Wetenschap
Dubieuze coaches 'helpen' anorexiapatiënten afvallen
Hoogleraar eetstoornissen Eric van Furth onderzocht zogeheten pro-ana coaches. ‘De vraag is of je überhaupt goede bedoelingen hebt als je meisjes met anorexia wil helpen afvallen.’
Susan Wichgers
donderdag 5 maart 2020

Deze week verscheen een onderzoek over pro-ana coaches, van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel en GGZ Rivierduinen. De ‘coaches’ presenteren zich online als afvalhulp voor meisjes met anorexia, maar zijn ondertussen vaak uit op naaktfoto’s, seks of beelden van zelfverminking. Hoogleraar eetstoornissen Eric van Furth is een van de initiators van het onderzoek.

Allereerst: wat is pro-ana?
‘Pro-ana staat voor professioneel anorexia. Heel simpel gezegd is het een online beweging die anorexia niet als een ziekte beschouwt, maar juist als begerenswaardig. Zo zijn er ook pro-mia websites, voor meisjes met boulimia. Het zijn online communities die eetstoornissen als levensstijl propageren.’

Hoe zijn jullie te werk gegaan?
‘We hebben veel verschillende dingen gedaan: enquêtes afgenomen, interviews gedaan met jongeren die er ervaringen mee hadden gehad, pro-ana websites doorzocht. Daarnaast hebben we zelf drie nepprofielen gemaakt waarmee we oproepjes op de websites hebben geplaatst voor een coach.

‘In die nepprofielen heeft veel denkwerk gezeten: hoe pak je zoiets op een wetenschappelijk en ethisch verantwoorde manier aan? Uiteindelijk hebben we daar een weg in gevonden en een aantal modellen, waardoor we de foto’s konden sturen die de coaches van ons vroegen.

‘Een andere valkuil was dat de profielen alleen tussen negen en vijf konden opereren. Dat is niet ideaal. Des te groter was de verbazing dat er mensen zo snel op reageerden.’

Zaten er ook coaches tussen die wel goede bedoelingen hebben?
‘De vraag is of je überhaupt goede bedoelingen hebt als je meisjes met anorexia wil helpen afvallen, al zijn er zeker gradaties in kwaadwillendheid. Er zijn wel mensen op die websites die meisjes willen helpen van hun eetstoornis af te komen, maar die presenteren zich meestal als buddy.’

Is het een nieuw fenomeen, die coaches?
‘Nee, al is het wel een typisch internetfenomeen. Na een rechtszaak in 2013, tegen pro-ana coach Bob J., was ik getuige-deskundige en leerde ik Frank Noteboom kennen, de directeur van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel. Samen kwamen we op het idee voor een wetenschappelijk onderzoek naar pro-ana coaches: behalve wat klein journalistiek onderzoek, bestond er verder niets over. We zijn de eersten die op zo’n intensieve manier naar het fenomeen hebben gekeken.’

Wat zijn jullie adviezen? Hoe bestrijd je zoiets?
‘Sinds april vorig jaar hebben justitie en politie de mogelijkheid om virtuele lokpubers in te zetten op sociale media, dus dat zouden ze ook moeten inzetten. Zoals wij hebben gedaan, eigenlijk. Op die manier kun je daders afschrikken.

‘Voor ouders is het belangrijk om meer inzicht te krijgen in het internetgedrag van je kind, en daar samen contact over te houden. Bij intakes vraag ik bijvoorbeeld regelmatig welke apps ze gebruiken, wie ze volgen op Instagram, wat voor sites ze bezoeken.

‘In een volgend onderzoek willen we graag kijken naar de omvang van het probleem en naar het dark web, waar de daders mogelijk met elkaar communiceren. Wat gebeurt er met de foto’s die de meisjes sturen? Wordt dat onderling gedeeld, waar komen die terecht? Het is heel belangrijk om daar meer over te weten, zodat de opsporing van de daders beter wordt. Het is nu veel te makkelijk voor kwaadwillenden om op kwetsbare jongeren te jagen.’