Achtergrond
Luitenant-generaal Chris Brown onderzoekt bestookte burgerdoelen in Oekraïne
Commandant Chris Brown schoot 36 jaar lang met artillerie op de vijand. Nu onderzoekt hij het onder vuur nemen van burgerdoelen in Oekraïne. ‘Iedereen kent de beelden: de Russen maken geen onderscheid tussen militair en burger.’
Vincent Bongers
donderdag 12 oktober 2023
Schade na een raketaanval op een hotel in Kramatorsk, Oekraïne, 18 september 2022 Foto Tyler Hicks/The New York Times

‘Ik ben ooit tegengehouden door een hogere officier toen ik met kanonnen wilde vuren’, vertelt de Britse luitenant-generaal buiten dienst Chris Brown. ‘In 1982 was ik junior commander van de artillerie tijdens de oorlog met Argentinië om de Falkland- en South Georgia-eilanden. Het Argentijnse garnizoen had zich verschanst in een basis van Britse poolonderzoekers en ik wilde dat gebouw niet kapotschieten. Maar ik wilde wél laten zien dat we genoeg vuurkracht hadden, om de Argentijnen zo te laten schrikken dat ze de witte vlag zouden hijsen.

‘In mijn jeugdige enthousiasme gaf ik het bevel de kanonnen te richten op een verlaten walvisverwerkingsstation en dat dan maar in puin te schieten. Mijn commandant hield me tegen: niet schieten op burgerdoelwitten. Geheel terecht. Ik heb toen maar op een stuk land vlakbij geschoten om te laten zien wat we in huis hadden. Dat werkte: het garnizoen gaf zich over.’

Brown zat 36 jaar in het Britse leger en was als commandant ook betrokken bij missies in onder andere Irak en Afghanistan. Als artillerie-specialist onderzoekt hij al jaren incidenten waarbij burgerdoelen zijn geraakt en burgerslachtoffers vielen, in onder andere Bosnië, Kosovo en Oekraïne. Hadden schutters die doelen kunnen (of willen) vermijden? Brown is een van de sprekers op het congres ‘Artillery Shelling & Targeting in the Context of International Crimes’ in het Wijnhavengebouw in Den Haag.

Legitiem doelwit

Onder artillerie valt niet alleen kanonnen, legt Brown uit. ‘Ik doe ook onderzoek naar raketten en drones. Drones geven de militairen die ze besturen meer mogelijkheden om in te schatten of hun doelwit legitiem is. Je kunt dus scherpere eisen stellen aan het gebruik van drones. Het zou eenvoudiger moeten zijn om burgerslachtoffers te vermijden.’

Als er ergens een beschieting is geweest, gaat Brown indien mogelijk naar de plek toe. ‘Daar bestudeer ik de inslagkraters, fragmentatie van de projectielen, de richting waar ze vandaan kwamen en de afstand die is afgelegd. Zo probeer ik zo goed mogelijk het scenario te schetsen van wat er is gebeurd. Toen ik als militair begon waren er nauwelijks satellietbeelden. Nu zien we veel meer en kunnen die informatie gebruiken. Daarnaast lukt het vaker om communicatie te onderscheppen en is het mogelijk om gesprekken tussen militairen te volgen voor en tijdens een aanval.’

Brown was ook betrokken bij het onderzoek naar de neergehaalde vlucht MH17, waarbij 298 passagiers (onder wie 196 Nederlanders) omkwamen. ‘Mij werd gevraagd of de commandant die de fatale luchtafweerraket afschoot redelijkerwijs kon weten of hij op een militair of een burgertoestel schoot. Ik concludeerde dat dat zeker het geval was. Hij had dat verschil moeten zien.'

Fatale luchtafweerraket

Brown was ook betrokken bij het onderzoek naar de neergehaalde vlucht MH17, waarbij 298 passagiers (onder wie 196 Nederlanders) omkwamen. ‘Mij werd gevraagd of de commandant die de fatale luchtafweerraket afschoot redelijkerwijs kon weten of hij op een militair of een burgertoestel schoot. Ik concludeerde dat dat zeker het geval was. Hij had dat verschil moeten zien.’

Ook is hij adviseur van de Oekraïense overheid over oorlogsmisdaadzaken die voorgelegd worden aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. ‘Ik ben nog niet betrokken bij incidenten die na de Russische inval hebben plaatsgevonden, maar ben zeker bereid om mee te werken.’

Brown is al lang actief in Oekraïne en deed daar onderzoek naar een incident tijdens de oorlog in de Donbas. Op 13 januari 2015 werd in de plaats Volnovakha een Oekraïense bus geraakt door een Russische BM-21-raket. Er vielen twaalf doden. Meerdere raketten waren afgevuurd op een checkpointgebouw op de weg. ‘Op zichzelf was dat al geen legitiem doelwit, want er reden veel burgers op die route. Het checkpoint zelf was een target van ongeveer 100 bij 150 meter. Ik leverde bewijs aan dat deze raketten op een veel groter gebied terecht zouden komen, namelijk een vierkante kilometer. Schade voor burgers was dus onvermijdelijk. En de commandant die de raketten afvuurde moet dat hebben geweten.

‘Ik heb met getuigen gesproken en de inslagkraters bestudeerd. Het checkpoint stond er nog en was onbeschadigd. Het was zover ik kon beoordelen geen militaire positie, maar een gewoon checkpoint. Het was naar mijn idee dus toch al geen redelijk doel om te bestoken.’

Legaal om te beschieten

Nu ligt de zaak bij het Internationaal Gerechtshof, dat moet oordelen of deze raketten legitiem zijn gebruikt. ‘Zowel de Russen als de Oekraïners hebben hun zaak bepleit. Om de zaak zo scherp mogelijk te presenteren aan de rechters zorg ik onder andere voor specifieke berekeningen van de baan van de raketten.’

Het komt ook voor dat schade aan burgerdoelen onvermijdelijk of legitiem is, legt Brown uit. ‘In 2017 gaf ik in Oekraïne advies over een zaak in de stad Avdiivka. Russische troepen hadden Oekraïense gebouwen beschoten. Er was schade aan burgerdoelen. Ik kreeg de vraag of er een basis voor een zaak tegen de Russen was. Dat was niet zo omdat de Oekraïense troepen de gebouwen als defensieve positie gebruikten, en dan is het legaal om deze te beschieten. Een van mijn taken is om bijvoorbeeld aan het Gerechtshof uit te leggen welke “bijkomende schade” legitiem is en welke niet.’

Toch voorziet hij veel zaken tegen Rusland. ‘We kennen natuurlijk allemaal de beelden. De Russische artillerie maakt geen onderscheid tussen burger en militair. Dat was in 2015 ook al zo, en dat is niet veranderd. De NAVO-doctrine verplicht aangesloten landen rekening te houden met burgers als er artillerieaanvallen worden gepland. Rusland kent dat proces niet. Het congres is ook een uitgesproken gelegenheid om met andere experts te spreken over hoe we de Russen kunnen aanklagen en laten veroordelen voor oorlogsmisdaden. Dat moeten we ook blijven doen.’

Artillery Shelling & Targeting in the Context of International Crimes
Symposium
Wijnhaven, Den Haag, zaterdag 14 oktober, 10:00-18:00 u