Te midden van blikken Monster Energy, dozen Autodrop en walmen magnesium, vult de ruimte van het Universitair Sport Centrum Leiden zich met strijdkreten en de allersterkste studenten van Nederland. De Leidse Studenten Kracht Vereniging Fortius organiseert dit weekend, acht maanden na hun officiële oprichting, het Nederlands Studenten Kampioenschap Powerliften.
Het powerliften heeft drie verschillende componenten: de squat, deadlift en benchpress. Bij alle drie de lifts moet dezelfde bar verplaatst worden, maar op verschillende manieren. Bij de squat rust de bar met gewichten op de schouders, en ga je door je knieën.
Bij deadlifts til je het gewicht van de grond, en bij de benchpress duw je het liggend op een bank vanaf je borst omhoog. De kilo’s van de drie beste pogingen per categorie worden bij elkaar opgeteld en vormen het totaalgewicht. Zaterdag liepen die scores van de studenten op tot bijna 800 kg. Ter vergelijking: het wereldrecord is 918 kilo.
Terwijl de 112 deelnemers, vaak schreeuwend, hun krachten tonen, worden hun lifts beoordeeld door drie juryleden: één zit voor, één links en één rechts. Na hun startcommando ‘SQUAT!’ gaan ze op het puntje van hun stoel zitten, met hun bovenlichaam op hun knieën, om alles zo goed mogelijk te kunnen zien. Er zijn strenge regels: de knieën van de deelnemers moeten loodrecht gebogen worden, hun rug moet bij het liften zodanig gestrekt worden dat de schouders achter de heupen komen. Bij de benchpress mogen de billen niet van de bank komen.
Maar behalve zware gewichten tillen of opdrukken, draait het bij de studenten vooraf ook vooral om zelf gewicht verliezen. ‘Ik ben ingewogen op 73,2 kg’, zegt Yannick Broos, biologiestudent uit Utrecht, die meedoet aan onder 74. ‘Drie dagen geleden was ik nog 75,8 kg, maar ik heb een gut cut gedaan.’ Omdat zijn weging is geweest, kan hij eten. Gefixeerd giet hij een ruime hoeveelheid stroop over een pannenkoek die hij net over het deksel van zijn broodtrommel heeft uitgerold.
‘Je lichaam bevat op dit moment ongeveer twee kilo aan voedsel in een bepaald stadium van vertering, en dat wil je eruit hebben. Dat doe je door zo calorierijk en vezelarm mogelijk te eten. Daardoor heb je aan 100 gram voedsel genoeg, en verteert het heel snel, dus val je snel af.’
Tijdens het kampioenschap strijden de studenten tegen elkaar in hun eigen gewichtsklasse. Voor Ivar van der Spoel, Leids student computerscience, was dat niet moeilijk. ‘Ik wilde goud behalen, maar ik was de enige in de categorie onder 59 kg, dus dat is gelukt. Verder heb ik ook het squatrecord gehaald en een kwalificatie voor het NK.’ Hij moest een totaalgewicht van 425 kg halen, wat precies lukte. ‘Ik heb 185 kg gedeadlift en 145 kg gesquat, bij het bankdrukken doe ik nu 95 kg, maar ik wil dit jaar nog 100 kg halen.’
Als hij zichzelf vergelijkt met het moment waarop hij begon met powerliften, is dat een wereld van verschil. ‘Tweeënhalf jaar geleden kon ik de bar niet eens tillen, die weegt twintig kilo.’ Maar zijn grootste uitdaging ligt ergens anders. ‘Het moeilijkste is het gewicht van mijn klasse halen. Dat is heel zwaar. Ik weeg normaal 63 kg, dus ik moest zowel een water cut als een gut cut doen. Je droogt jezelf dan helemaal uit, dat was niet zo prettig.’
De sportzaal is met schermen verkleind tot een compact toneel. Om beurten komen er studenten uit de coulissen vandaan om een lift uit te voeren. Daarachter is een opwarmruimte, die gevuld is met gewichten en stations om een van de drie lifts te oefenen. Geconcentreerd sluiten studenten zich helemaal af van de omgeving en dragen koptelefoons en capuchons. ‘Je hebt het echt nodig om in je zone te komen’, zegt Finn Verschoor, student sportkunde in Eindhoven. ‘Alles moet kloppen, als je afgeleid raakt is een foutje snel gemaakt.’
Hij heeft een spannende wedstrijd achter de rug, maar met een goed resultaat: om zijn nek hangt een gouden medaille. ‘We lagen qua nominaties maar vijf kilo uit elkaar, dat zijn de gewichten die je een vorige wedstrijd hebt behaald. Dus het zou echt aankomen op wie de sterkste van de dag is. Vroeger vond ik dat altijd heel spannend, maar nu is het gewoon standje oorlog. Het moet gewoon omhoog.’ De korte, rauwe kreten van strijd (‘WROEAAAGH!’) en aanmoedigingen (‘KOM OP!’) die tegelijkertijd uit de zaal galmen, bewijzen dat de rest er ook zo over denkt.
Lieke van Oosten pakt het anders aan. ‘Ik luister juist vaak vrolijke muziek, dat maakt mij op een positieve manier hyped.’ Van Oosten studeerde deze zomer af in opsporingscriminologie aan de VU. ‘Dit is mijn derde NSK en ik heb net mijn squatrecord met tien en een halve kilo verbroken tot 160,5 kilo. Mijn vorige record stond al twee jaar. Ik wil uiteindelijk naar het WK powerliften voor studenten, komende zomer in Dubai. Na mijn eerste poging bij de deadlift en bench zou ik in principe al een kwalificatie moeten hebben.’
Desmond Leung, student Kunstmatige Intelligentie aan de UvA, gaat ook voor een internationale kwalificatie. Hij is pas anderhalf jaar geleden begonnen. ‘Maar ik kan wel zeggen dat mijn leven om mijn sport draait. Ik ben elke dag bezig met hard trainen om mijn resultaten te maximaliseren. Mijn eerste wedstrijd was in Nijmegen in 2024, toen ging er echt van alles mis. Ik kreeg bijvoorbeeld kramp. Daar kun je snel last van krijgen, zeker als je lichaam niet goed gehydrateerd is.’
Ook Leung moest voor de wedstrijd zijn lichaamsgewicht naar beneden krijgen. ‘Ik moest nog anderhalve kilo afvallen, dus ik heb gisteren geen zout genomen om geen vocht vast te houden. Maar ik heb zo na het weegmoment nog twee uur om te eten, dan ga ik zorgen dat ik alle voedingsstoffen goed aanvul.’ Hij laat zien wat er in zijn tas zit. ‘Echt alleen maar koolhydraten: rijstwafels, ontbijtkoeken, een liter sportdrank en nog een rijstpudding.’
Ondanks de offers die de studenten brengen om te kunnen deelnemen aan de wedstrijd, zijn ze het over één ding allemaal eens. ‘Je kunt jezelf elke training verbeteren, omdat je progressie heel meetbaar is. Daarnaast kan je werken aan strategieën om uit te vogelen wat het beste voor je werkt. Ik vind het heel leuk om er elke dag mee bezig te kunnen zijn’, zegt Verschoor. Van Oosten sluit zich daarbij aan: ‘Ik vind het heel leuk om competitief te zijn, maar ik voel me door mijn sport ook een stuk zelfverzekerder in het leven.’