Wetenschap
Het strafrecht kan klimaatverandering helpen tegengaan
Zitten vervuilers in de toekomst in het beklaagdenbankje? Sjoerd Lopik onderzocht de rol van strafrecht in de strijd tegen klimaatverandering.
Mark Reid
donderdag 11 september 2025
Klimaatprotest op de A12, maart 2023. Foto Taco van der Eb

‘Van alle crises die op dit moment spelen is de klimaatcrisis misschien wel de grootste’, vertelt Sjoerd Lopik, promovendus en advocaat. Volgens hem moet een dusdanig zorgwekkende crisis worden bestreden met elk mogelijk middel. Dus ook het strafrecht.

‘Voordat ik mijn proefschrift ging schrijven deed ik als advocaat veel zaken voor het bedrijfsleven die met strafrecht te maken hadden. Ik zag allerlei delicten voorbijkomen: omkoping, witwassen, valsheid in geschrifte. 

‘Tegelijkertijd maakte ik me zorgen over klimaatverandering. Het viel me op dat ik dat in mijn praktijk nóóit tegenkwam. Toen heb ik een artikel geschreven over de mogelijkheden van het strafrecht om klimaatverandering tegen te gaan. Daarna had ik daar nog zoveel vragen over dat het eigenlijk uit de hand is gelopen en een proefschrift is geworden. 

In mijn huidige praktijk als advocaat sta ik verschillende belangenorganisaties bij die voor een ambitieuzer klimaatbeleid opkomen.’
Dat soort clubs maken vaak gebruik van het recht om hun doelen te bereiken. Zo slaagde actiegroep Urgenda erin om een rechtszaak tegen de staat te winnen waarin werd afgedwongen dat Nederland de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25 procent moest terugschroeven ten opzichte van 1990. Milieudefensie voerde een gedeeltelijk succesvolle zaak tegen Shell om emissies terug te dringen.
Toch maken deze organisaties nauwelijks gebruik van strafrecht om hun doelen te behalen. ‘Bestuurs- en privaatrecht hebben ook hun sterkte punten’, aldus Lopik. ‘Zo kunnen bestuursrechtelijke handhavers vaak veel sneller optreden door bijvoorbeeld een last onder dwangsom op te leggen. Daarnaast hebben die bestuursrechtelijke toezichthouders zoals de Nederlandse Emissieautoriteit specialistische kennis die nodig is om klimaatwetten te handhaven.’

In hoeverre is de uitstoot van één fabriek de oorzaak van het smelten van de poolkappen?

‘Je kan je afvragen of het aan die belangenorganisaties moet zijn om zaken aan te kaarten. Hier is ook een rol weggelegd voor de staat die erop moet toezien of bedrijven zich aan hun verplichtingen houden. Voor de meest verregaande overtredingen is het bestuursrecht soms niet genoeg. In de ernstigste gevallen is een juridisch middel nodig waarmee je sancties zoals gevangenisstraffen of taakstraffen kan opleggen, en dan kom je bij het strafrecht uit.’

Het klimaatprobleem is zo groot dat je geen kans onbenut mag laten, betoogt Lopik. Je zou in ieder rechtsgebied moeten onderzoeken wat mogelijk is. Daarnaast wordt strafrecht meer dan andere rechtsgebieden geassocieerd met een gedragsveranderende werking. En gedragsbeïnvloeding is precies wat nodig is om klimaatverandering tegen te gaan.

‘Op het gebied van klimaat bestaat veel morele verontwaardiging. En naarmate de gevolgen ernstiger worden, zal men misschien vaker naar het strafrecht kijken om gestalte te geven aan die verontwaardiging. Overheden hebben bijna geen krachtiger middel om uit te drukken dat bepaald gedrag moreel verkeerd is dan het strafrecht.’

Wat vervolging in klimaatzaken lastig maakt, is het feit dat er in het strafrecht vaak een duidelijk verband moet zijn tussen daad en het gevolg. Bij kleinschalige milieudelicten is dat nog enigszins duidelijk. Wie een vat olie in een natuurgebied dumpt, is strafbaar. Maar op klimaatniveau worden de causale verbanden al snel een stuk ingewikkelder. 

In hoeverre is de uitstoot van één bepaalde fabriek de oorzaak van het smelten van de poolkappen? Als je vandaag bruinkool stookt, ben je dan al medeplichtig aan een heftige hittegolf morgen, ook al is die het gevolg van jarenlange opbouw van broeikasgassen? En misschien is de uitstoot van een enkel persoon niet voldoende om een klimaatramp te veroorzaken, maar die van duizenden personen samen wel? Is die ene persoon dan nog steeds strafbaar? 

‘Overheden hebben bijna geen krachtiger middel om uit te drukken dat bepaald gedrag moreel verkeerd is dan het strafrecht’

Om daarin duidelijkheid te scheppen moet de wetgever volgens Lopik normen stellen om te bepalen welke mate van uitstoot acceptabel is. Die normen beginnen al vorm te krijgen. ‘De EU heeft zich met de Green Deal ten doel gesteld om in 2050 het eerste klimaatneutrale continent te zijn. In het kader daarvan zijn er inmiddels meer dan 150 wetten en projecten ontstaan, voornamelijk gericht op het bedrijfsleven. Die gaan bijvoorbeeld over bepaalde fabrieken, over de emissies van auto’s of over de energie-efficiëntie van gebouwen. 

‘Als de EU zulke wetten maakt, is de Nederlandse overheid vaak verplicht om deze te implementeren. Op dat moment kan de staat kiezen om die overtredingen op te nemen in het strafrecht. Bij een groot aantal daarvan is dat intussen ook gebeurd.’

Dat er al mogelijkheden zijn om klimaatproblemen via het strafrecht aan te pakken betekent niet dat het al gebeurt. En dat is grotendeels te wijten aan een gebrek aan politieke wil. ‘Waar het er in Nederland aan schort, is dat de milieuhandhaving ontzettend achterloopt. Soms is het zo simpel dat er gewoon te weinig mensen werken bij de handhavingsdiensten. Daar is inderdaad politieke wil voor nodig. Die is er zo nu en dan geweest, maar de investeringen in de handhaving waren telkens te klein om de achterstanden weg te werken.’

Ondanks de mogelijkheden van het strafrecht die Lopik in zijn proefschrift schetst, eindigt hij met een matigende opmerking. Strafrecht is nuttig om het klimaatprobleem mee aan te pakken maar het is geen panacee.

‘Als je de hele tijd bezig bent met het strafrecht en klimaatverandering, dan kun je het idee krijgen dat strafrecht in zijn eentje de wereld kan redden. Maar hoe graag ik dat zou willen, dat is helaas niet het geval. Er is geen enkele technologische ontwikkeling, geen enkele wet, geen enkel rechtsgebied dat in zijn eentje dat klimaatprobleem kan oplossen.

‘Het klimaatpanel van de Verenigde Naties heeft heel treffend samenvat wat er nodig is: collective efforts at all levels. Het strafrecht zou een van die efforts moeten zijn.’