Wetenschap
Maya?s zijn de tel nog niet kwijt
Archeoloog en antropoloog Paul van den Akker bracht een jaar door bij de K’iche’, de afstammelingen van de Maya’s in Guatemala. ‘Als ze iets van plan zijn, pakken ze de Maya-kalender erbij.’
donderdag 19 april 2018
Een K’iche’ vrouw voert een initiatie-ceremonie uit. De juiste dag voor een ceremonie wordt bepaald door de Maya-kalender

 ‘Toen op 31 december 2012 de wereld definitief niet vergaan bleek, kon ik eindelijk serieuzer met mijn onderwerp aan de slag’, vertelt Paul van den Akker. ‘Ik was al bezig met de Maya-kalender, toen nog voor mijn master, en je had net alle heisa met new-agers en apocalyptische boeken. Mensen vragen nog steeds waarom er toen niets is gebeurd, alsof dat de schuld van de Maya’s was.’

Van den Akker, archeoloog en antropoloog, zat in totaal dertien maanden bij de K’iche’ in de hooglanden van Guatemala. Het zijn indígenas, afstammelingen van de Maya’s die er woonden toen de Spaanse veroveraars kwamen. In de toch al niet zo feestelijke geschiedenis van Guatemala liggen de Maya’s helemaal onderop in de beerput. Tijdens de burgeroorlog (1960-1996) jaagde de overheid, geholpen door de CIA, er zo’n 200.000 over de kling, een daad die historici later als genocide zouden bestempelen.

De K’iche’ zijn armer en lager opgeleid dan de gemiddelde Guatemalteek. Ze krijgen geen onderwijs in hun eigen taal, die door de overheid als ‘dialect’ wordt weggezet. ‘Als iemand iets doms zegt, is de standaardreactie “no seas indio”: wees geen indiaan’, vertelt Van den Akker. De link tussen hun kalender en die van de prekoloniale Maya’s wordt door de overheid niet erkend, maar die is er wel, en er is vanuit de K’iche’ ook vraag naar die link.

Momostenango

Voor zijn onderzoek verbleef hij in de gemeente Momostenango, waar zo’n honderdduizend mensen wonen in een gebied ter grootte van Rotterdam. ‘Ik had iemand die daar woonde gemaild. Die was heel open: “We moeten onze kennis delen, anders gaat het verloren”, schreef hij.’

De K’iche’ gebruiken de Gregoriaanse kalender, net als wij. Daarnaast kennen ze de Maya-kalender, die bestaat uit twee cycli. De chol q’ij (‘260 dagen’) bestaat uit dertien perioden van twintig dagen, de junab q’ij (365 dagen) uit 18 van zulke perioden en vijf ‘naamloze dagen’ waarop je voorzichtig moet zijn, want dat zijn ongeluksdagen. Daarnaast houden ze ook nog de cycli van de seizoenen, de zon en de maan bij, en het is dus niet zo verbazingwekkend dat er een speciale functie bestaat om de kalender in de gaten te houden.

‘De Aj q’ij is degene die met de tijd omgaat, letterlijk de “Teller van de dagen”’, vertelt Van den Akker. ‘In sommige teksten wordt het wel vertaald als “priester”, maar we hebben er eigenlijk gewoon geen woord voor. Het kan zowel een man als een vrouw zijn. Als een baby geboren wordt, vertelt hij of zij welke Maya-dag het is, en dat geeft dan inzicht in het karakter van het kind, als een soort horoscoop. De Maya-kalender gidst hoe mensen zich gedragen. Als vandaag een voorouder-dag is, voeren ze rituelen uit op het grafveld. Er zijn goede of slechte dagen om een bedrijf te beginnen of juist medicinale planten te gaan zoeken in het bos. Ze gebruiken de Gregoriaanse kalender, maar als ze iets van plan zijn, pakken ze de Maya-kalender erbij. Als ze een reis willen maken, als ze planten willen zaaien of juist oogsten, eigenlijk altijd.’

Rechten

Als zodanig spelen de chol q’ij en de junab q’ij dus ook een rol in de strijd voor meer rechten van de inheemse volken. ‘Het gebruik van de kalender creëert identificatie met een grotere groep. Er zitten regionale verschillen tussen de afstammelingen van de Maya’s, maar dit is iets dat ze met elkaar gemeen hebben, dat als een paraplu over ze heen hangt. In Momostango zijn de Aj q’ij, ondanks de veroveraars die de oorspronkelijke Maya-geschriften vrijwel allemaal vernietigden (zie ook: Gered van de brandstapel), ondanks de onafhankelijkheidsoorlog, de burgeroorlog en de genocide niet de tel van de dagen kwijtgeraakt. Soms moesten ze ophouden, maar dan vertelden oude daykeepers aan hun kinderen hoe ze terug moesten rekenen, en het klopt nog steeds. Die kennis wordt dan gedeeld met andere dorpen.’

Niet iedereen was overigens blij om een antropoloog langs te zien komen, vertelt Van den Akker. ‘De K’iche’ hebben veel slechte ervaringen met vreemdelingen, ook met antropologen die een onderzoekje doen en daarna nooit meer terugkomen. Zelf heb ik nog steeds contact met de mensen die me hielpen bij mijn onderzoek. Met het nieuwe Maya-jaar sturen we elkaar berichtjes, bijvoorbeeld. Dat contact, dat blijft. Ik ben nu op zoek naar een beurs om mijn dissertatie te vertalen naar het Spaans, en als het mogelijk is ook het K’iche’. Dit werk gaat over de mensen daar, en is in zekere zin ván die mensen, maar het is in het Engels en daarmee eigenlijk niet toegankelijk voor hen. Als dat lukt, dan ga ik graag terug naar Momostango, om het boek daar te presenteren.’ 

Door Bart Braun

De gringo die klappen kreeg

Een van de Maya-rituelen die Van den Akker beschrijft, is de baile de la culebra: de slangendans.

‘De slangendans begint met het zoeken van slangen, in het bos. Bij gifslangen wordt de bek dichtgenaaid, of een ritueel uitgevoerd zodat ze je alleen bijten als je een taboe hebt overtreden. In Momostango gebruiken ze overigens een speelgoedslang, in tegenstelling tot in sommige andere dorpen.

Een van de dansers stelt een Spanjaard voor. Een andere danser probeert zijn vrouw af te pakken, en krijgt voor straf zweepslagen. Ik heb zelf ook meegedaan; de mensen vonden het heel grappig dat juist ik, de gringo, de klappen kreeg.

De baile de la culebra vindt in Momostenango overigens juist niet plaats volgens de Maya-kalender, maar juist met Pasen. Deze dans is gerelateerd aan de agrarische cyclus, en wordt in verschillende dorpen uitgevoerd tijdens – en vlak voor- het regenseizoen. Er zitten elementen in van de kastijding en lijdensweg van Christus, maar op basis van historische bronnen denk ik dat elementen van de dans ook al te zien waren in het pre-koloniale Guatemala. De slangendans is nog maar weinig gedocumenteerd, maar in Momostenango wordt hij juist als heel belangrijk ervaren.’

Paul van den Akker

Promotie: 24 april