Wetenschap
Corona en de kerk: Urk was de uitzondering
Het beeld dat de kerken tijdens de lockdown overvol zaten is onterecht, betogen historici Tom-Eric Krijger en Paul van Trigt in hun boek Pandemieën en protestanten. ‘Gelovigen worstelden wel degelijk. Wat is solidair: samen bidden of juist afstand houden?’
Anoushka Kloosterman
donderdag 15 december 2022
Een zorgverlener voert actie tegen de fysieke kerkdienst bij de ingang van de Rehoboth Kerk in Barneveld, 25 december 2020. Foto ANP/Remko de Waal

De coronapandemie heeft weinig goeds gedaan voor het imago van religieuze minderheden. Berichten over drukbezochte kerkdiensten in Staphorst en Urk, terwijl de rest van het land in lockdown was, staan gegrift in het Nederlandse collectieve geheugen, al dan niet met bijbehorende woede en verontwaardiging.

Onterecht, vinden historici Tom-Eric Krijger en Paul van Trigt. Want hoewel kerkgemeenschappen gevrijwaard waren van veel coronamaatregelen, hield een overgrote meerderheid zich waar mogelijk aan de regels: ze volgden kerkdiensten online, pasten rituelen aan, toonden zich zoveel mogelijk solidair. En worstelden daar vaak behoorlijk mee.

‘We kennen allemaal het voorbeeld van Staphorst’, zegt Van Trigt. ‘Maar dat is echt een uitzondering.’

Solidariteit

Hun boek Pandemieën en protestanten bundelt onderzoeken – waaronder een paar van studenten – naar Nederlandse protestantse gemeenschappen tijdens pandemieën: niet alleen tijdens de coronacrisis, maar ook tijdens de rampzalige Spaanse griepgolf aan het begin van de vorige eeuw, en de cholera-epidemieën die gedurende de negentiende eeuw door het land raasden.

'In crisistijd groeit de behoefte om schuld te belijden voor volkszonden die Gods toorn wekken'

Het is een afweging tussen geestelijke en lichamelijke gezondheid, zegt Krijger: ‘In de wat orthodoxere hoek groeit juist in crisistijd de behoefte om naar de kerk te gaan, samen te komen, en schuld te belijden – ook namens niet-kerkelijk Nederland, voor volkszonden die Gods toorn gewekt hebben. Tijdens een pandemie voelt dat als een religieuze plicht. Je ziet terug in het boek dat mensen die afzagen van fysieke bijeenkomsten daar erg mee worstelden. Het wortelt in een gemeenschapszin die net zo groot is als in het verleden.’

Van Trigt benadrukt dat de kerkgang voor veel religieuze groepen onmisbaar is. ‘Gemeenschapszin zie je natuurlijk ook bij niet-religieuze groepen. Maar voor religie is de kerkgang essentieel, iets dat móet. Dus een kerk zoekt manieren om daarmee door te gaan, dat is belangrijk om te realiseren.’

Daarnaast hebben religieuze groepen de neiging om de lichamelijke gezondheid te relativeren, zegt hij. ‘Daar zijn tal van voorbeelden van. Omdat men gelooft in een leven na de dood, is de eigen gezondheid betrekkelijk.’

Randverschijnsel

Een discussie van alle tijden, blijkt. Dat gaat niet alleen over wel of niet vaccineren; antivaxers zijn volgens de onderzoekers meer een ‘randverschijnsel’ dat je ook in de negentiende eeuw zag, toen vaccinaties tegen pokken verplicht waren voor schoolgaande kinderen.

De onderzoekers richtten zich meer op de andere potentiële brandhaard: samenkomsten in de kerk. Ook daar zijn de pijnpunten min of meer hetzelfde gebleven, bijvoorbeeld de viering van het heilige avondmaal. Tijdens de coronacrisis zagen veel kerken af van het ritueel waarbij je een wijnbeker deelt. Honderd jaar geleden opperden predikanten tijdens de Spaanse griepgolf om aparte bekertjes te gebruiken, zegt Van Trigt: ‘Toch werd de eenheid en het samen drinken uit een beker belangrijker gevonden dan de lichamelijke gezondheid.’

‘Toen Rutte zei: “Jullie lezen de Bijbel verkeerd”, dacht men: zie je wel, ze pakken onze manier van leven af’

Ook toen de cholerabacterie en het griepvirus nog niet waren ontdekt, besefte men wel degelijk dat de ziektes besmettelijk waren. Desondanks bestond er een eeuwenlange traditie van ‘biddagen’: massale bijeenkomsten om gezamenlijk te bidden voor verlossing. Dat leidde er bijvoorbeeld toe dat, terwijl de Spaanse Griep wereldwijd tientallen miljoenen levens eiste, in heel Nederland mensen op het hoogtepunt van de pandemie bijeenkwamen. Een Leidse kerk zat ‘stampvol, velen konden er niet in’, schreef een inwoner in zijn dagboek.

‘Destijds werd er vanuit de samenleving een oproep gedaan aan de overheid om de kerken vol te laten stromen door een biddag uit te schrijven’, zegt Krijger. ‘Om om Gods erbarmen te smeken, om bekering te vragen, en om schulden en zonden te belijden en hopen dat daarmee de pandemie snel voorbij is. Nu is het omgekeerd: vanuit de samenleving klinkt de roep om de kerken óók te sluiten. Overheden bewegen mee. Tijdens de coronacrisis namen ze in felle bewoordingen afstand van kerkgangers die massaal bijeenkwamen.’

Amateur-theologen

Minister Ferd Grapperhaus en premier Mark Rutte ontpopten zich zelfs tot ‘amateur-theologen’: Grapperhaus – die vrijdag het eerste exemplaar van de bundel in ontvangst neemt – dreigde kerkbezoekers dat ze zich wel moesten verantwoorden aan God. Rutte stelde dat hij ‘altijd in de Bijbel [heeft] gelezen dat het christendom begint met het uitgangspunt dat je niet alleen voor jezelf leeft, maar ook voor de ander’.

Dat is olie op het vuur, denkt Krijger. Zeker in kringen waar al een anti-overheidssentiment heerst. ‘Als Rutte als een dominee zegt: “Jij leest de Bijbel verkeerd”, of Grapperhaus vermanend zegt dat je je moet verantwoorden aan je schepper, denkt men: zie je wel, we worden niet serieus genomen door de overheid. Ze pakken inderdaad onze manier van leven af.’

'In het boek zie je dat reformatorische christenen een “safe space” willen'

Het is een ingewikkelde discussie, zegt Van Trigt. ‘In het boek staat een hoofdstuk waarin je ziet dat reformatorische christenen een “safe space” willen. Omdat ze hun denkbeelden niet terug zien in de maatschappij, richten ze een eigen ruimte in. Daarin liepen ze op bepaalde manier voor op politieke discussies van nu.’

Hij trekt een voorzichtige parallel met Forumland: ook een minderheid die zich niet gehoord voelt en dus een eigen ruimte organiseert. ‘Het gevaar is natuurlijk dat ze zich helemaal afzonderen van de samenleving. Wat gaat daar gebeuren, en moeten we ons daar niet mee bemoeien?’

Al waren samenkomsten van Forum voor Democratie tijdens de pandemie van een heel andere orde dan de kerkdiensten, zeggen de onderzoekers. ‘Dat was voor de ophef, een bewuste middelvinger naar de rest van het land. Dat speelt in de Biblebelt niet. Daar is het eerder: voor ons is dit heilig, dit laten we niet afnemen’, aldusKrijger.

Van Trigt: ‘Ik geef dit voorbeeld om te laten zien hoe ingewikkeld het is. Er is wel een verschil tussen de kerk en een politieke groepering. Godsdienstvrijheid heeft een lange geschiedenis. We zijn als historici voorzichtig met meningen en adviezen, maar als je over godsdienstvrijheid heenstapt: weet wat je doet. We hebben hier heel lang voor gevochten.’

 

Tom-Eric Krijger en Paul van Trigt, Pandemieën en protestanten. De omgang met infectieziekten in protestants Nederland sinds 1800. Presentatie vrijdag 16 december, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam, 13:30 - 17:00