
To be a Nederlander is to be really vervelend over fietsen.
Je kan de gemiddelde Nederlander in het buitenland dan ook niet alleen spotten door de helse-witte-sokken-in-sandalen-combo, maar ook doordat je ze van een afstand in sterk Dunglish ‘IN THE NETHERLANDS WE HAVE MORE BIKES THAN PEOPLE’ hoort tetteren.
Fietsen is onze identiteit. Fietsen is leven.
Fietsen kan alleen niet iedereen even goed.
Onder de fietsende Nederlander begeeft zich namelijk een verschrikkelijke, hopeloze en levensgevaarlijke groep trappers. Hoewel ik begrijp dat u nu meteen denkt aan de wielrenner, heb ik het over een bepaald afschuwelijk type recreatiefietser, zijnde: de boomer op een e-bike.
Want hoewel er genoeg te zeiken valt over VanMoofs of Phatfours, wil ik het even hebben over het soort fietser dat gebruikmaakt van de ‘OG’ e-bike. Denk hierbij aan een a-sexy, praktisch en vooral degelijk model van het merk Gazelle, Batavus of Cortina.
Wat boomers op e-bikes zo ondragelijk maakt, is dat ze als mens niet (meer) bedoeld zijn om zo hard te gaan, maar het toch doen. Hard fietsen in de stad is voor forensen die hun trein moeten halen, studenten die zich voor een bijbaan (of, oké, college) hebben verslapen of hobbywielrenners die de laatste kilometers naar huis willen sprinten.
Hard fietsen is specifiek níet voor bejaarden in een afritsbroek die hun eigen snelheid niet onder controle hebben én niet snel kunnen of durven te reageren in het verkeer.
Ik schrijf dit bittere relaas uit woede, omdat ik vorige week inderdáád werd aangereden door een lid van deze heuse bikergang toen ik een drukke weg over wilde steken.
Ik had links gekeken, rechts gekeken en werd – terwijl ik weer naar links keek – gevloerd door een baviaan op een opschietfiets die met twintig kilometer per uur de hoek om gescheurd kwam en ‘HO! HO! HO! PAS OP!’ blèrde terwijl haar wiel al in mijn been hing.
Ik en mijn fiets op de grond, de inhoud van mijn tas verspreid over het fietspad.
Maar de boomer?
Nowhere to be found.
Terwijl ik in verbijstering op het asfalt zat en er op drie plekken bloed uit mijn lichaam kwam, zag ik madame boomer een paar meter wat afremmen, boos achterom kijken, even twijfelen en vervolgens – ja echt – weer DOORFIETSEN.
Terwijl de kinderlijke schaafwonden (we noemen het schoolplein-chic) op mijn lichaam langzaam helen, heb ik bedacht dat alle e-bikes vanaf nu uitgerust dienen te worden met kattenbelletjes. Ze op tijd zien aankomen zit er toch niet in en verwachten dat ze zelf verstandig deelnemen aan het verkeer is ook kansloos, maar misschien kunnen we de wegmisbruikers zo voortaan horen nog vóórdat ze met tientallen kilometers per uur je frame inrammen.
Maia de Quay studeert rechten