
Als arts en radioloog Takashi Nagai op 9 augustus 1945 samen met zijn team uit de stralingsbunker stapt, ziet hij dat alles om hem heen is verwoest. Uit de ruïnes van het ziekenhuis komen overlevenden aangestrompeld. ‘Water’, smeken ze, waarna ze tussen de zwarte plassen op de vloer neerstorten, hun huid zwartgeblakerd, verschroeid en loshangend.
Van de ruim 27.000 mensen die bij de atoombom van Nagasaki op slag omkwamen, bevond tachtig procent van Nagai’s collega’s zich onder de doden. Alleen wie op dat moment toevallig in de bunker werkte, is in leven gebleven.
Nagai – alleen gewond aan zijn slaap – werkt drie dagen lang in het ziekenhuis om de slachtoffers te helpen. Wanneer de eerste hulp van buitenaf arriveert, gaat hij op zoek naar zijn vrouw Midori. In wat ooit hun keuken was, vindt hij slechts een hoopje verbrande botten en de gesmolten kralen van haar rozenkrans. Hij begraaft de resten op een kerkhof.
Expositie
Ondanks alle verschrikkingen verliest Nagai nooit zijn hoop, vertelt Bernadette Ratti, die is verbonden aan de Sint Josephkerk in Leiden. Daar is nu de tentoonstelling ‘Wat nooit sterft’ te zien, over het het leven van Takashi en Midori Nagai. Ratti zag de expositie zes jaar geleden in Italië en besloot die naar Nederland te halen.
‘Tachtig jaar na de atoombom laten we deze tentoonstelling in Leiden zien. Het is een heel bijzonder en inspirerend verhaal. Nagai leed zeker verdriet, maar is toch niet depressief geworden. Hij pakte zijn leven weer op en spoorde anderen ook aan om opnieuw te beginnen. Hij ging wonen in de wijk waar de atoombom was gevallen en begon daar alles weer op te bouwen. Zijn manier van omgaan met tegenslagen heeft hem heel beroemd gemaakt. Daardoor zien mensen hem als een soort profeet van de vrede.’
Nagai bekeerde zich tot het christendom, dat ruim 250 jaar lang verboden was in Japan. ‘Hij geloofde in eerste instantie nooit dat er iets was. Tot hij ontdekt dat er wetenschappers zijn die er anders naar kijken dan zijn leraren aan de universiteit en wel degelijk gelovig zijn. Als hij dan ook zijn christelijke vrouw ontmoet, bekeert hij zich.’
‘Ik ben ook arts’, zegt Ratti. ‘En dat hij zowel arts als gelovige is, maakte indruk op mij. Ook tijdens de ramp in Nagasaki is hij druk bezig met wat de wetenschap hiervan kan leren, maar hij denkt ook na over wat het betekent vanuit zijn geloof. In onze tijd en cultuur worden die twee gezien als twee tegenstellingen en hij weet dat samen te brengen.’
In zijn korte leven na de atoombom publiceert Nagai twintig boeken. ‘Hij schrijft dat je intellect nodig hebt om de wetenschap te bedrijven en je hart nodig hebt om het geloof te kennen. Je hebt allebei gekregen om te kunnen kijken naar de werkelijkheid. Wie vindt dat die twee niet samengaan, heeft zich ofwel in het een, ofwel in het ander onvoldoende verdiept. Dat geldt voor gelovigen die niet weten wat de wetenschap zegt, maar ook voor wetenschappers die niets weten van het geloof.’
Troosten
In een van zijn boeken schrijft Nagai ook over zijn naderende dood. ‘Al voor de atoombom ontdekt hij dat hij leukemie heef doordat hij als radioloog veel te veel is blootgesteld aan straling. Hij schrijft over hoe zijn kinderen wees zullen worden en hoe erg hij dat vindt.’
Sinds de dood van Midori hebben zijn kinderen – die waren geëvacueerd en de ramp overleefden – niet meer gehuild. ‘Volgens Nagai heeft het geen zin voor kinderen om te huilen als er niemand is om ze te troosten. Daarom huilen de weeskinderen niet meer. Hij schrijft dat hij hoopt dat zijn kinderen ooit wel weer kunnen huilen en weten dat hun vader en moeder hen vanuit de hemel willen troosten.’
Een half jaar na de verwoestende explosie kan Nagai niet meer werken. Hij doceert eerst nog op de universiteit, maar is op den duur toch aan zijn bed gekluisterd. Dat is wanneer hij actief begint te schrijven. In 1951 overlijdt hij.
Zijn oproep voor de vrede klinkt nog altijd door, vertelt Ratti. ‘Hij heeft het zelf niet meer mogen meemaken, maar in 2024 heeft de organisatie van overlevenden van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki de vredesprijs gekregen voor de inspanningen voor een kernwapenvrije wereld. Nagai was een groot voorvechter van de vrede en heeft met passie opgeroepen dat zoiets verschrikkelijks nooit meer mag gebeuren. Met de vele oorlogen die nu woeden, is zijn verhaal nog steeds relevant.’
Wat nooit sterft, Sint Josephkerk, iedere zaterdag en zondag van 13:00 tot 15:00 t/m 5 oktober.
