Wetenschap
Terug de misdaad in? Of huisje, boompje, beestje?
Criminelen die hun leven willen beteren, kunnen dat ook echt. Maar ze hebben wel betere hulp nodig, aldus een Leidse promovendus.
Bart Braun
donderdag 31 oktober 2019
Interior de cárcel (Gevangenis van binnen) van Francisco Goya (1794). Het origineel is te bezichtiginen in het Bowes Museum in Engeland.

Toen Wessel zijn vader aanviel met een wapen, had hij al jaren problemen met drank, cocaïne en xtc. Hij had er al heel wat vechtpartijen op zitten, en verdiende daarnaast geld met het dealen van drugs, die hij van zijn vader kon stelen. Op dit punt in zijn leven was Wessel zestien jaar.

In het echt heet Wessel anders. Net als bij de andere 27 veroordeelden die criminoloog Jennifer Doekhie volgde voor haar onderzoek, is zijn naam gefingeerd. Nadat hij de straf voor poging tot moord op zijn vader uitzat, belandde hij als volwassene weer in de gevangenis voor een poging tot doodslag bij het innen van een schuld. Tijdens die straf kwam hij Doekhie tegen.

Doekhies dissertatie, waarop ze vorige maand promoveerde, is onderdeel van een groter onderzoek naar gevangenen en recidive, het Prison Project (zie ook: 'Niet weer de fout in') We geven in Nederland gevangenisstraffen om meerdere redenen, en één daarvan is dat we hopen dat de boeven hun lesje leren en geen misdaden meer plegen. Desistance, heet dat in het Engels, en dat gaat dus verder dan alleen het uitblijven van recidive. ‘Iemand moet zich echt onttrekken uit het criminele leven’, omschrijft Doekhie het. ‘Er verandert als het ware iets in hun hoofd.’

Recidive

Van recidive – die zich een stuk makkelijker laat meten – weten we twee belangrijke dingen. Het goede nieuws: het daalt al jaren. Het slechte nieuws: van de grofweg dertigduizend mensen die elk jaar een Nederlandse gevangenis verlaten, zitten er tienduizend binnen twee jaar alweer vast. Een van de doelen van het Prison Project is onderzoeken hoe dat aantal omlaag zou kunnen.

Doekhie ondervroeg langgestraften die tegen het einde van hun straf aanzaten: hoe zagen ze de toekomst voor zich? Gaan ze terug de criminaliteit in, of hun leven beteren? Als ze een leven zonder misdaad willen, hoe gaan ze dat dan aanpakken? En ze keek wat er vervolgens na de vrijlating gebeurde. Dat ging natuurlijk niet bij alle deelnemers even gemakkelijk. ‘Stalken wil ik het niet noemen, maar een jongen die al heeft gezegd dat hij door zal gaan met criminaliteit, zit niet te wachten op een nieuwsgierige onderzoeker.’

Tien van de ondervraagden wisten al dat ze na vrijlating misdaden zouden blijven plegen. ‘Het levert status op, en ze kunnen voor hun gezin zorgen. Wat ze krijgen uit de criminele wereld, kan de legitieme wereld ze niet geven. Dan lijkt misdaad de enige optie. Je raakt er ook aan gewend om het op die manier te doen.’

'Per maand heb ik minstens zes à zevenduizend euro extra nodig.'

Zonder VOG geen baan

Wessel verwoordde dat in zijn interview als volgt:

‘Als ik een baan krijg, met mijn voorgeschiedenis, verdien ik misschien twaalf, dertienhonderd euro in de maand, maximaal. Mijn vriendin, als ik er eentje krijg, nog eens 1600 euro. Per maand heb ik minstens zes à zevenduizend euro extra nodig. Ik weet hoe ik ben. Als ik uit ga, de stad in… Ik geef al een hoop geld uit aan kleren. Als ik ’s avonds uitga, geef ik ook een hoop geld uit. Minstens zes-, zevenhonderd euro aan drank en drugs per avond.’
Doekhie: ‘Er moet echt iets gebeuren om de verandering in te zetten. Je gaat echt minder verdienen. Degenen die wel voor een ander leven kiezen, hebben het over een andere waarde van geld: “Ik liep altijd in de duurste kleren, maar nu ik er echt voor werk, is het zoveel meer waard.”’

En dan nog, hoe maak je die overstap? Doekhie: ‘Vraag één: waar zie je jezelf over vijf jaar? Antwoord: “Dat heeft nog nooit iemand aan me gevraagd. Het enige waar ik goed in ben, is overvallen plegen.”’ Klinkt als iemand die waardevolle kennis mee kan brengen in de security-sector, toch? ‘Dat kan niet. Je krijgt geen Verklaring Omtrent Gedrag. Zonder dat papiertje mag je niet eens vuilnisman worden.’

De klassieke vuistregel voor reclassering is het belang van de drie W’s: werk, woning en, ehm, een partner. De meeste ondervraagden willen dat ook: huisje, boompje, beestje – al is er dus een gedeelte van plan dat te gaan betalen door bijvoorbeeld drugs te verkopen.

Vrijwilligerswerk

‘Als je echter doorvraagt, dan zijn die idealen heel leeg. Wat houdt het in om een goede vader te zijn, bijvoorbeeld? De meesten hebben, zoals Wessel, geen rolmodellen gehad. Deze groep veroordeelden heeft vaak doelen, maar geen idee hoe die te bereiken.’

Dat biedt mogelijkheden, zou je zeggen. Doekhie eindigt haar proefschrift dan ook met de aanbeveling om gevangenen daarbij te helpen. Er is een cursus ‘vrij verantwoord vaderschap’ die je in de gevangenis kan volgen, maar die steunt nu grotendeels op vrijwilligerswerk. Ook het vergroten van zelfvertrouwen kan helpen om mensen die gemotiveerd zijn om op het rechte pad te blijven, daar ook te houden. Wat hoop biedt: van de groep veroordeelden die tegen Doekhie zei dat ze hun leven zou beteren, lijkt vrijwel iedereen dat ook echt gedaan te hebben.

Alleen: dat waren maar tien van de achtentwintig mensen. ‘In het huidige systeem ligt er veel nadruk op eigen verantwoordelijkheid. Reïntegratie moet je verdienen door goed gedrag. Dat is begrijpelijk, maar het staat totaal haaks op het doel van de straf. De mensen die geen motivatie tonen, die niks willen, dat is wellicht ook de groep die de hulp het meeste nodig heeft, die meer vertrouwen in zichzelf en in het legitieme moet ontwikkelen.’

Ripdeals

En Wessel? Die had moeite zich aan te passen aan het niet-criminele leven buiten en moeite om de trauma’s uit zijn jeugd te verwerken. Hij sloopte een paar maanden na zijn vrijlating zijn enkelband, en ging weer ripdeals doen. Toen hij na een paar maanden werd opgepakt voor een geweldsmisdrijf verwachtte hij minstens twaalf jaar te krijgen. Hij kende de bewakers nog van de vorige keer, en lijkt het wel prima te vinden in de gevangenis: ‘Buiten ben je altijd op de vlucht, en kon ik mijn kinderen niet zien. Het leven is daar moeilijk. Eigenlijk ben ik wel tevreden met hoe mijn leven gaat. Yeah, ik ben gelukkig.’

Jennifer Doekhie
Dimensions of desistance
Promotie: september 2019