Columns & opinie
Door Al Bowlly (en mijn slingergrammofoon) weet ik weer waarom ik historicus ben
Uitpluizen, kleur en betekenis terughalen uit een zwart-wit geworden tijdperk: een plaat aanslingeren van de vergeten zanger Al Bowlly is een mooie metafoor voor het metier van historicus.
Remco Breuker
woensdag 27 mei 2020

Al Bowlly was een van ’s werelds populairste zangers, the Ambassador of Song. Maar zo vergaat ’s werelds roem, want Bowlly wordt nu slechts nog door een paar mensen gekend en door nog minder beluisterd.

Dat is een onverdiend lot voor de beste zanger uit de twintigste eeuw die meer dan duizend platen heeft opgenomen tussen 1927 en zijn voortijdige dood in 1941, toen een bom van de Luftwaffe voor zijn appartement in London explodeerde. De schokgolf deed de slaapkamerdeur uit zijn sponningen schieten en op Bowlly’s hoofd landen.

Bowlly was het kind van Griekse en Libanese ouders, werd geboren in Mozambique en groeide op in Zuid-Afrika. De paar overgebleven filmopnames laten een charmante man zien, verzorgd, innemend, niet erg groot, maar met een grote aanwezigheid. Volgens een van zijn oude bandleiders was Bowlly een echte ladies man, het prototype van Milan Kundera’s lyrische versierder die in elke vrouw in elk nieuw stadje op tournee weer de ware dacht te hebben gevonden.

Al Bowlly is een constante motivatie voor mij om historicus te blijven.

Ik draai zijn platen met behulp van een zeer verouderde technologie die nog maar in zeer weinig huizen aanwezig zal zijn: de slingergrammofoon. Niet zo een met een grote hoorn, maar eentje met een beschaafde ingebouwde luidspreker en deurtjes ervoor waarmee je het volume regelt door ze te openen of juist te sluiten.

Een weerbare vriend merkte op dat mijn grammofoon volledig apocalypsproof is, want als the shit hits the fan en de elektriciteit verdwijnt, kan ik nog gewoon muziek draaien. Ook is het ding groen: het verbruikt geen stroom en alle muziekdragers zijn op z’n laatst zeventig jaar geleden vervaardigd.

Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze overwegingen volledig secundair zijn. Sta mij toe een afgesleten (en toegegeven ergerlijk) cliché te debiteren: de muziek en de afspeeltechnologie zijn levende geschiedenis.

Het aanslingeren van platen en het om de tien nummers verwisselen van de naald geeft genoeg tijd tot overdenking. Een slingergrammofoon zet aan tot slow music. Op één kant staat één nummer dat niet langer duurt dan een minuut of drie. Je kunt niet makkelijk iets anders doen terwijl je luistert - een column schrijven doe je beter met streaming muziek. Je krijgt direct terug wat je erin stopt: het is letterlijk handwerk en er zijn geen short cuts. Bovendien is de geluidskwaliteit ondanks alle inspanningen zodanig dat je niet altijd weet wat je hoort.

Dit is wat mij betreft een mooie metafoor voor het metier van historicus.

‘Je hoeft alleen maar te luisteren om het mee te maken’

Op de slingergrammofoon luister ik bijna uitsluitend naar Britse dansmuziek uit de jaren ’20 en ’30 (denk aan Vera Lynns We’ll Meet Again). Maar hoe Brits deze muziek ook is, zij werd in de historische werkelijkheid gekenmerkt door een hybriditeit waar in de weergave ervan toen en zeker ook later weinig plaats was.

Al Bowlly bevond zich als buitenlander met buiten het Britse rijk geboren ouders in goed gezelschap: de bekende namen mochten die van Britse bandleiders zijn, veel musici waren immigranten. De vele, vaak vernieuwende zwarte bands uit deze tijd zijn – zoals wel vaker – verzwegen en de verhalen gebleekt, al komen deze nu beetje bij beetje naar boven. En deze muziek gaf zelf weer aanzet tot meer hybriditeit. Het weerklinkt bijvoorbeeld in de 78-toeren platen uit deze tijd in Japan, Korea, Vietnam.

Elke draai aan de slinger brengt een stukje Al Bowlly terug; elke keer klinkt hij hetzelfde, maar elke keer is hij ook weer een beetje grijzer gedraaid. En in die momenten dat ik slinger opdat ik zijn stem weer kan horen, spookt vaak dezelfde vraag door mijn hoofd: wat verdween er en wat bleef er toen die slaapkamerdeur op Al Bowlly’s hoofd landde? De verstilling in tijd van Al Bowlly, in het schellak van de platen, biedt een bedrieglijk makkelijk lijkende toegang tot de geschiedenis; dit was immers de muziek die werd gedraaid tijdens de Blitz!

Je hoeft alleen maar te luisteren om het mee te maken. Zeker met een echte slingergrammofoon is de illusie sterk. Maar wat blijft was er niet en wat er was bleef maar gedeeltelijk. Met de verschijning van de nu voor altijd onveranderlijk vastgelegde stem van Al Bowlly verdwenen zijn verhalen, verloor zijn veelgeschakerdheid langzaam maar zeker kleur en zijn ambiguïteit haar tweeslachtigheid, won één verhaal het van al die andere verhalen die ook Al Bowlly geweest waren.

Dat uitpluizen, de kleur en betekenis terughalen uit een zwart-wit geworden tijdperk is wat mij betreft geschiedenis. Heel wat slingerwerk, maar wat een muziek.

 

Remco Breuker is hoogleraar Koreastudies