‘Ik ben er een beetje ingerold’, zegt Alexander Rietveldt (22), student security studies in Den Haag. ‘Ook al is mijn moeder er geboren, ik was eerlijk gezegd niet zo met Oekraïne bezig.
‘Ook niet toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde. Ik zat op de middelbare school en het was niet dat ik daar als dertienjarige iets aan kon doen.’
Dat veranderde toen in 2022 de oorlog uitbrak. ‘Ik heb bepaalde overtuigingen en sta voor Europese waarden, voor vrijheid. Geen woorden maar daden. Toen de oorlog begon dacht ik: ik kan niet iets zeggen en er vervolgens niet naar handelen.’
Vervolgens ging het snel. ‘Al na een paar dagen was ik enkele initiatieven begonnen. Ik kwam al snel in contact met mensen die zich óók actief inzetten. Op Wijnhaven begonnen we met het inzamelen van humanitaire hulpgoederen en via een zelf opgezette stichting Emergency Appeal The Netherlands verplaatsen we die naar Oekraïne. Op den duur stuurden we vijf volle vrachtwagens die kant op en brachten we Oekraïense vluchtelingen naar Nederland. Eind 2022 kwam ik in contact met oud minister van Defensie Joris Voorhoeven. Via hem kwam het initiatief op gang om concrete hulp aan het Oekraïense leger te gaan bieden. Hij heeft me er zelfs zijn auto nog even voor geleend. Op dit moment help ik hem met het schrijven van een boek over de heldendaden van het Oekraïense leger.’
Zelf naar Oekraïne
Inmiddels zet Rietveldt zich in voor studenteninitiatief OSINT for Ukraine, een internationaal onderzoekscollectief dat als doel heeft oorlogsmisdaden aan het licht te brengen. Hij vertelt er 23 februari over op een symposium War in Europe: the impact of Russian aggression in Ukraine two years on. Daar zullen onder meer ook Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim en de Oekraïense ambassadeur Oleksandr Karasevych stilstaan bij het feit dat de oorlog twee jaar bezig is en steeds meer uit de aandacht verdwijnt.
Ook geschiedenisstudent Rens de Boer (28) en Peter Holties (27, afgestudeerd bestuurskundige) zetten zich in om Oekraïners te helpen. De vrienden hebben al meerdere reizen richting hulpbehoevende gebieden gemaakt.
Holties: ‘Toen de oorlog net uitbrak zag je dat Russische leger enorm snel oprukken. Er werd gesproken over dat Oekraïne binnen een week zou vallen. Ik voelde me wel bedreigd. Ik dacht: ik ben een jonge gast, ik ben fit, ik wil wat doen. Dit is het moment om mijn bijdrage te leveren. Militaire ervaring hebben we allebei niet dus zo besloten we humanitair te gaan helpen. Elke organisatie waarmee we contact opnamen durfde daar toen niet heen te gaan. Toen zijn we zelf maar gegaan.’
De Boer: ‘Zelf ben ik van mening dat demonstreren niet echt zin heeft. Geld of spullen opsturen kan natuurlijk ook, maar dan zie je ook vaak dat goederen gewoon bij de Poolse grens worden gedumpt.’
Samen runnen ze de stichting Relief Effort Ukraine. Holties: ‘Aan ons wordt bijvoorbeeld gevraagd om kachels als er tekorten zijn aan elektriciteit of gas. Dan gaan wij op zoek. We zamelen geld in, kijken wat we bij allerlei groothandels kunnen krijgen en dan rijden we die kant op.’
De Boer: ‘Het is uiteindelijk het allerbeste om goederen persoonlijk af te leveren. Zo laten we ook onze donateurs zien waar hun geld terechtkomt en zien natuurlijk Oekraïners dat ze door het Westen niet worden vergeten. Als we vertellen waar we vandaan komen en dat we vier dagen in de auto hebben gezeten om er te komen, vinden ze dat echt fantastisch.’
‘Mensen zijn de oorlog zat’
Alleen: de oorlog dreigt te worden vergeten. De twee zien de aandacht en de donaties afnemen, zegt Holties. ‘Een eerste keer verzamelden we in een maand €8.000, de tweede keer €4.000 en de derde keer nog minder. We moeten nu echt harder ons best doen om geld in te zamelen. De oorlog heeft voor veel mensen geen prioriteit meer.’
Ook Rietveldt beaamt dat, tot zijn spijt. ‘Vanaf juni 2022 merkte ik dat de stroom van hulpgoederen opdroogde. Mensen leken niet meer bereid om te doneren, al was er nog uitgebreide media-aandacht. Ik begrijp wel dat het voor veel Nederlanders een redelijke ver-van-hun-bed-show is, maar dan ga je voorbij aan de enorme impact van de oorlog op Europa en ook ons land. We zijn direct betrokken bij het conflict, kijk maar naar de MH17. Ik vind het daarom verbazingwekkend dat juist wíj dit lijken te vergeten.’
Holties: ‘Mensen zijn de oorlog zat, maar hij is misschien nog belangrijker dan twee jaar geleden. Het is belangrijk dat de Russen niet winnen. Als Oekraïne onder de voet wordt gelopen, weet je niet waar het zal eindigen.’
De Boer: ‘Kijk naar hoe Poetin de geschiedenis beschouwt. Hij kan wel zeggen dat hij Polen of de Baltische staten niet zal aanvallen, maar hij gaat echt niet stoppen. Europa moet dit zichzelf ook zwaar aanrekenen. Als Trump straks besluit zijn NAVO-bondgenoten niet langer te steunen, heeft Europa echt te weinig verdediging om bijvoorbeeld de Baltische staten te beschermen.’

Ook Rietveldt voorziet desastreuze gevolgen als Oekraïne zou verliezen. ‘Rusland zou zijn veroveringszucht nog verder kunnen voeden. Dat land wordt gedreven door imperialistische ambitie. Het houdt echt niet op bij Oekraïne. Verder krijg je bij een Russische overwinning ook enorme vluchtelingenstromen. Voor landen als Nederland, waar al een woningtekort is, zou dat de hele situatie nog verder verergeren.’
Daarom blijven de drie zich inzetten. Holties: ‘Wat me echt altijd zal bijblijven is hoe dankbaar de mensen zijn in de bevrijde gebieden, maar ook als je ze bepaalde hulpgoederen komt leveren. Ze komen je echt omhelzen en zoenen. We worden soms zelfs uitgehuwelijkt. Die moedertjes vinden ons grote jongens daar.’
De Boer: ‘Van alle vernietiging kan je wel echt diep triest worden. Alles is kapot daar. Laatst zagen we een klein jongetje tussen het puin rondrennen. Hij maakte er het beste van, maar je wordt er echt link van. Overal liggen landmijnen, zijn school is kapot, zijn vriendjes misschien wel dood.’
Surrealistisch
Holties: ‘Als mensen hier nonchalant vragen “Is er nog steeds oorlog daar?”, word ik echt pissig. Je zou willen zeggen: “Ga maar eens kijken!” Het luchtalarm, de artillerieknallen. Het is mooi om te helpen maar als je weer weg bent, ben je kapot.’
‘Het is soms zó surrealistisch’, zegt Rietveldt. ’Dan rijd je ergens en zie je ineens iemand die tussen de kapotgeschoten gebouwen – ramen eruit en alles – gewoon vlees staat te grillen. Dat mensen onder die omstandigheden proberen door te gaan met hun gewone leven, daarvan was ik echt onder de indruk.’
Op 15 februari rijden de Boer en Holties weer richting het oosten om groentezaden voor moestuinen te gaan brengen. Rietveldt sluit een volgend bezoek aan Oekraïne niet uit, alleen ‘nu even niet’, zegt hij. ‘Want ik begin aan mijn scriptie. Bereid om te helpen blijf ik zeker, maar nu heb ik het druk aan het thuisfront.’
War in Europe: the impact of Russian aggression in Ukraine two years on. Symposium, Wijnhaven, Den Haag, vrijdag 23 februari, 8:30-16:00