Wetenschap
Van brein tot brein hoppen
Leidse onderzoekers en oprichters van het Creative Intelligence Lab Max van Duijn (taal- en cognitiewetenschapper) en Tessa Verhoef (AI-wetenschapper) onderzochten op Lowlands hoe doorvertelde verhalen veranderen.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 5 september 2019

Max van Duijn, een doorvertelonderzoek op Lowlands, hoe ging dat precies?

‘Op het festival hebben we een lab gebouwd, waarin we een cel hebben geplaatst. Daarin was een beeldscherm en een microfoon aanwezig. Op dat scherm werd door een acteur een verhaal verteld waarin elementen zaten die pasten bij het decor van Lowlands. Er waren vier verhalen. Eentje ging bijvoorbeeld over twee meiden die bij de koffietent op Lowlands werkten.

‘Het ene meisje schreef haar telefoonnummer op de bekers die ze haar vriendin aan leuke mannen liet uitdelen, waarna ze hoopte te worden geappt door een van die jongens. Maar ze werd juist geappt door een jaloerse vriendin die zich voordeed als jongen, waarna ze in een dixi werd opgesloten, omver werd geduwd en uitwerpselen over zich heen kreeg.

‘Na het verhaaltje werd de bezoekers gevraagd dat verhaal na te vertellen. Dit werd opgenomen, en een volgende proefpersoon kreeg dan telkens de versie van een vorige bezoeker te zien.’

En wat wilden jullie dan weten?

‘Verhalen zijn een heel belangrijke drager van informatie die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Wij zijn geïnteresseerd in hoe die verhalen veranderen als ze van brein naar brein hoppen en een evolutieproces ondergaan.

‘Uit eerder onderzoek weten we dat sociale informatie beter wordt onthouden dan abstracte informatie. Informatie over jaloezie en wraak bijvoorbeeld, zoals in het verhaaltje dat ik net samenvatte, wordt beter doorverteld dan andere stukjes informatie.

‘Wij willen nu bijvoorbeeld nauwkeuriger weten wat sociale informatie geschikter maakt om te beklijven. Daarvoor moeten we nog wel alle data analyseren.’

Is Lowlands wel een geschikte plek voor wetenschappelijk onderzoek?

‘We dachten eerst: als het niks wordt, doen we het elders over. Maar Lowlands bleek juist een heel geschikte plek en heel ecologisch valide, omdat verhalen en roddels in de alledaagse praktijk ook plaatsvinden in een ongecontroleerde omgeving, zoals in de voetbalkantine of de kroeg.

‘Bezoekers die duidelijk iets anders hadden gebruikt dan een paar biertjes, lieten we wel meedoen maar hebben we niet meegenomen in de onderzoeksresultaten. En ook bezoekers die per se in groepjes wilden, hebben we alleen voor spek en bonen laten meedoen.’

Hoe vaak kon een verhaal worden doorverteld zonder dat de waarheid al te veel geweld werd aangedaan?

‘De meeste doorvertelketens zitten tussen de zes en tien personen. Op een gegeven moment sterft het verhaal af: dan wordt er geen verhaal meer verteld, maar een droge opsomming van een aantal dingen die de proefpersoon nog weet.

‘Maar we waren onder de indruk van de mate waarin het verhaal bewaard blijft, zelfs na een keten van acht personen.

‘We zien parallellen in hoe de verhalen veranderden, maar voordat we daar meer over kunnen zeggen moeten we eerst het onderzoek afronden. In totaal hebben ongeveer vierhonderd proefpersonen meegedaan. We zijn met heel veel en goede data thuisgekomen.’