Rechten heeft dit jaar de bachelor vernieuwd. Er vielen namelijk te veel studenten vroegtijdig uit en de kwaliteit van de opleidingen moest omhoog. In de ‘kernvisie bachelor’ is er meer aandacht voor de begeleiding van studenten, is de aanwezigheidsplicht aangescherpt en is de bachelorscriptie geschrapt.

Die vernieuwing moet ook worden geëvalueerd. Het faculteitsbestuur wil dat laten doen door het zogeheten ‘change lab-team’. Dat team, dat al eerder een aantal mastervakken heeft geëvalueerd, gaat onder andere met data van toetsresultaten, lesobservaties, interviews en panelgesprekken met studenten en docenten proberen zicht te krijgen op de vernieuwde opleiding.

Het team gaat ook op zoek naar manieren om ‘de onderwijspraktijk en onderwijscultuur te transformeren zodat de kerndoelen van de kernvisie’ zijn te realiseren. Deze ‘fase 2’ zal dan in een ‘fase 3’ mogelijk tot aanpassingen van het curriculum leiden.

Faculteitsraadslid Gelijn Molier (Onafhankelijken) was tijdens de faculteitsraad uiterst kritisch op de plannen. Hij stoorde zich al aan het taalgebruik in het projectvoorstel van change lab. ‘Het stuk is moeilijk leesbaar, staat vol met onnavolgbare termen en definities’, klaagde hij.

Maar hij had veel meer aanmerkingen, ook op het bestuur. ‘Ik hoor nu dat we dit gewoon gaan doen. Ik ben daar verbaasd over. Het is een omvangrijk project dat niet alleen over evalueren gaat. Je zet een enorm instrument in dat minimaal drie jaar of misschien zelfs langer gaat duren. Ik begrijp niet waarom dit zomaar besloten is, juist omdat de raad om de evaluatie had gevraagd. De raad is hierin vooraf helemaal niet gekend.’ 

Change lab is ook een middel om onderwijs te veranderen, dat komt nu bovenop het invoeren van de kernvisie, vervolgde hij. ‘Het is een te zwaar instrument dat weer een nieuwe laag bureaucratie toevoegt. We willen een simpelere evaluatie van de maatregelen, ook al weet ik dat dat op zichzelf al niet simpel is.’

Ook vreesde hij ‘een toename van de werkdruk’ bij docenten, vakcoördinatoren en studenten. ‘Het zorgt voor nieuwe onrust en we hebben juist behoefte aan rust en stabiliteit. Dit gaat tot eindeloos gepraat en vergaderen leiden. Doe het niet. Docenten en studenten worden er niet gelukkig van.’

Hoge werkdruk

Personeelsraadslid Bastiaan van Ganzen (Progressieve Partij) was milder over de plannen. Hij had zijn mastervak belastingrecht en maatschappij vrijwillig aangemeld bij het change lab-team. ‘Ik heb er nuttige inzichten door gekregen maar onderschrijf dat het administratief zeer zwaar is. Ik maak me dan ook zorgen over de hogere werkdruk, maar mijn vak is er nog leuker door geworden.’

Personeelsraadslid Kirsten van der Tol (PP) was ook kritisch maar vond het wel een ‘integer project dat in de loop van de tijd eventueel kan worden geïmplementeerd’. De invoering hoefde wat haar betreft alleen niet zo snel. ‘Er is al onderbezetting, er zijn universitaire bezuinigingen en docenten ervaren al een hoge werkdruk. Kijk hier over twee jaar nog eens naar.’

Michael Klos, opleidingsdirecteur van de bachelor rechtsgeleerdheid, verdedigde de plannen. De verhoging van de werkdruk valt mee, verwacht hij. ‘Ik denk dat er een kleine verwarring is ontstaan. Er zijn drie studenten en drie docenten die samen met de onderwijskundige het onderzoek gaan doen. We verwachten van de vakken dat ze de deur openzetten voor dit team en dat de vakcoördinator een of twee keer meedoet aan een interview of focusgroep. Dat is best te overzien.’

Rechten gaat ‘ook geen vakken overhoopgooien’, beloofde hij. ‘Er komt geen Kernvisie light. Die zorg wil ik echt wegnemen. Het doel is kijken of de ingevoerde veranderingen bijdragen aan het studiesucces. Werkt een tussentoets halverwege het vak bijvoorbeeld, of juist niet? Er zit meer ruimte tussen een blok en het eerste tentamen. Levert dat hogere cijfers op? Dat soort zaken willen we weten. Als er knelpunten zijn, gaan we daar natuurlijk wel naar kijken. Maar alles op zijn tijd.’

De zorgen van de raad werden deels weggenomen door de nuanceringen van Klos. Het bestuur komt ook nog met een reactie op de kritiek van de raad.

‘We zullen de plannen op een later tijdstip nog verder met jullie bespreken’, beloofde Jan Crijns van het faculteitsbestuur.