Wetenschap
‘Stop met liegen!’ Waarom verdachten valse bekentenissen afleggen
Hoe kan een onschuldige toch een moord bekennen? En wat is de rol van justitie? Criminoloog Linda Geven gaat een Europese databank aanleggen met valse bekentenissen. ‘Het is slechts het topje van de ijsberg.’
Vincent Bongers
donderdag 15 september 2022
Still uit de serie 'Interrogation' van CBS

‘Hé! Kijk me eens aan’, schreeuwt een rechercheur tegen de verdachte. ‘Dit pik ik niet!’ Hij grijpt de man bij zijn arm. ‘Jij was daar op 2 september, jij hebt op de uitkijk gestaan…’
‘Ik was daar niet…’, reageert de verdachte.
Rechercheur onderbreekt hem en brult: ‘Gelul, echt gelul.’

Op 2 september 1998 heeft een man de 63­-jarige Geke van ’t Leven-de Goede tijdens een roofoverval doodgeschoten in haar villa in een bos bij Arnhem. De overvaller wilde een vriendin die op bezoek komt, ook vermoorden. Zij overleefde het echter. De politie arresteert negen mannen, van wie zeven met een Turkse achtergrond.

Zelfmoord in cel

De verhoren die volgen worden opgenomen. Op de 160 videotapes is te zien hoe uiteindelijk een van de mannen langzaam maar zeker onder de druk bezwijkt. ‘Ben jij de moordenaar of niet? Als je baard eraf gaat, ben je precies de man op de compositietekening van de dader’, zegt de verhoorder.

Uiteindelijk legt de verdachte een valse bekentenis af, zal hij later toegeven in de documentairereeks De villamoord van KRO-NCRV. Hij deed het onder andere omdat de rechercheurs maar bleven herhalen dat het voor hem het beste was om te zeggen dat hij op het plaats delict was. Dan zou hij niet voor moord vervolgd worden en een lichtere straf krijgen. Als gevolg van die bekentenis krijgen alle mannen een celstraf. Een van hen pleegt zelfmoord in de gevangenis.

Beeld uit de verhoortapes van de Arnhemse villamoord

‘Dit is een verhoor waar het helemaal misgaat’, zegt criminoloog Linda Geven, die onderzoek doet naar waarom mensen valse bekentenissen afleggen. ‘Hier wordt zelfs fysiek geweld gebruikt.’

Vrijdag spreek de universitair docent op de publieksdag Brein & Recht van het Leiden Institute for Brain and Cognition in de Stadsgehoorzaal. In april kreeg ze een zogeheten Veni-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

‘De politie zegt dat er bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de moord’, vervolgt Geven. ‘Maar er is geen spoor van bewijs. De verklaring van de verdachte bevat allerlei onjuiste details. Op papier lijkt het een sluitend verhaal. Uit de beelden blijkt dat veel zaken niet kloppen.’

Herziening afgewezen

De teamleider van de recherche was overigens dezelfde persoon als bij de Puttense moordzaak uit 1994. Daarin werden twee mannen ten onrechte tot tien jaar veroordeeld nadat zij valse bekentenissen hadden afgelegd. ‘Uiteindelijk is die zaak herzien en zijn de mannen alsnog vrijgesproken. In de Arnhemse villamoord is niet officieel vastgesteld dat het om een gerechtelijke dwaling gaat. Herziening is vooralsnog dan ook afgewezen.’

De aanpak bij de villamoord is een extreem voorbeeld van maximalisatie-aanpak in verhoren, vertelt Geven, die daar in de Verenigde Staten onderzoek naar deed. ‘Agenten vertellen de verdachte dan zaken als: “Een rechter zal het je kwalijk nemen dat je niet meewerkt.”’

Daarnaast is er de minimalisatie-aanpak. Dan proberen de rechercheurs het bekennen zo makkelijk mogelijk te maken door de zaak voor de verdachte te verzachten. ‘Ik heb in de VS een zaak gevolgd over een jongetje dat was overleden op de peuterspeelzaal, waarschijnlijk vanwege bestaand hersenletsel. De leidster bekende echter dat zij het kind had gedood. De agenten zeiden dingen tegen haar als: “Kinderen zijn hartstikke irritant. We snappen dat je dat jongetje hard tegen de grond hebt gegooid. Het maakt allemaal niet zoveel uit, het gaat ons er vooral om de ouders te kunnen vertellen wat er is gebeurd.” Dan lijkt het alsof bekennen niet zoveel consequenties voor je heeft, terwijl er een lange celstraf volgt. Deze vrouw was door de minimalisatie en de impliciete suggestie dat ze geen straf zou krijgen zo overtuigd dat ze na de bekentenis vroeg of ze haar moeder even mocht bellen dat ze voor het eten thuis zou zijn. Nu, dertien jaar later, is zij nog steeds niet thuisgekomen voor het eten.’

Gevoelig voor autoriteit

De verdachten in de villamoord werden soms wel twintig uur achter elkaar verhoord. ‘Ze kregen weinig slaap en dat was ook gekoppeld aan in beperking zitten, dus zonder contact met andere mensen.’ De kans dat een verdachte een valse bekentenis aflegt, neemt hierdoor toe. Er zijn echter meer factoren die een rol spelen. ‘In principe kan iedereen over de streep worden getrokken. Sommige mensen zijn gevoelig voor autoriteit. Zij gaan sneller mee in wat agenten beweren, puur omdat het figuren met gezag zijn. Intelligentie speelt daarin ook een rol. Personen met een lager iq leggen vaker een valse bekentenis af, want ze denken: wat de politie zegt, moet wel waar zijn.’

‘Kinderen zijn hartstikke irritant’, aldus de rechercheurs. ‘We snappen dat je dat jongetje tegen de grond gooide’

Dan is er ook nog de gevoeligheid voor suggestibiliteit, zegt Geven. ‘Mede door vermoeidheid en stress kun je niet meer op je eigen geheugen vertrouwen. Met als gevolg dat je onjuiste informatie van de politie opneemt en die als waar gaat zien.’

Jongeren zijn ook eerder geneigd om valse verklaringen te geven. Hun hersenen zijn nog niet helemaal ontwikkeld. Ze bekennen om uit een bepaalde situatie te komen, zonder dat ze inzien welke consequenties dat op de lange termijn heeft.

De villamoord en ‘Putten’ zijn heel extreme voorbeelden, benadrukt de criminoloog. ‘Het zijn ook allemaal oude zaken. Vanaf 2005, na verschillende andere gerechtelijke dwalingen, zijn er wel wijzingen doorgevoerd in de methoden van de politie.’

Slecht mens

Berucht was de Zaanse verhoormethode die in 1996 officieel is afgeschaft. ‘Die leek op de Amerikaanse Reid-techniek. Bij die methode maken rechercheurs op een specifieke manier een inschatting van de schuld van de verdachte voordat de verhoren echt beginnen. ‘Er is een soort interview met vragen als “Wie ben je? Wat is er gebeurd? Wat denk je?” Dan letten de rechercheurs op lichaamstaal: of verdachten zenuwachtig zijn, wat ze doen met hun handen en waar ze naar kijken.’

Dat geeft snel een verkeerd beeld, aldus Geven. ‘Een onschuldig persoon die door de politie wordt ondervraagd is vaak hartstikke nerveus. De rechercheurs geven de verdachte ook maar twee mogelijkheden. Namelijk: je bent schuldig omdat je een slecht mens bent. Of het was een ongeluk. De derde optie: “Ik heb het niet gedaan”, noemen ze zelf niet. Als je onschuldig bent, moet je daar zelf mee op te proppen komen. Maar als je daar niet in slaagt, dan kies je maar voor de minste van de twee kwaden: een ongeluk.’

In Amerika leefde het idee heel sterk dat onschuldige mensen niet bekennen. ‘Daar is men na veel kritiek inmiddels wel wat op teruggekomen, al wordt de Reid-methode nog veel gebruikt.’

De verdachten in de Arnhemse villamoordzaak

Die verandering van inzicht komt ook door de inzet van het Innocence Project, een organisatie die ten onrechte veroordeelden probeert vrij te krijgen, en door het oprichten van het National Registry of Exonerations. Dat is een database van zaken van ten onrechte veroordeelden die zijn vrijgepleit.

‘We maken gebruik van ware bekentenissen van de FBI en valse uit de database van het Innocence Project om uit te zoeken of daar verschillen in zitten wat betreft linguïstiek. Zitten er in valse bekentenissen bijvoorbeeld meer opmerkingen als: “Ik denk dat”? Geeft iemand met daderkennis meer details? Kun je die kennis gebruiken om de betrouwbaarheid van verklaringen in te schatten?’

Naast de Veni-beurs heeft Geven ook een subsidie van het Leids Universiteits Fonds gehad. ‘Daarmee ga ik met twee collega’s een Europese databank opzetten die vergelijkbaar is met het Registry of Exonerations. Dan kunnen we zien hoe vaak het misgaat, hoe dat komt, en wat we daaraan kunnen doen. Al zijn de geregistreerde gevallen slechts het topje van de ijsberg.’

Dader loopt vrij rond

Elke valse bekentenis is er een te veel, aldus Geven. ‘We willen uiteraard niet dat een onschuldig persoon vast komt te zitten. De dader loopt dan ook nog eens vrij rond en het vertrouwen in de rechtspraak neemt door de dwalingen ook af.’

Goed verhoren is dan ook heel belangrijk. ‘Het doel van een verhoor is om informatie te verzamelen, níet om een bekentenis te verkrijgen. Wat ik in ieder geval zou aanraden is dat elk verhoor wordt opgenomen. Dat zorgt voor meer aandacht bij de politie, en voorkomt dat er ongewenste methoden worden gebruikt.

‘En stel open vragen die niet suggestief zijn. Wat is er gebeurd volgens de verdachte? Daarna kun je eventueel bewijs introduceren dat niet strookt met datgene wat eerder is verklaard. Als je verdachten daarmee confronteert en ze hebben er vervolgens geen uitleg voor, ben je een stap verder.’

Publieksdag Brein & Recht van het Leiden Institute for Brain and Cognition, vrijdag 16 september, Stadsgehoorzaal, vanaf 08.45 uur (evt. ook via livestream)

Kun je zien of iemand liegt?

‘Er zijn geen standaard non-verbale signalen waaruit blijkt dat iemand liegt’, zegt criminoloog Linda Geven, die veel onderzoek heeft gedaan naar het detecteren van leugens. ‘Het is niet zo dat iemand die niet de waarheid spreekt altijd aan zijn neus friemelt of omlaag kijkt. Was het maar zo makkelijk.

‘Als je mij vraagt: “Liegt deze persoon”, kan ik dat net zo slecht inschatten als ieder ander. Ik ben misschien zelfs minder zeker van mijn beslissing dan een leek, omdat ik er onderzoek naar heb gedaan.
‘Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat agenten vaker veel zekerder zijn over hun vermogen om een leugen te detecteren dan leken. Terwijl de agenten niet vaker gelijk blijken te hebben. Het kan heel link zijn als je denkt goed te kunnen inschatten of iemand de waarheid spreekt.’

Toch kan het lichaam van een verdachte wel degelijk aanwijzingen geven. ‘Als je beelden van verschillende moordwapens aan iemand laat zien, kun je best betrouwbaar meten of deze persoon de juiste herkent. De hoogte van de hartslag of de hoeveelheid zweet in de handen van een persoon kun je detecteren. Bij herkenning is er een fysiologische reactie. Je schrikt en dan doe je vervolgens net alsof je het beeld niet herkent. Die piek en de daarop volgende daling kun je meten. Dit soort technieken worden alleen in Japan in de praktijk gebruikt.’

Geven weet niet of we deze technieken ooit in Nederland gaan toepassen. ‘Gaat deze aanpak bijvoorbeeld niet in tegen het zwijgrecht? Kun je iemand verplichten om aan zo’n test mee te doen? Weigeren geeft weer een beeld dat een persoon mogelijk iets te verbergen heeft. Het kan dus ook gevaarlijk zijn.’