Columns & opinie
Waarom een bachelorscriptie wel degelijk nut heeft
Na het inleveren van mijn bachelorscriptie viel er een vernietigend oordeel op de digitale deurmat: het was maar zeer de vraag of een voldoende ooit haalbaar was.
Ivo Verseput
dinsdag 24 november 2020

In Mare stelt hoogleraar Moderne Japan Studies Katarzyna Cwiertka voor om de bachelorscriptie optioneel te maken. Het zou de werkdruk van docenten doen afnemen, terwijl de kwaliteit van wél geschreven scripties juist moet stijgen. Ik weet niet of het een goed idee is – studenten zullen toch ooit ook een masterscriptie moeten schrijven, schuiven de problemen dan niet op naar die groep en hún begeleiders?

Tegen het einde van de bachelorfase van mijn geschiedenisstudie kreeg ik de briljante ingeving om onderzoek te doen naar de toon van verslaggeving van naoorlogse emigratie naar Canada in Nederlandse kranten. Was er sprake van aan- of ontmoediging om te vertrekken?

Artikelen te over in de geniale online krantendatabase Delpher, het bleek alleen een beetje lastig om iets als een toon te meten, en veertien dagen na het inleveren verscheen er een vernietigend oordeel op de digitale deurmat: niet eens een vijf en bij een nieuwe versie zou het maar zeer de vraag zijn of een voldoende haalbaar was.

De hoogleraar in haar begeleidende mail: ‘Het is een kans, maar ook een risico.’

Nou, dan weet je het normaal gesproken wel.

‘Eén middagje nam ik vrij. En wie kwam na drie slokken bier aangelopen?’

Maar ik was al ernstig vertraagd en kon me geen extra semester meer veroorloven. In de hal van de VU in Amsterdam, in Leiden werd verbouwd, somde ze in een zeer rap tempo op wat er allemaal aan mijn kleine kunstwerk ontbrak, wat zoveel was dat ik in de tram nog maar een fractie van het commentaar kon reproduceren. Ik hield me vooral vast aan haar woorden dat ‘het met heel hard werken zou kunnen lukken’.

Terwijl Leiden veranderde in de vakantiestad die het voor studenten kan zijn, met overal bootjes, volle terrassen en barbecues op straten en pleinen, heb ik mezelf drie warme weken lang opgesloten in de Plexus. De behoorlijk contrasterende sfeer van die studielocatie is door collega Maia al eens treffend verwoord.

Eén middagje nam ik vrij. Op het bankje voor mijn huis dronk ik een flesje bier, en wie kwam na drie slokken aangelopen? De hoogleraar - ik vluchtte geschrokken naar binnen. Of zij mij heeft gezien, en of het haar überhaupt wat had geïnteresseerd, weet ik niet.

Ze gaf me een zes en bestempelde de resultaten van mijn eindwerkstuk bij de diploma-uitreiking als ‘saai, maar wel erg instrumenteel’. De aanwezigen klapten bijna even hard als voor de cum laude afgestudeerden, en misschien is de tweede typering wel een heel geschikte omschrijving van het nut van de bachelorscriptie als geheel: erg instrumenteel.

Ivo Verseput is student Nederlands