Wetenschap
Waarom de Maya verdwenen, maar andere gemeenschappen overleefden
Met behulp van big data wil Alexander Geurds archeologische vondsten uit Centraal-Amerika in kaart brengen. ‘Je bent de eerste persoon in eeuwen die iets ziet of aanraakt. Dat is geweldig.’
Marciëlle van der Kraan
donderdag 9 maart 2023

‘Voorheen had je van die stoffige professoren in de archeologie die alles uit hun hoofd wisten’, vertelt Alexander Geurds, archeoloog en vice-decaan van de faculteit Archeologie. ‘Dat is erg knap, maar we gaan het nu wel anders aanpakken.’ De archeoloog is van plan een grote dataset samen te stellen van alle voorwerpen en gebouwen die van Centraal-Amerika tot en met het Andesgebergte in Colombia zijn aangetroffen.

‘Het klinkt heel logisch om alles te documenteren wat er gevonden wordt, maar dat is in de archeologie helemaal niet zo gangbaar. Landen als Panama, Nicaragua en Colombia hebben allemaal hun eigen archeologische geschiedenis. Dat is eigenlijk niet logisch, want die Indiaanse gemeenschappen kenden die landsgrenzen helemaal niet. Dus daardoor gaat mijn onderzoek ook een andere kant op, omdat ik alles verzamel wat er in al deze landen bij elkaar gevonden is.’

Gewaagd idee

Geurds mag zich rekenen tot een van de vier wetenschappers van de Universiteit Leiden die een Vici-beurs heeft mogen ontvangen. Om in aanmerking te komen voor de subsidie – die wel kan oplopen tot 1,5 miljoen euro – is het een vereiste om een vernieuwende onderzoekslijn binnen het wetenschapsveld te bedenken. De archeoloog gaat met big data uitzoeken hoe het kan dat sommige Indiaanse gemeenschappen door de tijd zo stabiel zijn gebleven, terwijl andere zijn verdwenen.

‘Als je denkt aan dit soort gemeenschappen, denk je waarschijnlijk direct aan Maya, Azteken en Inca. Deze hebben vanuit de wetenschap ook verreweg de meeste aandacht gekregen.’ Op zich niet gek, vindt hij, want het waren grote samenlevingen die na verloop van tijd opeens weer verdwenen, in tegenstelling tot veel onbekendere gemeenschappen die door de eeuwen heen wél stabiel zijn gebleven.

Dat laatste is opmerkelijk, vindt Geurds. Want wat is dan bepalend voor hun voortbestaan? ‘Daar heb ik wel een gewaagd idee over. Ik denk zelf dat het te maken heeft de manier waarop die samenlevingen naar de wereld kijken. Die is fundamenteel anders dan de onze. De mens en de natuur zijn in hun ogen onlosmakelijk verbonden met elkaar, terwijl wij ze nog altijd als twee losse dingen zien.’

‘Waar vroeger diepe jungles afgespeurd werden, zijn die nu met een druk op de knop bloot te leggen’

Dankzij nieuwe technologieën zijn in de afgelopen jaren steeds meer archeologische vondsten gedaan in de tropische, zwaar beboste gebieden. Waar voorheen diepe jungles afgezocht moesten worden naar sporen van vroeger leven, worden die nu met een druk op de knop blootgelegd.

‘Aan de hand van miljoenen lasersignalen per minuut kan een bebost gebied in een mum van tijd worden afgezocht. De laser is zo afgesteld dat deze door bladeren en takken van bomen gaat, maar wel reageert op weerstand van het aardoppervlak of steen. Dat zou zomaar de bovenkant van een piramide of tempel kunnen zijn.’

De technologie zelf is niet per se nieuw. Zo gebruikt Tesla het al jaren om geautomatiseerd rijden mogelijk te maken, waardoor auto’s niet op elkaar botsen. Toch werd LIDAR, zoals de techniek heet, lange tijd nog niet gebruikt in de archeologie. ‘Dat komt doordat het zo verschrikkelijk duur is. Nu wordt het steeds betaalbaarder en ook steeds beter. Tegenwoordig is de technologie zelfs zo geavanceerd dat we gebieden met drones kunnen doorzoeken. Het probleem is alleen dat in een land als Nicaragua ieder vliegend voorwerp wordt gezien als een militair spionageapparaat. Zeker als het door een westerling bestuurd wordt, dus om daar LIDAR-apparatuur te importeren wordt heel lastig.’

Militair spionageapparaat

Hoewel de technologie beter betaalbaar is, blijft archeologisch onderzoek ‘ontiegelijk duur’, klaagt hij. ‘Zonder deze Vici zou ik dit onderzoek niet kunnen doen.’ Volgens hem moet je geluk hebben om zo’n beurs in de wacht te slepen. ‘Soms vindt de ene commissie je leuker dan de ander. Ik heb al eerder meegedaan voor deze subsidie en toen werd ik er gewoon uitgegooid. Daarom denk ik nu echt niet: kijk mij nou eens. Dat is niet reëel en ook geen leuke houding. Ik heb wel meteen mijn moeder gebeld en die was erg trots.’

Nu gaat hij op zoek naar een team om hem bij te staan: ook studenten neemt hij mee richting de jungle. ‘Die hebben nog geen idee hoe al dat veldwerk gaat zijn. Je komt jezelf namelijk altijd ontzettend erg tegen. Sommige studenten zijn in eerste instantie ontzettend enthousiast, maar komen erachter dat ze er eigenlijk helemaal niks aan vinden. Anderen zijn in het begin lauwwarm, maar ervaren de tijd van hun leven.’

Uiteindelijk draait het voor de onderzoekers allemaal om dat euforische gevoel dat een archeologische ontdekking met zich meebrengt. ‘Je bent de eerste persoon in eeuwen die iets ziet of aanraakt. Dat is geweldig. Ik ben eigenlijk niet zo van de slogans van Leiden, maar “een plek om de wereld te ontdekken”, daar zit wel iets in.’

Wat politici van archeologen kunnen leren

‘Archeologie geeft de beste inzichten in de manier waarop menselijke samenlevingen zich op de lange termijn ontwikkelen’, zegt Alexander Geurds. ‘Politici zijn het meest geïnteresseerd in de eerstvolgende vier jaar, want dat is de termijn van hun ambt. Maar kwesties als klimaatverandering vinden plaats over tientallen jaren, zo niet eeuwen. Dat is de termijn waar archeologen naar kijken.’

Vooralsnog worden archeologen niet uitgenodigd om deel te nemen aan politieke discussies. ‘Ik snap dat echt niet’, verzucht de wetenschapper. ‘Dat bijvoorbeeld de zeespiegel gaat stijgen wordt al jaren geroepen, maar dat is in het verleden ook gebeurd. Kijk maar naar 12.000 jaar geleden toen de zeespiegel met 100 meter steeg. Toen verdwenen hele kustlijnen en de Noordzee was daarvoor nog een droog stuk land. Dat land zijn we nu ook allemaal kwijt. Alleen archeologen houden rekening met dit soort patronen, omdat wij kijken naar het verleden zodat we daar in het heden van kunnen leren.’

Om de vraag waarom hij zelf de politiek niet in gaat, moet Geurds lachen. ‘Dan zou ik mee moeten doen aan die politieke spelletjes en daar heb ik geen zin in.’ Toch hoopt hij dat andere archeologen zich er wel aan zullen wagen, al betwijfelt hij of die droom werkelijkheid zal worden. ‘Dat komt helaas door het imago van archeologie. Altijd als ik over mijn werk vertel, vindt iedereen het boeiend of vertellen ze dat ze vroeger ook archeoloog wilden worden. Tot ze bij zinnen kwamen en iets anders gingen doen waar ze daadwerkelijk een baan mee konden vinden.’

Archeologie wordt volgens hem nog te veel als een ‘onschuldige’ discipline gezien. Dat is zonde, vindt hij. ‘Sommige archeologen zeggen dan dat we naar het verleden moeten kijken en daardoor alle problemen van het heden kunnen oplossen. Dat gaat natuurlijk ook weer niet gebeuren, maar we kunnen zeker bijdragen aan de huidige maatschappelijke discussies.’

Nog drie Vici’s voor Leidse wetenschappers

Alexander Geurds is niet de enige Leidse onderzoeker met een Vici-beurs. Zo heeft Ellen de Bruijn van de faculteit der Sociale Wetenschappen deze subsidie gewonnen voor haar neurocognitieve onderzoek naar de hormonale veranderingen van vrouwen van de puberteit tot menopauze. Mariska Kriek van de Sterrewacht kreeg de beurs voor haar onderzoek naar het ontstaan van sterrenstelsels. Hermelijn Smits van het Leids Universitair Medisch Centrum gaat onderzoeken hoe virussen met de hulp van darmbacteriën kunnen worden bestreden.