Wetenschap
Broze botten kunnen spreken
Nederlanders in de achttiende eeuw leden aan de ‘Engelse ziekte’. En omdat die aandoening wordt veroorzaakt door een gebrek aan zonlicht, zegt dat veel over hoe mensen leefden.
Anoushka Kloosterman
maandag 14 januari 2019
FOTO WELLCOME IMAGES

Zonlicht is gezond, want het zorgt voor vitamine D, en dat zorgt ervoor dat je botten hard worden. Blijven botten zacht, dan kun je er letterlijk doorheen zakken, waardoor ze vervormen. Bij kinderen heet die ziekte rachitis.
Het was een behoorlijk probleem tijdens de industriële revolutie: door het fabriekswerk, de luchtvervuiling en de schaduw van de hoge gebouwen kregen mensen te weinig zonlicht. Vooral in het zwaar geïndustrialiseerde Londen verspreidde de ziekte zich door de armste wijken, en liepen kinderen rond met O-benen of verwrongen ledematen. Daarom heet rachitis ook wel ‘de Engelse ziekte’.

Maar nu blijkt dat Nederlandse boeren net zo goed een tekort hadden aan vitamine D. Dat ontdekte fysisch antropoloog Barbara Veselka, die dinsdag promoveerde op haar onderzoek naar populaties uit Gouda, Rotterdam, Beemster, Roosendaal en Hattem. In de zeventiende tot negentiende eeuw waren deze plekken platteland, of hooguit kleine steden. Daar was genoeg zonlicht, zou je zeggen. Maar toch leed een op de drie kinderen tot drie jaar aan rachitis. Dat is net zoveel als in de grote steden.

‘Ik was verbaasd dat het zo hoog was’, zegt Veselka. ‘Ik had wel verwacht dat het er zou zijn – ik kon me niet voorstellen dat geen geval van rachitis gevonden zou worden: op deze breedtegraad maak je namelijk van november tot maart geen vitamine D aan. Maar bij één op de drie, dacht ik: “Potverdikkie. Hoe kan dat nou?”’

Botresten
Hoe vervelend het destijds ook voor de patiënten was, vitamine-D-tekort is wel handig voor archeologen. Die kunnen het in botresten terugvinden. Bovendien kan een gebrek aan zonlicht weer van alles vertellen over hoe mensen leefden. Dan begint de puzzel. Als het niet aan de hoge gebouwen en fabrieken lag, waaraan dan wel? Niet aan voedsel, zegt Veselka: ‘Een kleine hoeveelheid vitamine D komt voor in vette vis en levertraan. Een grote rol heeft dat niet gespeeld. Dus je gaat terug: wat zorgt ervoor dat je weinig zonlicht hebt? Dat zijn activiteiten of gebruiken. Bijvoorbeeld kleding. Geen boerka’s of iets dergelijks, maar het was niet netjes om veel huid te laten zien. Dus je stelt weinig huid bloot aan de zon.’

‘Het duidelijkst was dat er een verschil was in activiteiten tussen mannen en vrouwen. De mannen werkten op het veld, vrouwen deden meer dingen in en om het huis, waardoor je weinig zonlicht krijgt. Wassen en koken. En ook al moet je buiten boter karnen, dat doe je in de schaduw. Daardoor had het merendeel van de vrouwen vitamine D-tekort.’

Er was wel een obstakel: hoewel rachitis goed te zien is, is de volwassen vorm, osteomalacie, heel moeilijk te vinden in volwassen skeletten. Kinderen groeien nog, dus die hebben relatief meer zacht bot. Bij volwassenen groeien botten niet meer. ‘Je moet het al veel langer hebben om iets te kunnen zien dat je kan toeschrijven aan de ziekte – zoals verminderde botdichtheid.’

Scanner
Ze vond onder boerenpopulaties dan ook maar één skelet met osteomalacie, maar dat betekent niet dat het niet vaker voorkwam. Door tanden in een micro-CT-scanner te leggen, kon ze vaststellen dat drie personen al een vitaminetekort hadden toen ze in de baarmoeder zaten. ‘Aan het tandbeen kun je zien wanneer er demineralisatie heeft plaatsgevonden. Zo kunnen we zien op welke leeftijd iemand vitamine D-tekort heeft gekregen. En er was een drietal met een tekort in utero, dus terwijl ze in de maak waren.’

Dat kan maar een ding betekenen. ‘Dat de moeders ook op het moment dat ze zwanger waren, vitamine D-tekort hadden. Dus ook al heb ik geen zichtbare laesies (beschadigingen, red.) gevonden, ze waren er wel degelijk, minimaal drie vrouwen die volwassen vitamine D-tekort hadden. En nu heb ik niet alle mensen onderzocht, dat paste niet in het budget. Maar daar wil ik in de toekomst naar gaan kijken.’

Omdat het zo moeilijk is volwassen skeletten te vinden met duidelijk osteomalacie, onderzocht ze ook een speciale groep: psychiatrische patiënten, afkomstig uit Bloemendaal. Daar stond tot begin vorige eeuw psychiatrisch ziekenhuis Meerenberg, met een eigen begraafplaats. In die tijd werden extreme gevallen soms jarenlang binnengehouden.

Opgesloten
‘Als je ergens osteomalacie kan vinden, is het daar’, zegt Veselka. ‘Ik wilde het wel toegevoegd hebben, ook vanwege de sociaal-culturele gebruiken. Men maakte de keus: we houden de patiënt binnen. Dan kun je inschatten na hoeveel tijd je osteomalacie gaat zien in het skelet. Je moet echt lang zijn opgesloten en geen vis hebben gegeten, wil je het ontwikkelen. Gelukkig voor mij, niet voor die mensen, zat er een viertal skeletten bij met prachtige kenmerkende laesies. De gangbare opvatting was: als je ziek bent, moet je in bed liggen. Dat betekent dus geen zonlicht. Het is een extreem voorbeeld, maar je kan zo wel zien hoe gebruiken vitamine D-niveaus kunnen beïnvloeden.’
Anoushka Kloosterman