Columns & opinie
We hadden nog nooit geroeid, dus begonnen we maar meteen met 100 kilometer
Normaal gesproken zou rond deze tijd de Ringvaart Regatta worden geroeid. Tijd voor een terugblik: ‘Tot overmaat van ramp blijk ik de minst fitte.’
Ivo Verseput
dinsdag 12 mei 2020

Terwijl wij - vier vadsige jongerejaars - staan te douchen, stapt de preses van Njord de kleedkamer binnen. Hij neemt onze lijven kort in zich op en zegt dan droogjes: ‘Ach ja jongens, massa is kassa.’

Een maand daarvoor besluiten drie huisgenoten en ik aan de Ringvaart Regatta mee te doen. Het is een tocht van 100 kilometer en we hebben allemaal nog nooit geroeid. Enthousiast stellen we regels op die het studentenleven onleefbaar maken: stoppen met roken en op een paar jokers na ook met drinken.

Natuurlijk lukt het niet ons aan die afspraken te houden, dus als we voor het eerst op de roeivereniging verschijnen, vallen we flink door de mand. De trainer zet ons ieder op zo’n kek roeiapparaat.

Onder de machines vormen zich algauw plasjes zweet, onze luchtwegen piepen en tot overmaat van ramp blijk ik ook nog eens de minst fitte, waardoor mijn huisgenoten me in het vervolg verwijtend aankijken als ik aan tafel naar de mayo grijp.

‘Onze boot lijkt gemaakt om niet vooruit te komen. Passerend water klotst er toevallig tegenaan’

Ons debuut op het water eindigt met fikse materiële schade. De kluns in de punt van de boot krijgt het voor elkaar bij het aanmeren een riem te breken, waarvan hij de helft dan maar als trofee in huis hangt. Alles moeten we dan nog leren, één jongen is de boeg, een ander de slag en peddels of spanen heten vanaf nu riemen.

Het hele jargon komt die eerste training voorbij en de jongedame die ons stuurtje wil zijn, wordt verboden haar schitterende zonnebril te dragen. Iedere vereniging haar eigen gewoontes, maar één wijsneus kan het niet laten op te merken dat Njord, ondanks haar nagenoeg duizend leden, nog altijd slechts een ondervereniging is. Die zonnebril blijft op.

Om de verschillende boten wordt vooraf ‘geloot’, en wij zijn niet verbaasd De Kraaiepoot toebedeeld te krijgen. We kunnen hem met zijn vieren amper tillen. De boot lijkt gemaakt om niet vooruit te komen, eerder klotst passerend water er toevallig tegenaan.

Op de wedstrijddag steken we al snel de Kaag over. We lachen onbeleefd hard om vijf meiden van wie de boot volgelopen is, maar de 95 kilometers die volgen valt er aan boord niets anders te horen dan onze zitjes, schurend over hun roestige rails. Na 13,5 uur roeien komen we in een donker Delft trots over de finish, waar het feest allang begonnen is, en de uitreiking voorbij.

 

Ivo Verseput studeert geschiedenis