Terwijl de meeste Leidse studenten op vrijdagmiddag 3 oktober lam staan te dansen op de muziek van Barry Badpak, komen er in het Amsterdamse Concertgebouw zo’n duizend anderen samen om te luisteren naar… klassieke muziek.
Of nou ja, luisteren…
Ze komen eigenlijk om te studeren.
Tijdens de zogeheten Study Sessions gooit het Concertgebouw de deuren open voor studenten die onderuitgezakt op het pluche naar de schermen van hun laptops staren of in boeken zijn verzonken. Tegelijkertijd maken studenten van het conservatorium het majestueuze podium tot hun oefenruimte. Iedereen blij.
‘Het komt van twee kanten’, vertelt Heleen Swart, die namens de organisatie Entrée dit evenement organiseert. ‘Hoe mooi is het dat je als muzikant de kans krijgt om hier te spelen en te zien hoe het publiek reageert?’

Het idee voor de studiesessies ontstond tijdens de coronapandemie. ‘Wij hebben hier een prachtig grote zaal waar je makkelijk anderhalve meter afstand kan houden.’ Tegelijkertijd was het een mooie kans om nieuwe zieltjes te winnen. ‘We vinden het moeilijk om jong publiek te bereiken. We hebben weleens getwijfeld of we het nog door wilden laten gaan uit angst of er wel genoeg mensen op af zouden blijven komen. We zijn sinds kort aan het experimenteren met TikTok en Instagram.’
Dat slaat aan. Meerdere studenten kwamen op het evenement af na het zien van een filmpje op Instagram. ‘Toen ik het filmpje op Insta zag, dacht ik: fuck it, ik koop gewoon twee tickets en ik zie wel wie er meegaat’, zegt Storm Kwakman (drug discovery sciences, 22). De twee euro vijftig per kaartje vindt hij een kleine uitgave.
‘Wij verdienen hier niks aan’, legt Swart uit. ‘Wij organiseren dit echt om studenten een kijkje te geven in het Concertgebouw. Dat is al mooi genoeg.’
Tussen elf tot drie klimmen er ieder uur nieuwe muzikanten op het podium. Deze vrijdag begint met een klassiek spel door vier gitaristen gevolgd door uitsluitend pianisten, waarvan de laatste nog door een violist wordt bijgestaan.
‘Dit is de eerste keer dat ik in zo’n mooie zaal mag spelen’, vertelt jazzpianist Jules Charbonnier (22) die als tweede het podium mag betreden. ‘Het Concertgebouw is heel bijzonder in de klassieke wereld. Het is een eer om hier te mogen spelen. Ik hou van deze plek, er is hier zoveel historie.’
Maar is het niet vervelend dat niemand echt vol overgave naar zijn inspanningen luistert? Charbonnier vindt dat niet erg. ‘Als mensen het leuk vinden wat ik doe en dat laten weten, vind ik dat natuurlijk heel leuk. Maar ik heb dat niet nodig, ik kan die waardering ook vanuit mijzelf voelen.’
Applaus
Toch blijven de reacties niet volledig uit. Ieder uur, bij de wisseling van artiesten, kijkt iedereen even op en volgt er een uitgebreid applaus.
‘De muziek is heel ontspannend’, vindt Amsterdamse student Paco Smit (econometrie, 22). ‘Af en toe stop ik even met studeren om echt te luisteren. Zeker de gitaren aan het begin waren erg mooi. Ik herkende zelfs een paar stukken.’
‘Ik kon zien wie er naar mij luisterde en wie niet’, zegt Charbonnier. ‘Bij bepaalde liedjes stopten mensen even met studeren of begonnen ze te filmen. Ik had van tevoren een lijst gemaakt met liedjes, maar daar heb ik er uiteindelijk maar één of twee van gespeeld. Ik probeerde mij aan te passen aan wat het publiek leuk vond om te horen. Muziek maken is improviseren, fouten maken en dan je weg weer terug proberen te vinden. Dat is juist het spannende eraan.’
En helpt de muziek ook bij het studeren? ‘Het is motiverend omdat iedereen hier op zijn laptop zit. Dat is in de UB ook zo, maar dit is veel leuker’, vertelt Kathleen Jansen (creative business, 20). Andere studenten zijn het hiermee eens, al leent de setting zich meer voor een laagdrempelige studiesessie. ‘Als ik morgen een tentamen zou hebben, zou ik hier niet zijn’, benadrukt Kwakman.

‘Een beetje onderzoek doen of schrijven gaat hier goed, maar hard blokken niet’, legt Sarah Doggen (kunstgeschiedenis, 20) uit. ‘Je hebt hier bijvoorbeeld geen tafel om je aantekeningen op neer te leggen.’ Ook over de afwezigheid van stopcontacten in de zaal wordt soms gemopperd. ‘Een paar verlengsnoeren zouden handig zijn geweest’, vertelt Doggen, die samen met Jansen noodgedwongen een extra pauze inlast om hun laptops in het café op te laden. ‘We hadden natuurlijk ook met volgeladen laptops aan kunnen komen’, geeft Jansen toe. ‘Maar daar hebben wij niet aan gedacht.’
Meer studenten lijken dit probleem te hebben, zo blijkt in de gang en garderobe, waar de boorden aan de muur fungeren als sta-bureaus en zo’n beetje alle beschikbare stopcontacten bezet zijn.
‘Het bereik en de wifi is ook niet top, dat maakt het wel ingewikkeld’, vult Smit aan. ‘Maar je moet gewoon bewust uitkiezen wat je gaat doen.’
De hele middag kunnen de studenten vrij in en uit lopen en ze mogen zelfs koffie meenemen de zaal in. ‘Normaal gesproken mag je daar niks drinken’, vertelt Swart. De koffie is heerlijk, reageren Doggen en Jansen. Het zijn alleen geen UB-tarieven. ‘Je betaalt hier gewoon vier euro.’