De Britse schrijver Douglas Adams introduceerde ooit het idee van het Somebody Else’s Problem Field. De Hitchhiker’s Guide to the Galaxy-serie bestaat uit grappig bedoelde sciencefiction, en in die boeken is het een technologie die dingen spotgoedkoop onzichtbaar kan maken. Het berust namelijk op de natuurlijke neiging van mensen om dingen niet te zien als het Iemand Anders Z’n Probleem is: ‘Je hersenen knippen het gewoon weg, als een blinde vlek.’
Het was een grap, snel opgeschreven terwijl een wanhopige uitgever in Adams’ nek hijgde over de vele gemiste deadlines. Pas later, toen de schrijver zich ging inzetten voor het milieu, besefte hij wat een krachtige metafoor de SEP-velden eigenlijk zijn. De wereld zit er vol mee.
Neem zwerfvuil. U heeft dat uiteraard niet op straat geflikkerd, want u bent een fatsoenlijk mens. Als er peuken en drinkflesjes in de straten liggen, heeft dat geen directe gevolgen voor uw gezondheid of uw inkomen. Natuurlijk, uiteraard: iemand zou het op moeten ruimen.
Kano
Pas als je zegt ‘…en die iemand, dat ben ik’, kom je erachter hoeveel er eigenlijk ligt. Of drijft, in waterrijke steden als Leiden waar afval maar al te snel de gracht in waait. Je neemt je voor je eigen straat schoon te maken, en je verpest je rug. Je stapt in een kano om drijfvuil op te vissen uit een ogenschijnlijk schone gracht, en moedeloos sleep je zak na zak de kant op.
Nu telt Leiden nog relatief veel mensen die drijfvuil wel hun probleem vinden. Er is activist Merijn Tinga, aka de Plastic Soup Surfer. De grachtenbiologen van OnderWater in Leiden lenen hun kajaks uit aan iedereen die belooft onderweg plastic op te ruimen. Er zijn de drie biologiestudenten die dat deden op de dag na het Leidens Ontzet, en die de Canal Cups-actie opzetten om de gemeente plastic bekers in de ban te laten doen. Toen de Universiteit en de Gemeente van Leiden aankondigden dat er ter ere van haar 444ste verjaardag een potje geld kwam voor citizen science-projecten, was het dus ook niet zo verrassend dat er meerdere voorstellen van inwoners binnenkwamen voor onderzoek naar grachtenvuil.

Strandzand
Citizen science, voor wie het gemist had, is een verzamelnaam voor vormen van wetenschappelijk onderzoek waarbij wetenschappers en niet-wetenschappers samenwerken. De jaarlijkse tuinvogeltelling van de Vogelbescherming is een bekend voorbeeld, of het deels Leidse iSpex-project, dat mensen een opzetstukje gaf om met hun telefoon fijnstofmetingen te doen. De Leidse milieuwetenschapper Thijs Bosker runde een project waarbij toeristen strandzand verzamelden, zodat hij en zijn collega’s konden bepalen hoeveel plastic daarin zit.
Er komt een burgerwetenschapsproject over Leids drijfvuil, en Bosker is erbij betrokken, vertelt Liselotte Rambonnet van het Citizen Science Lab van de Universiteit Leiden. De lijntjes zijn kort: de inmiddels afgestudeerde Rambonnet was een van de drie biologiestudenten van Canal Cups.
‘Waar komen al die drijvende bekertjes terecht?’ vat Rambonnet de onderzoeksvraag samen. ‘TNO heeft in Azië een methode ontwikkeld om de hoeveelheid drijfvuil te schatten. Je meet vanaf bruggen hoeveel er langs komt stromen. In Leiden werkt dat niet zo goed, omdat er weinig stroming is, maar het idee dat een brug een goed punt is voor metingen, blijft.’ Het Leidse onderzoek gaat erop neerkomen dat de burgerwetenschappers foto’s maken vanaf een brug, en dan aangeven hoeveel plastic er te zien is. ‘Ook gaan we de verhouding plastic en natuurlijk materiaal in meerkoetennesten onderzoeken. Mogelijk zegt dit ook iets over hoe vervuild hun omgeving is.’
Hot Spots
Rambonnet: ‘Hoeveel plastic komt de stad in? Hoeveel gaat eruit? Je hebt plekken in het water waar het plastic zich ophoopt, de hot spots. Komt al het drijfvuil uiteindelijk daar terecht? Dat is kennis die je helpt om de beste maatregelen te nemen. Er waren ook mensen die voorstelden om gps-trackers in drijfvuil te stoppen, zodat je kan meten waar het belandt. Dat is lastig om uit te voeren in een citizen science-project. En: we willen niet nog meer plastic in de grachten stoppen.’
Maandag is er een bijeenkomst in Scheltema over het onderzoek. ‘We willen weten hoe de potentiële deelnemers over het project denken. Welke vragen leven er lokaal, en wat moet er met de data gebeuren? Professionele wetenschappers zien de wensen van de burgerwetenschappers nog weleens over het hoofd. Maar de inwoners moeten het onderzoek wel gaan doen.’
Deze maand verscheen er een artikel van onder meer Rambonnet en Bosker in het Marine Pollution Bulletin, over citizen science-projecten rondom plastic. Hoe zet je die het beste op, en hoe voor je ze het beste uit?
De voornaamste conclusie: ‘Er komt veel meer bij zulke projecten kijken dan de wetenschappers in eerste instantie denken. Communicatie en datamanagement kosten veel meer tijd, bijvoorbeeld. En als je project goed van de grond komt, heb je ineens ook heel veel data.’
De meeste burgers die meedoen aan zo’n project, doen dat omdat ze hopen dat er minder plastic in het milieu terechtkomt. Ook Rambonnet, die het project begeleidt, is activiste. Zit die politieke insteek de zuivere wetenschap niet in de weg? ‘Vanuit de wetenschappers is het primaire doel om kennis te genereren’, verzekert ze. ‘Maar de bedoeling is wel om verder te komen dan alleen een publicatie in een vakblad.’
Ideecafé: Plastic in de grachten
Scheltema Leiden
maandag 17 juni, 20:00 u
Toegang gratis