Columns & opinie
Topsport is hard, ook in de lokale kelderklasse
Sinds kort ben ik de trotse spits annex grensrechter van de heren zondag vier van L.V. Roodenburg. De wetten van de topsport zijn hard, en gelden blijkbaar ook in de onderste regionen van het vaderlandse amateurvoetbal, maar we laten de moed niet zakken.
Omar Ghaly
donderdag 9 december 2021

Een zomerse bui van nostalgie drijft een mens soms tot rare uitspattingen. Een paar maanden terug had ik zo’n bui. Ik dacht terug aan de korte en weinig succesvolle tijd dat ik in de B’tjes voetbalde en dat het zo jammer was dat ik daar mee gestopt was.

Niet lang daarna werd ik gescout voor een studententeam in aanbouw. Ik besloot dat ik dit teken van boven niet kon negeren en stofte mijn oude kicksen weer af.

Sindsdien ben ik de trotse spits annex grensrechter van de heren zondag vier van L.V. Roodenburg, een voetbalvereniging in de buurt van de Willem de Zwijgerlaan. Wij spelen in het, naar mijn weten, laagste niveau van de lokale kelderklasse.

Onze voorbereidingen voor het seizoen begonnen voortvarend. We trainden iedere woensdag tot we erbij neervielen en keken uit naar de eerste wedstrijden die we als team zouden spelen.

De eerste wedstrijddag bleek dat we een lang seizoen voor de boeg hadden. We werden afgedroogd met 11-0 en dat was niet bepaald tegen het spelbeeld in.

De wetten van de topsport zijn hard, ook in de onderste regionen van het vaderlandse amateurvoetbal. Toch lieten we de moed niet zakken. We bleven trainen, strijden voor iedere meter en voor iedere bal, en werden beter.

'Het echte leven is geen kinderfilm, maar een nihilistische arthouse-film'

Was het leven een kinderfilm, dan zouden we nu iedere wedstrijd winnen en aan het einde van het seizoen er met de kampioensschaal vandoor gaan. Helaas lijkt het echte leven meer op een nihilistische arthouse-film. We wachten nog steeds op de eerste punten, de eerste wedstrijd die we niet verliezen.

Maar er gloort hoop aan de horizon.

Ik neem u mee naar onze laatste wedstrijd. Het weer was druilerig, koud en kil. De wedstrijd werd door een wrede speling van het lot (of hoe je de wedstrijdplanner van de KNVB ook wil noemen) vroeg in de ochtend – vroeg zijnde rond de klok van half tien – afgewerkt. We speelden uit tegen de nummer één, een tegenstander die in ons hoofd tot mythische proporties was opgeblazen. Op het veld bleken we te beschikken over maar negen man.

'We waren klaar voor een afslachting'

Mensen hadden zich verslapen. De tiende speler stond op een veldje naast ons een balletje te trappen en bleek achteraf de beste man aan onze zijde te zijn.

We waren klaar voor een afslachting. Met elf man was het al schier onmogelijk een resultaat te halen, met zijn tienen vreesden we een blamage van 14-0, een onbedoeld eerbetoon aan wijlen Johan Cruijff.

We groeven ons in en hoopten op het beste. Wonder boven wonder was de schade na de eerste helft beperkt, 3-0 in het voordeel van de thuispartij. Na de rust stonden we zelfs met elf man in het veld, een van de schone slapers was net op tijd wakker geworden. We wisten zelfs nog te scoren en eindigden de wedstrijd met een respectabel verlies van 6-1.

Met die eerste punten moet het wel goedkomen. En ik, ik droom nog stiekem van een WK. Is het niet komend jaar in Qatar, dan toch zeker in 2026. Het belletje van de Egyptische bondscoach wacht ik wel af.

Omar Ghaly is student Egyptologie