Columns & opinie
Waarom ik toch geloof in divinity consultants en sacred designers
Wat maakt een goed thuiswerkritueel? Tijdens deze pandemie ontdekte ik hoezeer onze Tempel der Redelijkheid toch ceremonies nodig heeft, meer dan ik zelf aanvankelijk wilde toegeven.
Benjamin Sprecher
dinsdag 16 februari 2021

Een paar maanden na de het begin van de pandemie las ik een prachtig New York Times-artikel dat mij deed gruwelen maar tegelijkertijd ook mateloos interesseerde. Het ging over de opkomst van de zogeheten divinity consultant (waarover later meer). Ik had het minder meesmuilend gelezen als ik had geweten dat ik hetzelfde concept onmiddellijk fantastisch vond toen het mij niet in de licht cynische toon van het krantenartikel werd gepresenteerd, maar met het jeugdige enthousiasme van mijn student-assistent.

De westerse samenleving, en zeker Nederland, is met de loop der jaren steeds minder religieus geworden. Maar de mens heeft nou eenmaal intrinsiek behoefte aan spiritualiteit en vooral de rituelen die daaraan uiting geven. Zo zit ons dagelijkse kantoorleven vol met kleine ritueeltjes, die ons kapitalistische bestaan van zingeving voorzien.

Dit geldt natuurlijk voor elke overwerkte neoliberale kantoorslaaf, maar in het bijzonder voor universiteitspersoneel. Wij doen bijna niets anders dan werken, dus moet de universiteit ook aan onze behoefte aan rituelen voldoen (maar niet spiritualiteit: dat is een vies woord in onze Tempel der Redelijkheid).

Promoveren is een perfect voorbeeld. Het promotiezaaltje hangt helemaal vol met in een tamelijk specifieke stijl geschilderde portretten. De pedel kondigt er luidkeels met een archaïsche staf in de hand en in het Latijn aan dat de tijd verstreken is. De hoogleraren hijsen zich in een bizar gewaad. Het is werkelijk waar fantastisch, en toen ik promoveerde beleefde ik het toch echt een beetje als een spirituele ervaring.

Maar ja, promoveren tijdens corona? Dat doe je via een videoverbinding.

Maar het gaat ook om kleinere dingen. Werkgroepen met studenten zijn online gewoon niet hetzelfde. Er is geen koffierondje meer. De wekelijkse afdelingsvergaderingen, een moment waar ik vroeger oprecht naar uitkeek, zijn veranderd in een opsomming van droge statusupdates.

Echter, in onze marktgedreven samenleving moet je dit niet zien als een probleem, maar als een potentieel nieuw businessmodel.

Het NYT-stuk beschrijft hoe er in Amerika een hele beweging is ontstaan van theologiestudenten die met startups de markt voor ritual consultants, sacred designers en soul-centered advertisers bestormen.

Nu werkdagen zijn veranderd in Teams-meetings worden nieuwe kantoorrituelen een potentieel businessmodel

Wat doen deze startups? De theoloog-entrepreneurs gebruiken hun kennis van traditionele religieuze rituelen om nieuwe kantoorrituelen te ontwerpen, die uniek zijn voor hun corporate klanten. Pre-corona was dit gewoon een leuk extraatje. Je kreeg al loon, en daarnaast ontving je ook nog wat betekenisvolheid bij je werk. Maar nu de werkdagen zijn veranderd tot in elkaar overlopende Teams-meetings wint het concept aan terrein.

Wat maakt een goed thuiswerkritueel? Bij het koffiedrinkmomentje gaat het er niet alleen om dat je elkaar ziet, maar ook dat je gezamenlijk de geur van koffie ervaart - wat iedereen even op een fysieke manier verbindt. Dat gemis werd nu goedgemaakt door aan het begin van de meeting bijvoorbeeld allemaal aan een kaneelstokje te ruiken of een kaarsje aan te steken.

Goed, dat ging ik mijn studenten natuurlijk niet aandoen bij het begin van elke scriptiebespreking. Binnen de kortste keren was ik het hele concept vergeten.

Vroeger had ik om de week een bijeenkomst met mijn afstuderende studenten om thesisproblemen of interessante artikelen te bespreken. Meestal deden we dat op vrijdagmiddag, en gingen we daarna ergens in de stad een drankje doen. Een geliefd ritueeltje bij de studenten, zeker omdat ik het eerste rondje haalde.

Dit jaar had ik dat op een lager pitje gezet, maar ik ben toch maar weer begonnen om de bijeenkomsten online te organiseren. En toen kwam mijn fantastische student assistent met het lumineuze idee om de studenten een thuispakketje toe te sturen, met een biertje of chocolade of iets dergelijks. Dan konden we toch een beetje gezamenlijk borrelen. Ik was onmiddellijk enthousiast.

Pas bij het met veel aandacht selecteren van de chocolaatjes viel het kwartje. Misschien is onze universiteit toch meer tempel en minder redelijkheid dan ik had gedacht.


Benjamin Sprecher is onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen