Wetenschap
Niet iedereen is blij met de terugkeer van de bever
Eeuwenlang waren bevers in Nederland van groot belang voor bewoners, beesten en ecosystemen, ontdekte archeoloog Nathalie Brusgaard. Al leidt de rentree van het dier tot discussie.
Marciëlle van der Kraan
donderdag 2 november 2023
Foto Per Harald Olsen (CC BY 2.0 DEED)

‘Tijdens mijn onderzoek naar archeologische vindplaatsen uit de steentijd, viel me telkens op dat bevers in forse aantallen voorkwamen’, vertelt archeoloog Nathalie Brusgaard. ‘Dat vond ik enorm interessant, aangezien nog bijna niemand daarover had geschreven en we amper beeld hebben van de rol van de bever in die tijd.’

Wat blijkt? Bevers maakten een veel groter deel uit van het menselijk dieet en landschap in Noord-Europa dan gedacht. ‘Ze zijn best groot en leveren bijna net zoveel vlees op als een ree. Hun waterdichte pels werd voor allerlei kleding gebruikt. Tanden en kaken werden gereedschap voor houtbewerking. Mensen profiteerden ook van het geknaag van de bever, die als een soort gratis houthakker werd gezien.’ Bevergeil - afkomstig uit de klier die zich tussen de anus en de geslachtsdelen bevindt – gold als medicijn, en wordt nu soms nog gebruikt voor parfum en als smaakmaker in roomijs, cake en koekjes.

natuurbeheerder

Je kunt de bever met zijn graaf-, bouw- en knaagactiviteiten als een soort natuurbeheerder zien, vindt Brusgaard. ‘Als de waterweg niet loopt zoals een bever wil, dan past hij het aan naar wens. Zijn burcht moet een ingang onder water hebben, maar hij moet wel droog kunnen slapen. Om dat waterpeil te reguleren, bouwen bevers dammen.’

Dat trekt weer andere diersoorten aan die daarvan profiteren. ‘Vissoorten kunnen veilig paren, waarvan de otter weer profiteert. Wilde zwijnen nemen graag modderbaden in bevermeren. Door de omgeknaagde bomen ontstaat er ruimte in het bos voor nieuwe bomen en in het dode hout van de oude bomen kunnen ook weer allerlei organismen leven.’

Brusgaard vermoedt dat jagers-verzamelaars volop profiteerden van de rijke biodiversiteit die bevers schepten. ‘Op die vindplaatsen zijn ook veel sporen van otters, wilde zwijnen, snoeken, baarzen, karpers en allerlei soorten watervogels. We denken dat mensen in de steentijd bewust in dit soort beverlandschappen gingen wonen. Ze wisten toen al welke voordelen bevers met zich meebrengen.’

‘Mensen profiteerden van het geknaag van de bever, die als een soort gratis houthakker werd gezien’

Samen met Deense collega-archeoloog Shumon Hussain onderzocht Brusgaard datasets van opgravingen in Nederland, Zuid-Scandinavië, het Baltisch gebied en Rusland. ‘We zien dat mensen overal ook na de opkomst van landbouw op bevers blijven jagen. Uiteindelijk sterft de bever overal uit, behalve in het Baltisch gebied en Rusland.’

Door overbejaging en het verlies van habitat verdwijnt de bever in 1826 uit Nederland. ‘Mensen trokken verder bevergebieden in en gingen daar steeds meer bouwen. Gelukkig kwam men tot de realisatie dat de bever de sleutel is voor een gezond ecosysteem en werd in 1988 een programma opgezet om de bever in Nederland te herintroduceren.’ Dat lijkt succesvol: naar schatting leven er nu meer dan vijfduizend bevers.

Schade

Al is niet iedereen daar blij mee. ‘Boeren kunnen last krijgen van overstromingen op hun akker door de dammen. Laatst had een bever een tunnel gegraven onder een treinspoor. Dat werd gelukkig op tijd ontdekt, want anders had een trein kunnen ontsporen.’

De Unie van Waterschappen berichtte dat bevers in 2021 meer dan 2 miljoen euro schade hebben veroorzaakt aan de waterkeringen. De overlast dreigt uit de hand te lopen, waarschuwt De Unie.

Afschieten

Dat leidt tot discussie: moet de bever weg uit Nederland? ‘Ik denk dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Er wordt al gekeken naar hoe we probleembevers kunnen ontmoedigen zich te vestigen bij treinsporen en andere plaatsen waar ze voor overlast zorgen. Je kunt ook kijken of je wolven de populatie van bevers kunt laten beheersen. Afschieten lijkt me een laatste redmiddel, want wanneer je de ene bever afschiet, komt de volgende gewoon weer.’

Met haar onderzoek hoopt Brusgaard bij te kunnen dragen aan deze discussie. ‘Ik wil dat mensen zien dat de bever veel gunstige effecten heeft op zijn omgeving. Archeologen kunnen niet met de oplossing komen, maar we kunnen wel laten zien hoe bevers duizenden jaren deel uitmaakten van het Nederlandse landschap en dat hopelijk de komende duizenden jaren weer zullen doen.’