Langzaam stromen gretige shoppers Augustinus, DAC en Quintus binnen, waar tafels en rekken vol met kleding uitgestald staan. Studenten lopen met een stapel kleding over hun arm tussen de kledingrekken te neuzen. Via een Tikkie kunnen ze de nieuwe aanwinsten afrekenen.
‘Ik kom kijken wat er allemaal te halen valt’, lacht Max Otto, student fiscaal recht en bestuurslid bij Augustinus. ‘Ik zit wel in het bestuur, maar heb helemaal niks te maken met de organisatie.’ Otto is zelf steeds meer bezig met duurzaam shoppen, zegt hij. ‘Ik probeer niet te veel van die fastfashionkleding te kopen. Ik kijk waar het vandaan komt en geef liever wat meer uit voor kleding van goede kwaliteit. Als je het snel moet weggooien, is dat zo zonde.’
Het paarse shirt van New Amsterdam Surf Association, dat bezaaid is met afbeeldingen van paddenstoelen, wil hij graag mee naar huis nemen. ‘Ik verbaas me echt over de leuke merken die hier hangen, maar het is vaak een te grote maat.’ Als studenten om hem heen zeggen dat het juist leuk is als een shirt ‘lekker oversized’ valt, reageert hij: ‘Ja? Oké, dan neem ik ‘m toch.’
Voor het eerst dit jaar wordt deze vrijdag de ‘Leidse Dag tegen Snelle Mode’ georganiseerd door de Plaatselijke Kamer van Verenigingen (PkvV) in samenwerking met alle duurzaamheidscommissies van de Leidse studentenverenigingen. ‘Drie meiden van Aug hebben dit drie jaar achter elkaar georganiseerd’, legt Lisa Wetting van de PkvV uit. ‘Maar nu zij ouder zijn en niet meer echt in het studentenleven zitten, hebben wij de organisatie overgenomen.’

Een maand eerder zijn de verenigingen druk bezig geweest om alle kleding in te zamelen. ‘We waren echt blij verrast hoeveel kleding iedereen heeft gedoneerd. We hebben zo’n vijftig zakken opgehaald. Alles wat we opnieuw konden verkopen hangt nu in de rekken, de rest hebben we naar het Leger des Heils gebracht.’
De opbrengst van het evenement gaat naar het goede doel. ‘We verwachten zo’n 620 euro te schenken aan Dress for Succes: een Leidse organisatie die werkzoekenden die het niet breed hebben helpt aan een nette outfit en advies bij het solliciteren.’
‘Alles is natuurlijk wel gecheckt op hygiëne, want we willen geen vieze kleding’, aldus Wetting. ‘We hebben de kleding eerst in zakken gedaan om schurft te voorkomen. Daar zijn we heel voorzichtig mee.’
Huisgenoten Natalia Rodriguez en Merle Overmeire beginnen hun zoektocht naar tweedehandskleding bij DAC op de Breestraat. ‘Zij gaat vaak vintageshoppen en komt altijd terug met de leukste dingen’, zegt Overmeire over haar shoppartner. ‘Ze heeft er echt oog voor, dus ik dacht ik ga even met haar op pad.’
‘Ik word helemaal de hemel in geprezen’, lacht Rodriguez. ‘Maar klopt, ik hou wel echt van die zoektocht. Er zit vaak veel zooi tussen, maar soms vind je echt een parel.’ Rodriguez is zogezegd ‘helemaal gek op jassen’. ‘De jas die ik nu draag, heb ik bij het Leger des Heils gekocht en is nog helemaal goed. Ik heb er denk ik wel een stuk of dertig.’

‘Serieus? Dat vind ik wel bijzonder, want jij hebt een hele kleine kamer’, zegt Overmeire verbaasd. Rodriguez: ‘Ik heb er een hele hoop onder mijn bed liggen en mijn favorieten hang ik op. Ik ben ook gek op schoenen, maar die koop ik wel nieuw hoor.’
De Njord-leden vinden het belangrijk om duurzaam te shoppen, maar krijgen dagelijks te maken met grote verleiding. ‘We wonen op de Haarlemmer, dus alle fastfashionketens zitten op een paar minuten lopen van ons huis’, zegt Overmeire. ‘Ik shop het liefst zo min mogelijk bij dat soort winkels maar – het klinkt een beetje stom – soms moet het wel. Als ik een feestje heb en ik heb iets leuks nodig, koop ik het toch altijd wel bij Pull & Bear, ofzo.’
De maten zijn verder voor Overmeire soms een probleem. ‘Als je iets leuks tweedehands vindt, ligt het er maar in één maat en ik heb niet bepaald een lichaam voor de meeste kleding die daar hangt. Dat werkt voor mij demotiverend, waardoor ik sneller een fastfashionwinkel binnenstap. Het is niet altijd even goede kwaliteit of heel duurzaam, maar ik moet toch kleding dragen.’
Communicatiestudent Ezra Schulten koopt juist fast fashion, maar dan tweedehands. ‘Ik vind het belangrijk om duurzaam te shoppen en als ik dingen van de Zara of Bershka koop, doe ik dat via Vinted. Dan pas ik het in de winkel en als het keileuk staat, ga ik het via Vinted zoeken. Het is meestal goedkoper en dan draag ik iets minder bij aan fast fashion.’
Rodgriguez en Overmeire verkopen vooral via Vinted. ‘Soms vind ik het alleen wel echt te veel moeite’, zegt Rodriguez. ‘Die Fransen op Vinted zijn verschrikkelijk. Zet ik er een shirtje op voor vijf euro, bieden ze drie euro. Het kost al helemaal niks!’ Daarom doneren ze tegenwoordig vaker kleding. ‘Dat is ook makkelijker’, zegt Overmeire. Rogriguez: ‘En het geeft je natuurlijk ook een goed gevoel.’
Veel mensen die hun kledingstuk een tweede willen leven geven, doneren het of gooien het in de textielbak, maar achter die textielcontainer schuilt een hele industrie.
Een deel van de kleding die we wegdoen wordt door bedrijven gekocht en verhandeld in Afrikaanse en Aziatische landen, zegt Antonella Maiello, die met haar team onderzoek doet naar textielafval.
‘Regelmatig doneren mensen vieze of kapotte kleding. Die kleding is niet altijd herbruikbaar en kan in sommige landen belanden op een kledingberg.’
Dat kan bijdragen aan ‘afvalkolonialisme’: andere landen raken bevuild met grote hoeveelheden afgedankte, onbruikbare kleding uit Europa. ‘Kleding die je in de textielbak gooit moet schoon en herbruikbaar zijn. Het is geen vuilnisbak waar je zomaar alle textiel in kunt gooien.’
Dat wil volgens Maiello niet zeggen dat alle verantwoordelijkheid bij de consument ligt. ‘Ook de universiteit, de overheid, recyclebedrijven, de mode-industrie zelf; we hebben allemaal onze eigen verantwoordelijkheid. Maar ik vind het belangrijk om te benadrukken dat je als consument ook al je steentje bij kunt dragen.’
Jaarlijks koopt de gemiddelde Nederlander vijftig kledingstukken, terwijl elk kledingstuk gemiddeld maar zeven keer gedragen wordt. Dus volgens Maiello is er één manier om die kledingberg te laten krimpen: ‘Koop minder en als je koopt, koop beter. Kwaliteit is nu eenmaal duurder, maar je kunt ook hele goede kleding vinden in tweedehandswinkels en kleinere modezaken. Probeer je kleding te repareren voor je het wegdoet en kijk goed naar het materiaal waarvan het gemaakt is. Koop stoffen die langer meegaan en vermijd plastic en polyester.’