Columns & opinie
Hoe het praesidium libertatis zich moet verweren tegen de drekkige diepten van het anti-intellectualisme
Zijn wij een kongsie van geleerde reptilians met een geheime agenda? Het wordt tijd dat de universiteit actie onderneemt tegen het spervuur van voortdurende, maar nooit onderbouwde verwijten.
Remco Breuker
donderdag 9 juli 2020

Het is een bekende paradox: wie verdedigt de democratie tegen krachten die haar op (in eerste instantie) democratische (aandoende) wijze omver willen werpen? Is het legitiem om de democratie overeind te houden als er een meerderheid voor de afschaffing of inperking ervan lijkt te zijn?

Had Hitler met andere woorden eerder afgestopt moeten worden (ik begin in deze column vroeg met de Godwin, dan hebben we dat maar gehad) voordat hij zich op pseudo-democratische wijze de macht in Weimar Duitsland toe-eigende? Afgezien van het hoge ‘wat als?’-gehalte moet deze vraag elke democratie altijd bezighouden.

De vraag doet zich ook voor aan de universiteit. Niet aangaande universitaire democratie (helaas, die hebben we ons goeddeels door de vingers laten glippen), maar aangaande de wetenschapsbeoefening zelf. Wie verdedigt de wetenschap tegen krachten die haar omver willen werpen door in eerste instantie op wetenschap te vertrouwen? Althans, door in eerste instantie op het prestige van de wetenschap te vertrouwen?

Er is al een hele tijd een beweging gaande om de universiteit te politiseren en als zodanig te onderwerpen aan politieke meningen. Het valt niet eens meer op. Sommige politici lijken een ongezonde obsessie te koesteren met het stemgedrag van wetenschappers.

Eén partij - de FvD - richtte zelfs een meldpunt op voor ‘linkse indoctrinatie’ in het onderwijs en aan de universiteit, terwijl haar leider T. Baudet speechte dat ‘we worden ondermijnd door onze universiteiten, onze journalisten, door de mensen die onze kunstsubsidies ontvangen, en die onze gebouwen ontwerpen’.

De snoeppot is nog lang niet leeg, er is net een nieuw boek verschenen van zijn hand met vertrouwde verwijten aan wat in andere kringen, even zwanger van complottheorieën en samenzweringsverdenkingen, zou worden gezien als een kongsie van geleerde reptilians met een geheime agenda. Niets minder dan een culturele transformatie is nodig, eentje die gezien Baudets gebezigde oorlogsretoriek (‘we zijn naar het front geroepen’) zijn inspiratie lijkt te ontlenen aan dezelfde drekkige diepten van het anti-intellectualisme die ons de killing fields in Cambodja hebben opgeleverd. Ook daar ondermijnden academici de samenleving.

‘Doen we niets, dan moeten we niet verbaasd opkijken als politici ons straks vertellen wat wetenschap is en wat niet’

Voordat alle gelegenheidsridders die als dat hen zo uitkomt de vrijheid van meningsuiting verdedigen, hun anonieme toetsenborden bestijgen en en masse verontwaardiging krijtend uitrijden, eerst dit: hij mag dit zeggen. Maar daar zitten dan wel consequenties aan vast. Dat is nu eenmaal zo in de volwassenenwereld.

Het meest saillante, namelijk, aan deze onophoudelijke aanval op de universiteit door een politicus (en als ware de universiteit een politieke instelling) is dat Baudet zich mag tooien met de titel ‘doctor’. Wellicht is hij tijdens het informeren bij stagiaires naar de seksuele gezondheid van de Nederlandse vrouw vergeten wat de rector elke jonge doctor op het hart drukt net na de bevordering: ‘Waardeer haar als een eervolle onderscheiding en een welverdiend voorrecht, maar vergeet daarbij nooit de verplichtingen die zij u oplegt, jegens de wetenschap en de samenleving.’

Een doctor wordt geacht zijn of haar verplichtingen jegens de wetenschap nooit te vergeten. De VSNU benoemt ze als volgt: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid, verantwoordelijkheid. Dit houdt ondermeer in dat ‘men geen ongefundeerde claims doet’, ‘men wetenschappelijke methoden gebruikt en optimale precisie betracht bij het ontwerp’ en dat men zich ‘niet laat leiden door buiten-wetenschappelijke overwegingen (bijvoorbeeld overwegingen van commerciële of politieke aard)’.

De kwestie is niet dat Baudet zijn uitspraken niet mag doen. Ook niet dat de universiteit standaard op onwetenschappelijke uitspraken moet reageren. De kwestie is wel dat de universiteit aanhoudend onder vuur ligt van de zelfbenoemde grootste politieke partij van Nederland met verwijten en claims die nooit worden onderbouwd. En dat dit gebeurt met de legitimerende zweem van wetenschap eromheen dankzij Baudets doctorstitel.

Als de universiteit zich zo de politieke arena in laat trekken zal zij aan het kortste eind trekken omdat zij geen politieke speler is en niet weet om te gaan met politiek gemotiveerde aanvallen. Kijk maar eens hoe knullig wij ons tegen aantijgingen van Baudet en die van zijn geestverwanten verweren.

Maar juist omdat de universiteit geen politieke instelling is, moet zij onderhand actie ondernemen. Het praesidium libertatis is niet slechts een notie die passief plaats biedt aan alle wetenschappelijk verdedigbare uitspraken. Het is ook een plaats waar per definitie actief wordt bepaald wat wetenschap is en wat niet.

Het is tijd geworden om daar duidelijker over te zijn. Doet de universiteit dat niet, dan moet zij niet verbaasd kijken als haar op enig moment in de toekomst door politici zal worden verteld wat wetenschap is, en wat niet. Met alle gevolgen vandien.


Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies