren.
De uni hoopt op een soort zelfreinigend effect: dat als potentiële studenten met de harde realiteit van de stof worden geconfronteerd – ook de coolst klinkende opleidingen bestaan namelijk uit het doorploegen van droge theorieën en onleesbare academische betogen – ze zelf snappen dat ze beter iets anders kunnen gaan doen.
Voordat iemand zich inschrijft op Studielink, heeft ‘ie vermoedelijk al wat folders van de universiteit in handen gehad. De aankomende sjaarzen zijn naar open dagen geweest, waar ze enthousiaste verhalen hoorden over de stad, de aardige docenten, de mogelijkheden die de studie allemaal biedt en wat je er allemaal wel niet naast kunt doen: naar het buitenland, colleges van politici, studieverenigingen. Ze hebben geproefstudeerd, waar de meest charismatische docent het meest toegankelijke college heeft gegeven. Ze hebben geluisterd naar de succesvolste alumni die de opleiding kon overhalen een praatje te houden. Opleidingen krijgen flitsende Engelse namen met woorden als ‘society’ of ‘politics’ erin, zodat ze zowel internationaal als maatschappelijk relevant klinken.
Kortom: als zesdejaars vwo’ers een onrealistisch beeld hebben van studeren, dan doet de universiteit duidelijk niets om dit te veranderen.
Zelfs de kritische scholier, die bijvoorbeeld (terecht) twijfelt over de baankansen van Japans/culturele antropologie/kunstgeschiedenis/biologie, wordt bestookt met niet na te trekken cijfers over arbeidsmarktperspectief (‘62 procent vindt meteen een baan op academisch niveau’ – wat dat ook moge betekenen).
Brede studies met nauwelijks aansluiting op de arbeidsmarkt zijn studies ‘waarmee je alle kanten op kunt’. Minder brede studies die ook geen aansluiting op de arbeidsmarkt hebben, stellen de scholieren gerust dat ze zo ‘academisch denkniveau ontwikkelen’, ‘academisch leren schrijven’, of ‘kennis opdoen van vreemde culturen’. De werkgevers die op dit denkniveau zitten te wachten, zitten in branches waar een chronisch tekort is aan werknemers. Wanhopig hebben ze besloten om dan maar zelf mensen op te leiden.
Geen wonder dat studenten na al die makelaarspraatjes van een koude kermis thuiskomen. Laat op die voorlichtingsdagen ook eens een onverstaanbare docent een droog, saai referaat geven, naast die leuke prof met dat ludieke flitscollege. Laat zien welke vakken studenten vaak niet halen. Vertel het ze als de opleiding te groot is, en dat er niet zoveel persoonlijke aandacht zal zijn. Laat die rottige, saaie en vermoeiende kanten zien, want dat is óók studeren.