Wetenschap
Hoe taalwetenschap kan worden gebruikt in de rechtszaal
Forensisch taalkundige Meike de Boer doet onderzoek naar hoe één persoon in verschillende talen klanken produceert. Dat kan namelijk van pas komen bij het veroordelen van criminelen.
Susan Wichgers
dinsdag 28 juli 2020
Promovendus Meike de Boer. Foto Taco van der Eb

Stel: de politie heeft een Roemeense drugshandelaar in de smiezen. Ze besluiten om zijn telefoon af te tappen. De drugsbaas communiceert altijd in het Engels in de telefoongesprekken, dus de politie heeft alleen Engelstalige fragmenten.

Als ze hem aanhouden, beweert de man dat de stem in de fragmenten helemaal niet van hem is. Sterker nog: hij spreekt helemaal geen Engels, zegt hij. Hoe bewijzen ze dat het toch dezelfde persoon is als in de fragmenten die ze hebben afgetapt?

Ze laten de Roemeen wat in zijn eigen taal zeggen, en een forensisch spraakonderzoeker vergelijkt dat fragment met de telefoongesprekken. Door goed te luisteren, maar vooral door de geluidsgolven te meten. Zo kun je bijvoorbeeld zien hoe de man ‘eh’ zegt in het Roemeens en of dat overeenkomt met zijn ‘eh’ in Engelstalige fragmenten. Als dat zo is, kan het als bewijs dienen in een strafzaak.

'Het is belangrijk om te weten of je verschillende talen met elkaar kunt vergelijken'

Maar: kun je fragmenten in verschillende talen wel met elkaar vergelijken? Taalwetenschapper Meike de Boer probeert dat uit te vogelen door de ‘eh’s van individuele sprekers in het Engels en in het Nederlands naast elkaar te leggen.

‘Regelmatig krijg je te maken met verschillende talen in dit soort zaken’, legt De Boer uit. ‘Soms is er geen vergelijkingsmateriaal beschikbaar in de taal die je eigenlijk wil vergelijken. Daarom is het zo belangrijk om te weten of je verschillende talen kunt vergelijken.’

Naast promovendus is De Boer ook vooronderzoeker. In die functie maakt ze zogenoemde blinde analyses in strafzaken: ze husselt dan fragmenten van de stemmen van de verdachte, de fragmenten en willekeurige andere personen door elkaar, zodat de forensische spraakonderzoeker zonder vooringenomenheid de fragmenten kan analyseren en vergelijken.

'Mensen zijn heel slecht in het herkennen van stemmen'

Dat is nog knap lastig, want als mens heb je de natuurlijke neiging om overeenkomsten te vinden. ‘Het heeft heel veel valkuilen. Mensen zijn heel slecht in het herkennen van stemmen: de kans is groot dat je twee stemmen hetzelfde vindt als ze een beetje op elkaar lijken.’

Als promovendus onderzoekt De Boer welke spraakkenmerken overeind blijven in verschillende talen. Ze koos ervoor om ‘eh’ te vergelijken, een klank die je heel onbewust maakt.

‘Mensen horen het niet als iemand anders “eh” zegt, en hebben het ook niet door als ze het zelf doen. Als je ‘m niet hoort, en ook niet aanleert om het op een bepaalde manier te zeggen, zou je verwachten dat je het in elke taal hetzelfde doet. Zelfs als criminelen hun stem verdraaien, zouden ze de “eh” kunnen vergeten.’

Maar het lijkt erop dat sprekers toch verschillende ‘eh’s maken in verschillende talen. Sprekers hebben in het Nederlands een voorkeur voor ‘eh’, maar zeggen in het Engels ‘uhm’.

Dat is goed en slecht nieuws, volgens De Boer. ‘Slecht nieuws, want blijkbaar kun je fragmenten in twee talen niet goed met elkaar vergelijken. Maar ook goed nieuws, want in de praktijk gebeurt het wel al, dat vergelijken. Dat zouden ze dus niet meer moeten doen.’

Het onderzoek is nog niet afgesloten: er staan nog wat andere klanken op het lijstje, die misschien wel met elkaar te vergelijken zijn. ‘Ik kijk nu naar de klank “m”, en een masterstudent onderzoekt de “s”, klanken die in beide talen voorkomen. De “m” is bijvoorbeeld een hele neutrale klank: je houdt je mond dicht en je maakt een geluid door je neus. Die heeft dus nog best een grote kans om gelijk te kunnen zijn.’