Eerlijk is eerlijk: er staat niet alleen maar slecht nieuws in het jaarlijkse Living Planet Report Nederland van het Wereld Natuur Fonds, dat vorige week verscheen.
Zo lijkt een aantal paddenstoelensoorten en korstmossen te profiteren van strengere milieuwetgeving, en neemt het aantal roofvogels weer toe sinds een verbod op bepaalde bestrijdingsmiddelen. Omdat het rapport alleen over landnatuur gaat, was er voor het goede nieuws over terugkerende vissoorten als de zalm en steur geen plek.
Maar over de gehele linie is het niet zo best. Minder verschillende planten, minder vlinders en andere insecten, minder dieren die insecten eten. Op boerenland en heidevelden namen de dierpopulaties gemiddeld met vijftig procent af in de afgelopen dertig jaar. Nederland is kaler geworden en monotoner, en op de zeldzame plekken in dit land waar je geen verkeer hoort, hoor je ook steeds minder gezoem en gezang. Het WNF vat de situatie samen in één zin: ‘Onze unieke Nederlandse natuur op land staat er slechter voor dan ooit.’
Nu bestaat het verdienmodel van het WNF eruit dat mensen geld geven voor het beschermen van bedreigde natuur, dus dient een lange literatuurlijst als bewijs. Ook de naam van de wetenschappelijk directeur van Naturalis moet wetenschappelijk gewicht in de schaal leggen: Koos Biesmeijer. Hij is ook bestuurslid bij Natuurmonumenten en hoogleraar natuurlijk kapitaal aan de Universiteit Leiden. Namens Naturalis is hij betrokken bij het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, een initiatief dat de achteruitgang van de natuur in Nederland moet keren. Volgende week donderdag houdt Biesmeijer daar een lezing over, bij het Natuurwetenschappelijk Genootschap Leiden.
Dat Deltaplan ziet er bekend uit: grotere natuurgebieden, meer verbindingen, aandacht voor planten en dieren op boerenland, dat stond ook allemaal in…
‘Ja, er zijn overeenkomsten met de Ecologische Hoofdstructuur, het natuurplan waar staatssecretaris Henk Bleker een streep door heeft gezet.
‘Het grote verschil is: die Hoofdstructuur moest vanwege internationale wetgeving gemaakt worden. Nu zitten de boeren, de supermarkten en andere partijen aan tafel. Het doel is om naar wet- en regelgeving te komen die slechte dingen uitfaseert, en goede ontwikkelingen beloont. En we gaan nú aan de slag, niet eerst nog jarenlang onderzoek doen. We gaan dingen doen, daar gaan we van leren, en daarna gaan we het beter doen.’
Zo’n twee derde van het oppervlak van Nederland is van de boeren. Dat WNF-rapport legt een hoop verantwoordelijkheid bij hen.
‘Het probleem is dat ons landbouwsysteem is ingericht op een zeer hoge productie. Daar zit gewoon een eind aan. Die boerenorganisaties, de Rabobank, die zitten niet aan tafel bij het Deltaplan voor de vogeltjes en de bijtjes: die zitten daar voor hun eigen toekomst. We lopen echt op de randjes: Nederland heeft de grootste achteruitgang van biodiversiteit, het meeste gif, de slechtste luchtkwaliteit van Europa. Dat heeft ook effecten op ons eigen welzijn en onze gezondheid, zeker hier in de Randstad. We moeten als maatschappij verzinnen hoe we het dan wél willen.
‘Een systeemverandering is heel ingewikkeld, ook omdat nu de macht en kennis bij een klein aantal grote partijen zitten. Als je eenmaal in zo’n systeem zit, dan gaat alles – de kennisontwikkeling, de manier van werken van de industrie – ook die kant op. Maar er zijn andere vormen van landbouw mogelijk, en we zijn deels ook vergeten hoe dat moet.’
Hoho, die verdroging, vermesting, bestrijdingsmiddelen, dat doen boeren niet om biologen te pesten. Biologische landbouw heeft een lagere opbrengst, dus heb je meer grond nodig voor dezelfde productie. Dan moet je natuurgebieden omploegen.
‘En tegelijkertijd verspillen we dertig procent van al het voedsel. Als we zelf soja eten in plaats van dat aan onze dieren te voeren, scheelt dat ook in de hoeveel grond die nodig is. Vlees eten is een keuze, en welk soort vlees je koopt, maakt ook uit voor de biodiversiteit.’
Het maakt ook uit voor mijn portemonnee.
‘Daar kun je aan rekenen, en mijn collega’s in Wageningen hebben dat gedaan. Een van de uitkomsten is dat melk van een kruidenrijk grasland in plaats van één soort gras twee cent per liter duurder wordt. De meeste mensen merken dat niet.
‘Ik werk samen met een grote kaasfabriek. Die mensen zeggen: ja, de opbrengst is lager, maar de kosten ook. De koeien zijn minder vaak ziek, je koopt geen krachtvoer meer, en uiteindelijk is het net zo rendabel als het huidige systeem. En dan heb je een mooier landschap, met lagere kosten voor de waterschappen. Maar het omkatten van de hele keten, dat kost wel een paar miljard.’U klinkt alsof iedereen het er al over eens is over die biodiversiteit, maar op tv zie ik boeren die ontkennen dat er een stikstofprobleem is, een overheid die glashard liegt om maar een vliegveld te kunnen aanleggen.
‘Als iedereen overtuigd was van het belang van vogeltjes, dan hadden we dit probleem niet. Maar dat het slecht gaat met de natuur, dat hoef ik nu niet meer uit te leggen. En nee, ze zijn nog niet allemaal overtuigd, maar er zit echt veel beweging in hoe de boeren denken. Natuurlijk zou ik als ecoloog willen dat het sneller ging, maar er wordt echt anders gedacht, ook in die kringen.
‘Omgekeerd moeten wij ook anders gaan denken over de rol van boeren. Ze niet meer alleen afrekenen op hun productie, maar ook op hun rol in het landschap, het vastleggen van CO2, hun bijdrage aan de waterzuivering, enzovoort.’
Ook bij dat soort werk gaat de kost voor de baat uit. En de boer mag niks, want er is een stikstofcrisis.
‘Maar de huidige problematiek zorgt ook voor laaghangend fruit. Ineens is er geld voor het uitkopen van boeren in de buurt van Natura 2000-gebieden, en volgens de nieuwe regeling van minister Schouten kunnen boeren hun fosfaat- of stikstofrechten verleasen.’
Wat maakt het voor de natuur nou uit of een boer zelf vervuilt of zijn vervuilingsrechten verkoopt aan een ander?
‘Boeren kunnen die rechten bijvoorbeeld tijdelijk afstaan aan een bouwer. Dat geeft vervolgens tijd en geld om over te schakelen op een andere aanpak.’
En wat kan niet-boerend Nederland doen?
‘Pas je stem- en koopgedrag aan. Wat je stemt en van welke organisaties je lid wordt, maakt op alle niveaus, van gemeente tot landelijk, een enorm verschil. Daarnaast moeten we op het BioSciencePark maar eens laten zien dat we weten hoe het moet. We zitten hier met Naturalis, de Universiteit Leiden en het Hoogheemraadschap; alle kennis om het goed te doen hebben we vlak bij elkaar. Als we het niet doen, lopen we bovendien het risico dat we slimme onderzoekers verliezen aan gebieden waar het wel gebeurt.’
Koos Biesmeijer,
De natuur en onze toekomst.
Gorlaeusgebouw, donderdag 20 februari, 19:45
Gratis, wel even aanmelden via deze link.