Wetenschap
Holocaust-onderzoekers worden gehaat en belaagd door de Poolse staat
Bij hun onderzoek naar de rol van Polen in de Holocaust worden Barbara Engelking en Jan Grabowski voortdurend dwarsgezeten door de Poolse overheid. Vrijdag geven de historici de Cleveringa-oratie. ‘De haat is heftig, maar het houdt ons niet tegen.’
Vincent Bongers
donderdag 25 november 2021
Liquidatie van het getto in Warschau in 1943.

'Alles dat ik schrijf, houd ik voor publicatie drie keer tegen het licht. Elke zin kan een rechtszaak veroorzaken. Overal waar ik kom, denk ik twee keer na over wat ik ga zeggen. Want bij lezingen en andere publieke optredens zijn medewerkers van Poolse autoriteiten aanwezig die in de gaten houden wat ik vertel. Soms bemoeien ze zich ook met de discussie.’

De staat is zo geïnteresseerd in historicus Jan Grabowski omdat hij samen met socioloog Barbara Engelking al decennia onderzoek doet naar de Holocaust in Polen. Daarbij richten ze zich vooral op de rol van Poolse burgers, agenten en soldaten in de massamoord op de Joden. Hun onthullingen vallen bijzonder slecht bij de rechtsnationalistische regering van de Recht en Rechtvaardigheid-partij (PiS). Die probeert de twee onderzoekers zoveel mogelijk tegen te werken. Dat betekent dat ze te maken krijgen met door de overheid ingestoken negatieve recensies, haatcampagnes en zelfs rechtszaken.

Vrijdag geven ze samen de Cleveringa-oratie. ‘Misschien luisteren er ook dan wel Poolse diplomaten mee’, zegt Grabowski lachend via een Teams-verbinding. ‘Dat zou mooi zijn, dan leren ze tenminste nog wat.’

Zware kwestie

‘De Polen beseffen heel goed wat er tijdens de oorlog is gebeurd’, zegt Engelking, die telefonisch aansluit bij het gesprek. ‘Dat blijkt uit de foto’s, boeken en gedichten. Ze weten het. Joden werden afgeperst, verraden, aangegeven en vermoord.’

Grabowski: ‘Er woonden voor de Tweede Wereldoorlog 3,3 miljoen Joden in Polen. Het was de grootste Joodse gemeenschap in Europa. Nederland was de meest dodelijke plek in West-Europa: 75 procent van de Joden die er woonden zijn vermoord. In Polen is dat 98,5 procent.’

Maar diepgravend academisch onderzoek was er lange tijd niet. ‘Dat kwam omdat niemand deze zware kwestie wilde oppakken’, aldus Grabowski. ‘De communisten bleven er liever van weg. Die wilden de Polen niet nog meer vervreemden van de partij.’

Beide hoogleraren zijn tijdens het interview nog in Polen bezig met hun onderzoek. ‘Ik zit in een auto op een parkeerplaats bij het Staatsarchief in de stad Lublin’, zegt Grabowski, die in 1988 naar Canada emigreerde en nu hoogleraar geschiedenis is aan de Universiteit van Ottawa. Engelking is oprichter en directeur van het Poolse Centrum voor Holocaust-onderzoek van het Instituut voor Filosofie en Sociologie in Warschau. ‘Ik ben thuis en ga over een half uur een tentamen afnemen.’

Een repressieve overheid is voor hen geen onbekend fenomeen. Beiden waren ze in de jaren tachtig actief voor de vakbondsbeweging Solidarność die zich verzette tegen de communistische regering.

Kinderen in het getto van Warschau

Het is op zich niet lastig om onderzoek te doen naar de Holocaust, vertelt Engelking. ‘We kunnen bij de archieven, hebben toegang tot documenten, dat is niet veranderd. Maar het is wel lastig om een Holocaustwetenschapper te zijn. De publieke haat tegen ons is heftig. Die wordt aangewakkerd door een regering die het in stand houden van de mythe van de Poolse onschuld als speerpunt van het beleid heeft.’

De nationalisten zijn er enorm op gebrand om wat zij zien als de waardigheid en de goede naam van Polen te bewaken, legt Grabowski uit. ‘De verdediging daarvan staat centraal in hun programma. Zo paaien ze hun electoraat. Ik denk dat 90 tot 95 procent van de Polen het niet leuk vindt wat wij doen. Wetenschappers aanvallen is dan ook een veilige strategie voor de nationalisten. Oké, het komt ze op kritiek te staan uit het buitenland, maar hun gedachte is: wie kan het buitenland nou schelen? Het is makkelijk punten scoren, maar we moeten onszelf niet voor de gek houden.’

In 2018 kwam er zelfs een Holocaust-wet. Polen beschuldigen van medeplichtigheid aan de Jodenvervolging werd strafbaar. ‘Je mag ook niet spreken van “Poolse vernietigingskampen”, niet dat iemand met enig gezond verstand ze zo noemt trouwens. Onlangs schreef ik dat de vernietigingskampen er niet waren om Polen maar om Joden te vermoorden. Dat is gewoon zo. Dat werd gerapporteerd bij de autoriteiten als het besmeuren van de goede naam van Polen, en dat is strafbaar. Dat is gewoon gestoord.’

Wilde honden

In 2018 sloeg de vlam echt in de pan. Toen verscheen het boek Night without End. In dit onderzoek, onder redactie van Engelking en Grabowski, wordt minutieus beschreven hoe het Joden vergaat die naar het platteland zijn gevlucht nadat de nazi’s de bewoners van getto’s in de grote steden hebben geliquideerd. Ze worden massaal verraden, uitgebuit en er zijn Jodenjachten. Slechts een kleine minderheid zal de oorlog overleven.

Toen Night without End verscheen kwam er een lastercampagne op gang. ‘Er verscheen een recensie van een team van het Instituut van Nationale Herdenking, als je het de kwalificatie recensie kunt geven’, vertelt Engelking. ‘De staat heeft een groep van hun werknemers gemobiliseerd en als wilde honden op ons losgelaten’, zegt Grabowski. ‘Noem ze geen historici, want ze doen geen onderzoek naar iets waar ze zelf voor hebben gekozen. Dit zijn mensen die politieke orders opvolgen.’

Engelking: ‘In een uitgebreide reactie hebben we aangetoond dat hun beschuldigingen voor het grootste gedeelte niet klopten.
Grabowski: ‘Later kwamen we tot de conclusie dat een weerwoord publiceren geen zin had. Wij hebben ook onze waardigheid als academici. We doen graag mee aan een intellectueel debat, maar deze mensen zijn niet geïnteresseerd in argumenten.'

‘Ze loeren op kleine foutjes en proberen onze reputatie te ruïneren’

Engelking: ‘Ze loeren op heel kleine foutjes, vallen ons aan en proberen onze reputatie te ruineren.’

‘Als je bij een citaat één aanhalingsteken vergeet, ben je meteen een fraudeur’, zegt Grabowski.

Het bleef niet bij haatcampagnes en lasterlijke recensies. In een hoofdstuk geschreven door Engelking beweert een vrouw in een getuigenis dat Edward Malinowski, burgemeester van het plaatsje Malinowo, de nazi’s naar 22 Joden had geleid die zich verstopt hadden in het bos. Met als gevolg dat zij werden vermoord.

De bejaarde nicht van Malinowski stapte naar de rechter. Niet alleen de burgemeester maar heel Polen werd belasterd door de auteurs, was de aanklacht. Er moesten excuses komen. ‘Die hele zaak is van A tot Z ingestoken door de organisatie Polish League Against Defamation, die deels wordt gefinancierd door de overheid’, vertelt Grabowski.

Bedreigingen

‘De invloed van de staat was tijdens de zaak voortdurend zichtbaar. De minister van Justitie juichte op Twitter toen we in eerste instantie werden veroordeeld en zette de rechter in het hoger beroep onder druk. De chef van de Poolse geheime dienst uitte bedreigingen tegen ons. Het was ongelooflijk.’ Engelking en Grabowski wonnen desondanks het hoger beroep.

‘Natuurlijk zijn er nog onafhankelijke rechters in Polen’, verzucht Engelking. Grabowski: ‘Het is echter wel heel link als je moet vertrouwen op hun persoonlijke moed en integriteit. Het wordt rechters heel moeilijk gemaakt door de staat. Ze worden geschorst of zelfs ontslagen als ze zich onafhankelijk opstellen. Er spelen nu nog twee rechtszaken rond mij. Ik moet maar het geluk hebben dat ik een rechter tref die zijn carrière wil riskeren om een onafhankelijk oordeel te vellen.’

Engelking: ‘Ik heb geen rechtszaken lopen… op dit moment dan.’

Grabowski: ‘Ik heb een civiele procedure lopen tegen de Polish League Against Defamation, die hebben geprobeerd de Universiteit van Ottawa zover te krijgen mij te ontslaan. Ik wacht al drie jaar op de rechtszaak, want geen rechter wil die behandelen. Er loopt ook nog een gerechtelijk onderzoek tegen mij. Ik zou de goede naam van de Poolse natie weer eens besmeurd hebben. Het verhaal gaat voortdurend door.’

Plicht aan slachtoffers

De constante druk heeft impact op zijn familie, zegt de historicus. ‘Mijn moeder is heel oud en zij is best bang. Het is niet dat er iets boven het hoofd hangt, maar de sfeer is natuurlijk niet goed. Dat heeft invloed op haar.’

Ondanks de felle tegenstand gaan de twee hoogleraren verder met hun werk. Engelking: ‘Onderzoek naar de Holocaust is het voornaamste doel in mijn leven. Haat en de staat kunnen ons niet tegenhouden. We hebben de morele plicht om dit te doen. Wel probeer ik af en toe plaatsen op te zoeken waar ik wat afstand kan nemen van het onderzoek. Tuinieren is voor mij een manier om los te komen.’

Grabowski: ‘Ik blijf dit doen zolang ik het psychisch vol kan houden. Het kan niet anders. Het is een plicht aan de slachtoffers. Het onderwerp zelf is zwaarder dan de staat die je dwars zit. Die combinatie kan je soms wel te veel worden.’

Het ziet er voorlopig niet naar uit dat de PiS de macht gaat verliezen. ‘Hoe langer deze partij het voor het zeggen heeft, des te lastiger het voor ons wordt. Deze regering is een totale ramp. Ik ben erg pessimistisch als het gaat om verandering. De boodschap dat Polen beschermd moet worden, slaat nu eenmaal bij heel veel mensen aan. Ik zie andere meer gematigde partijen trouwens ook niet zomaar het beruchte Instituut voor Nationale Herdenking sluiten. Dat zou echter wel moeten.’

Engelking: ‘Ik hoop dat er snel verandering komt en ben iets optimistischer dan Jan.’

Grabowski: ‘Er is een gezegde: “Een pessimist is een optimist die goed geïnformeerd is”. Tot nog toe, en ik zeg dit niet graag, heb ik helaas steeds gelijk gekregen.’


Barbara Engelking en Jan Grabowski, Cleveringa-oratie, vrijdag 26 november, Academiegebouw, 14:00 u.