Wetenschap
Lonely Planet voor de hemel
Speciaal voor wie straks op vakantie gaat naar het Zuiden en ’s nachts naar de sterren wil staren maakte Mare een sterrenatlas.
donderdag 21 juni 2018

(klik voor vergroting)

Binnen de bebouwde kom is het lastig sterren kijken. Op heldere nachten zijn er misschien een paar mooie te zien, maar de lichtvervuiling laat de meeste helaas verdwijnen. Daarnaast blijft het in Nederland ’s zomers lang licht, waardoor het grootste gedeelte van de sterrenhemel vrijwel onzichtbaar blijft.

Een sterrenhemel in de natuur, als het donker is, is daarom des te spectaculairder. Reden genoeg om tijdens de zomervakantie eens wat vaker omhoog te kijken. Sander van der Wal, lid van de Werkgroep Leidse Sterrewacht, geeft workshops in vakantie-sterrenhemel-kijken. Hij hielp Mare bij het maken van de vakantie-sterrenkaart.

Maar eerst even uitleg: op de kaart op de volgende pagina’s zie je de sterrenhemel, zoals je die vanuit Zuid-Europa kan zien. Als je iets hoger of lager zit, zal de hemel iets verschuiven. Omdat de aarde beweegt, verandert de sterrenhemel ook. Aan de linkerkant van de kaart zie je daarom een tijdslijn met dagen en tijden.

Zo zoek je het dus op: op 22 juni is deze sterrenhemel om 3 uur ’s nachts te zien. Op 23 juli om 1 uur. Hoewel met het blote oog veel te zien is, is een verrekijker aan te raden.

Van der Wal legt uit hoe je het beste kunt beginnen: ‘Een paar sterren zijn handig om te weten. Deze maanden kun je de zogeheten “zomerdriehoek” goed zien. Dat zijn drie heldere sterren: Deneb, Wega en Altair. De Deneb staat in het sterrenbeeld Zwaan. “Deneb” is namelijk Arabisch voor staart. De Wega staat zo goed als boven je hoofd, en dat is een van de helderste sterren in de hemel, dus die is heel goed en duidelijk te zien. De derde ster is Altair. Die staat in de Arend, ook een vogel. Ze zijn al snel zichtbaar, een halfuur na zonsondergang al.’

De Grote en de Kleine Beer zijn de bekendste sterrenbeelden, naast de welbekende dierenriem. De beren zijn te herkennen aan de vorm van een steelpannetje. Van der Wal: ‘Ze lijken ook veel meer op steelpannetjes dan op beren.’ ’ De lijn door de twee voorste sterren van de pan van de Grote Beer wijst altijd naar de Poolster. ‘Die is vrij helder, het helderste van die groep.’

In de kop van de Grote Beer kan je, zelfs met het blote oog, een ‘dubbelster’ zien. De sterren Alcor en Mizar liggen daar op elkaar. Met de verrekijker zie je dat ook de kop van de Zwaan dubbel is: een felle gele ster, naast een zwakkere blauwe.

Het mooie van deze sterrenhemel is dat de Melkweg mooi zichtbaar is, zegt Van der Wal. ‘Er zijn een paar plekken waar de Melkweg helder is. De helderste stukken zitten in de ‘gamma’ en ‘beta’ van de Zwaan.’ Met ‘beta’ bedoelen sterrenkundigen de op een na helderste ster van een sterrenbeeld. Gamma is de derde.

‘Stel, je begint met kijken: de zon gaat onder, en je zit te wachten terwijl het steeds donkerder wordt, zie je hier en daar wat sterren ontstaan. Je gaat daar dan ook een lichtere vlek zien in de Melkweg. Dat is een sterrenwolk, of in het Engels een star cloud.’

Als je de Melkweg ziet, kijk je rechtstreeks in een spiraalarm van ons sterrenstelsel. Die ziet er namelijk uit als een soort spinner, met een ronde kern en uitwaaierende spiraalarmen.

Van der Wal: ‘Wij zitten op de rand van zo’n arm, en als je de ene kant opkijkt, kijk je recht de arm in, en zie je een helder stuk van de Melkweg. Als je de andere kant op kijkt, kijk je precies tussen die armen in, en is de Melkweg wat zwakker.’

Vanaf de aarde kan je nog een ander sterrenstelsel zien: de Andromedanevel. ‘Dat is het andere grote melkwegstelsel in de lokale groep. Even uitleggen: sterrenstelsels zitten in groepen, en die van ons heet de lokale groep. Daarin zitten twee grote spiraalnevels: onze Melkweg, en de Andromeda. Hij is zo helder dat je hem met blote oog kan zien: een graad of drie, vier. Dat is acht keer zo groot als de maan. De maan is ongeveer een duim, dus je kan denken aan drie of vier vingers, als je ze ophoudt. Met een telescoop kan je zelfs de spiraalarmen zien.’

Door Anoushka Kloosterman