‘Ik ben een kind van de Koude Oorlog’, vertelt universitair docent Kai Hebel. ‘Toen ik in de jaren tachtig opgroeide in West-Duitsland, kende ik geen verenigd Europa, ik kende geen verenigd Duitsland. Die verdeling was er gewoon: een West- en een Oost-Duitsland met een grens er tussen. Allebei de kanten hadden hun eigen voetbalteam, enzovoorts.
‘Op de middelbare school leerde ik over de Helsinki-akkoorden en op de een of andere manier is dat me bijgebleven. Ik verbaasde me erover dat zoveel landen, met een historie van conflict, bij elkaar konden komen voor onderhandelingen.’
De Helsinki-akkoorden werden in 1975 gesloten door de leiders van 35 verschillende landen. Het doel was het bereiken van meer vreedzame banden tussen Oost, West, en de neutrale staten, en een verminderde dreiging in de Koude Oorlog. Staten zochten voorzichtig toenadering tot elkaar, en het was het begin van een meer open Sovjet-Unie. Het verdrag werd ondertekend door alle Europese landen behalve Albanië, en door de VS, de Sovjet-Unie en Canada.
Contact
Voor de onderhandelingen werd in 1973 de Conferentie van Veiligheid en Samenwerking in Europa gehouden. Na het eind van de Sovjet-Unie, werd deze omgedoopt tot de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), waarvan naast de leden uit 1975, ook onder andere Belarus en Oekraïne lid zijn.
Een diplomatiek meesterwerk, noemt Hebel de akkoorden. Hij er een boek over dat hij woensdag presenteert tijdens een Studium Generale lezing. Dat de onderhandelingen plaatsvonden, was al verbazingwekkend, zegt hij. Maar dat er na drie jaar een akkoord op tafel lag, was een wonder. ‘Tot die tijd onderhandelden landen meestal een op een. In Helsinki schoven 35 landen aan.’
Doordat ze zich op de relatie tussen Oost en West richtten, ontstond een nieuwe kijk op veiligheid en samenwerking. ‘Er was een begrip dat je, als je vrede wilt bereiken, uitwisseling moet hebben op alle niveaus. Overheden moeten met elkaar praten, maar er moet ook contact zijn tussen de maatschappijen.’
Concessies
In het akkoord staan afspraken zoals de mogelijkheid om vrij te kunnen bewegen van de ene naar de andere kant van het IJzeren Gordijn. Het zou mogelijk moeten zijn om met iedereen te trouwen ongeacht land van herkomst en overal te studeren. ‘Dat is tot vandaag de dag invloedrijk geweest: het biedt veiligheid en bescherming aan de gewone burger.’
Toch was de ontvangst matig. In het Westen berichtten de media negatief over het akkoord. ‘Het werd verkeerd begrepen. Media in de Verenigde Staten noemden het een overwinning voor de Sovjet-Unie.’ Maar dat klopt niet, vertelt Hebel. Dat was wel de propaganda die de Sovjet-Unie verspreidde, en inderdaad, het initiatief tot een vredesakkoord kwam ook sinds 1954 al van die kant. Maar in de uiteindelijke akkoorden moesten de Oostelijke landen juist veel concessies doen.
Sterker nog, een van de afspraken luidde dat de akkoorden voor iedereen beschikbaar moesten zijn. Veel landen achter het IJzeren Gordijn publiceerden ze dan ook in de gratis kranten, met als gevolg dat miljoenen burgers de tekst daadwerkelijk lazen. Ze werden zich bewust van hun rechten, zoals vrijheid van religie en beweging. Er volgde een piek in visumaanvragen. ‘Het werd een punt van schaamte voor de communistische overheden, die zich ineens realiseerden dat ze te veel concessies hadden gedaan.’
Toch was niet meedoen geen optie. ‘Juist de Sovjet-Unie had aangedrongen op een vredesakkoord dat er na de Tweede Wereldoorlog nooit echt was gekomen. Bovendien was het een paradepaardje van USSR-leider Brezjnev, die ervan overtuigd was dat dit de kroon zou zijn op zijn politieke carrière. Hij wilde ook koste wat kost een nucleaire oorlog voorkomen.’
Daar komt bij dat het voor de Russen moeilijk was om de onderhandelingstafel te verlaten, zegt Hebel. ‘Toen ze eenmaal waren aangeschoven, werd vertrekken moeilijker. Je hebt er dan al tijd, energie en prestige in gestoken en je weet niet hoe het gaat eindigen. De uitkomst kan geweldig zijn, maar als je eerder vertrekt loop je het risico alles te verliezen.’ Op een gegeven moment gaat dit zichzelf in stand houden, helemaal als onderhandelingen lang duren, zoals de drie jaar van de Helsinki-onderhandelingen.
Geweldloze alternatieven
Hebel: ‘Daar zit ook een les voor vandaag de dag. Hoewel Rusland nu niet openstaat voor onderhandelingen, is het wel een belangrijk diplomatiek middel om te onthouden. Mensen lijken het belang van onderhandelen te vergeten, terwijl het wel de backbone van de wereldpolitiek is.’
Dat heeft deels te maken met een negatieve bias in de media, denkt hij. ‘Er is een constante stroom aan verslaggeving over het lijden in Gaza, het lijden in Oekraïne. De negatieve aspecten worden veel meer belicht: iedere explosie, iedere militaire aanval, iedere terroristische aanval. Maar we vergeten soms de positievere aspecten, zoals de vredesonderhandelingen die wél standhouden.’
De OVSE is hierin een onderbenut instrument, denkt Hebel. ‘Mogelijk kan de organisatie op termijn een rol spelen in het overzien van een vredesakkoord tussen Rusland en Oekraïne. En ook al is Rusland niet bereid om nu te onderhandelen, gebeurt het wel op kleinere schaal: ook iedere gevangenenuitwisseling is diplomatiek.
‘Natuurlijk zijn oorlog en conflict onderdeel van wereldpolitiek. Maar dat betekent niet dat er geen geweldloze alternatieven zijn. Diplomatiek is een belangrijk onderdeel in die gereedschapskist en dat moeten we niet vergeten.’
Kai Hebel, Britain, Détente, and the Helsinki CSCE: ‘Fathers of the Final Act’. Routledge, 308 pgs, €175 (ebook €44,19)
Studium Generale-lezing: De Helsinki-akkoorden 50 jaar later: tijdloos meesterwerk of relikwie uit de Koude Oorlog?, Anna van Buerenplein, zaal 2.01, 17 september 17:15 u