Het college wil een tijdelijke ethische commissie instellen die moet uitzoeken hoe op termijn onder andere de banden van de universiteit met Israëlische instellingen moeten worden getoetst.
Eerst moet de tijdelijke commissie nog worden samengesteld die vervolgens een werkwijze en een kader moet opstellen hoe op langere termijn dit soort ethische vraagstukken zullen worden beoordeeld. Waarschijnlijk leidt dit tot het opzetten van een vaste ethische commissie. Het gaat in ieder geval nog maanden duren voordat de banden met Israëlische instellingen kunnen worden beoordeeld.
Een meerderheid in de universiteitsraad was maandag voorstander van de komst van de commissie, maar was ook kritisch. Personeelspartij UB had de meeste twijfels. ‘We zijn eigenlijk geen voorstander van zo’n aparte commissie’, zei Patrick Klaassen van UB. ‘De universiteit wordt steeds politieker. In zo’n commissie zal het vaak over meningen gaan en niet over feiten, dat is problematisch.’
Klaassen vond een commissie instellen speciaal ‘vanwege een brand in de wereld, in dit geval Israël, twijfelachtig’. ‘Die brandjes zijn er eerder geweest. Toen kwam er geen commissie. Ook niet rond de kwestie Guantánamo Bay en de VS bijvoorbeeld.’
‘Deze commissie wordt opgericht gedurende een zwaar gepolitiseerd debat’, zei Victor van der Horst van studentenpartij PBMS. ‘Ik ben bang dat je in de hitte van het moment niets meer krijgt dan een tribunaal met een aantal activistische mensen die vinden dat bepaalde samenwerkingen niet meer mogen.’ Dat leidt ook tot twijfels bij onderzoekers, vond hij. ‘Moeten wetenschappers eerst langs een mensenrechtencommissie voordat ze samenwerkingen kunnen aangaan?’
‘De commissie is niet alleen voor deze casus’, reageerde Ella Picavet van studentenpartij DSP. ‘Er is een fundament: namelijk internationaal recht en de mensenrechten.’
‘Uiteraard is een mening mogelijk in het afwegen van banden’, vond Timothy de Zeeuw van personeelspartij LAG. ‘Maar uiteraard gebaseerd op expertise en onderzoek.’
Rector Hester Bijl zag het mogelijke probleem van politisering ook, en legde uit dat daar zoveel mogelijk rekening mee wordt gehouden. ‘In de tijdelijke commissie komen deskundigen op het gebied van internationaal recht, international relations, ethiek en mensenrechten. Het zal dan niet gaan om specialisten op specifieke conflictgebieden, want er zijn natuurlijk wel meer conflictgebieden. We kijken samen met de decanen welke experts er mogelijk beschikbaar zijn en hoe we een evenwichtige commissie kunnen instellen.’
Als de commissie een werkwijze heeft ontwikkeld, wordt overlegd hoe een specifieke kwestie zoals Israël-Gaza het best onderzocht kan worden, aldus Bijl. ‘We willen uiteindelijk een brede commissie waar we al dit soort zaken laten landen. Deze eerste tijdelijke commissie zal daar mogelijk in opgaan. Maar dat hangt ook af van het advies van juist die tijdelijke commissie.’
Bijl zei ook dat het niet de bedoeling is dat de commissie een ‘projectenpolitie wordt waar je drie maanden moet wachten op een oordeel. Dat is in ieder geval zoals het college het voor zich ziet. Wellicht komt de commissie met een ander advies. Maar uiteindelijk is het stuur in onze handen. Dat advies wordt sowieso ook voorgelegd aan de raad.’ Dat zal waarschijnlijk pas in oktober zijn.
Voorlopig is de tijdelijke commissie nog niet eens samengesteld. ‘We hopen dat het lukt voor het zomerreces. Het moet snel maar ook zorgvuldig.’
‘Ik heb er moeite mee dat er nu nog toetsing over Israël-Palestina nodig is’, reageerde Ebrar Kaya van studentenpartij Students’ Collective. ‘Er liggen rapporten van NGO’s en eigen wetenschappers waaruit blijkt dat er genocide plaatsvindt in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Ook het Internationaal Gerechtshof zegt dat er daar dreiging is voor Palestijnen.’
‘Het gaat niet over het land, maar over banden met instellingen en projecten’, reageerde Bijl. ‘Die moeten door experts worden gewogen. Dat gaat langer duren, maar het is echt belangrijk dat we dit op een zorgvuldige manier doen.’
Zaterdag schreef Bijl met veertien collega-bestuurders in Trouw dat de Nederlandse universiteiten de banden met Israël niet zullen verbreken. ‘Dit overwegen wij enkel als de overheid ons dit dwingend oplegt of adviseert.’
‘De brief lijkt de bewegingsvrijheid van de commissie in te perken, aldus De Zeeuw. ‘Ik vind de timing opmerkelijk. Hoe gaat de commissie in deze context werken?’
Volgens Bijl is het opiniestuk niet in tegenspraak met de plannen. ‘We gaan niet zomaar alle banden verbreken. Er staat in het stuk dat de universiteiten de banden evalueren: onderzoeken of deze voldoen aan de normen en waarden van de universiteiten.’