Achtergrond
‘Waar doen we het voor’, vraagt Simon van Teutem zich op de Zuidas af
Wat zou er gebeuren als talentvolle studenten kozen voor hun idealen in plaats van een goedbetaalde baan bij een consultancybureau? Schrijver Simon van Teutem liep ook ooit in de Zuidas-fuik, maar kroop er weer uit. ‘Mijn baas lachte mij uit.’
Lisa Boshuizen
donderdag 18 december 2025
Foto Frank Ruiter
‘Ze willen de wereld veranderen, en die wereld ligt aan hun voeten. Maar uiteindelijk kiezen ze voor de zakelijke dienstverlening’, schrijft politiek journalist en Oxford-promovendus Simon van Teutem in zijn boek De Bermudadriehoek van talent.

Jonge ‘potentiële wereldverbeteraars’ werken volgens hem hard aan hun dromen, maar worden eenmaal op de universiteit meegezogen door een toekomst op de Zuidas en komen terecht bij prestigieuze bedrijven in ‘het bankwezen, management consulting en de zakelijke advocatuur’ waar zij precies het tegenovergestelde doen. Wat een ‘springplank’ naar maatschappelijk betekenisvolle functies had moeten zijn, wordt een gat waar zij (bijna) nooit meer uitkomen.

‘Hoe zou Nederland eruitzien’, vraagt Van Teutem zich af, ‘als al die supergeprivilegieerde en getalenteerde mensen risico’s durfden te nemen, te ondernemen of de politiek in gaan?’

Toen zijn vader ongeneeslijk ziek werd, ontstonden er gesprekken over wat er écht belangrijk is in het leven en dat je niet te lang moet wachten met het waarmaken van je dromen, vertelt Van Teutem. ‘Door zijn ziektebed ben ik ingeënt tegen de gedachte dat je altijd nog morgen kan doen wat je eigenlijk wil.’

Risico

De jacht op talent begint al op de universiteiten, zegt hij. Met uitstekende pitches, elitaire borrels en ‘het belangrijkste product in de rekrutering: de analisten en associates zelf’, weten de bedrijven zich te profileren als het hoogst haalbare. ‘De recruiters zijn magnetische mensen. Als je die op een universiteitscampus zet, loopt iedereen met ze weg. Het zijn mensen tegen wie je opkijkt.’

Volgens Van Teutem valt ook de universiteiten wat te verwijten. ‘Als publiek gefinancierde instellingen zouden zij een evenwichtig beeld moeten geven van wat je na je studie kunt doen. Op dit moment is dat er niet, zeker niet voor de topstudenten.’

Behalve het grote geld spelen ook sociale status en competitiedrang een rol: je kom er niet zomaar binnen, dus als dat wel lukt, wil je die kans niet laten schieten. Dat gold ook voor hemzelf: hij ging aan de slag bij McKinsey. ‘Ik was heel conformistisch en best laf. Ik had heel hard gewerkt om daar een plekje te bemachtigen en alle slimme mensen om mij heen deden hetzelfde. Het voelde risicovol om daar afstand van te nemen.’
‘Ergens vond ik het ook wel kicken: adrenaline is a hell of a drug’
De bedrijven profileren zich als ‘springplank’. Een stage of paar jaar werken betekent volgens hen niet dat je afstand hoeft te doen van je maatschappelijke ambities. Als je eerst een paar jaar ‘je ziel verhuurt’ bij een van de grote kantoren, kan je daarna ergens anders met een hoger salaris en betere positie binnenstromen. ‘Het is een onweerstaanbare belofte voor mensen die het eng vinden om zich te committeren aan één carrièrepad.’

Nee zeggen tegen McKinsey zou betekenen dat ‘die deur permanent wordt dichtgegooid.’ Maar andersom zouden alle wegen nog openliggen, zo luidt de belofte. ‘Als je écht wil, kun je na een paar jaar best een ander pad kiezen.’

Maar door de industrie word je ‘een ander mens met andere prioriteiten.’ Geld is misschien niet de (enige) reden dat mensen komen, maar wel dat ze blijven. Omringd door mensen die een luxe levensstijl nastreven, verandert de perceptie van wat ‘normaal’ is. En zodra je daaraan gewend bent, is het moeilijk om dat op te geven, zeker als de vaste lasten steeds stijgen.

Daarbij lijken de alternatieven minder aanlokkelijk. ‘Een meisje dat ik interviewde heeft echt wel gezocht naar stages en banen in de NGO-sector en overheid, maar is toch een beetje geschrokken van het perspectief op doorgroeimogelijkheden, de kwaliteit van de mensen en hoe ze zichzelf presenteren.’

Dromen najagen

‘Het is echt middelbare schoolwerk’, zegt Van Teutem over zijn stages. ‘Het is heel veel werk, maar geen rocket science. Mensen werken er honderd uur per week, slapen amper en staan volledig in dienst van het bedrijf. Ergens vond ik het ook wel kicken: adrenaline is a hell of a drug. Ik vond het cool dat iedereen ergens gewoon heel hard voor ging.’

Tijdens een stage bij Morgan & Stanley ervoer hij de impact die de doelloosheid van het werk op hem had, schrijft hij. ‘Het probleem is dat mijn hele leven plotseling in dienst kwam te staan van iets wat betekenisloos lijkt.’ In zijn boek schrijft hij: ‘Krankzinnig, denk ik als ik rond middernacht in het verlaten werkhok plukjes haar uit mijn toetsenbord peuter. Hoe ben ik hier beland?’

‘Tijdens mijn stage zag ik mijn vriendin alleen ’s nachts. Je sociale cirkel wordt al gauw je werk.’ En dat is een onderdeel van hoe de bedrijven de ‘jonge werkpaarden’ na ‘de springplank’ bij zich weten te houden.

Mijn ongemak zat hem in het verschil tussen die enorme urgentie en het onduidelijke antwoord op de vraag: “Waar doen we dit nou eigenlijk voor?” Toen ik dat aan mijn baas vroeg, lachte hij me uit. Uiteindelijk waren we gewoon de aandeelhouders van onze klanten aan het verrijken.’

‘Bijna iedereen die ik spreek, herkent mijn verhaal. Heel veel mensen zijn kritisch, dat verbaast mij. Ik had verwacht dat er meer cognitieve dissonanties zouden zijn. Maar er zit toch een groot verschil in theoretisch kunnen reflecteren en daar ook iets mee doen.’

Maar hoe erg het is dat deze jongeren hun dromen niet najagen? ‘Als je kijkt naar de directe impact van de bedrijven als McKinsey, zie je wel degelijk dingen die zorgwekkend zijn. Je wordt er ingeluld door praatjes over sociale impact maar daarna ben je aan het modelleren hoe etnische zuiveringen er in Gaza uit zouden zien. Dat is best wel gestoord.’

Simon van Teutem, De bermudadriehoek van talent, Hoe knappe koppen verdwijnen in betekenisloze banen. Correspondent, 240 pgs, € 22. Theatercollege, Leidse Schouwburg, dinsdag 20 jan 20.15 uur, € 25,50