Columns & opinie
Red ons! Slechte koffie brengt innovatief onderzoek in gevaar
Cafeïne is van levensbelang voor de wetenschap, betoogt promovendus Julia Wasala. Maar behalve goede koffie zijn er ook werkende automaten nodig.
Gastschrijver
donderdag 17 april 2025

In een vleugel van het Gorlaeus, bij instituut LIACS waar ik werk, is menig ochtend een interessant fenomeen te aanschouwen. Groepjes onderzoekers dwalen door de gangen met lege mokken en wazige blikken, zoekende naar werkende koffieautomaten.

Het is intussen een ochtendritueel geworden: bijna elke ochtend dat ik op kantoor kom, moet ik drie tot vier apparaten af voor ik mijn cafeïneverslaving kan voeden. Dat is bijna een workout, omdat er overal zware beschermdeuren zijn waar je alleen met een LU-card doorheen kan.

Maar vaak vraag ik me af: waarom doe ik dit eigenlijk? Onze koffie staat namelijk niet bepaald bekend om haar goede smaak.

Bij LIACS noemen we het beestje bij de naam. Toen het instituut nog in het Snellius zat, heeft een van mijn collega’s het etiket ‘koffie’ op een automaat – die open was gelaten tijdens onderhoud – veranderd in ‘slootwater’. Recent zei een student: ‘Het is toepasselijker om het te beschrijven als bovenwater dan koffie.’

Veel van mijn collega’s hebben de koffie uit de automaat dan ook maar helemaal opgegeven. Mijn begeleider haalt alleen nog maar koffie in de Science Brasserie. Een andere collega zei: ‘Ik heb persoonlijk geen problemen met de koffieautomaat sinds ik thee maak met de waterkoker.’

Warmhoudmok

Wie het nog niet heeft opgegeven, overweegt het op zijn minst. Wij kregen afgelopen kerst een warmhoudmok met het LIACS-logo cadeau. Tijdens de bekendmaking op het kerstfeestje in Scheltema fluisterde ik naar mijn collega: ‘Dat is zeker zodat we onze eigen koffie van huis kunnen meenemen, en niet meer die azijn uit de automaat hoeven te drinken.’

Bovendien werken de automaten vaak niet of zijn ze traag. En dat terwijl cafeïne belangrijk is voor onze productiviteit en de koffieautomaat een belangrijke plaats van samenkomst is, waar wij informatici – die niet bijzonder bekendstaan om onze sociale vaardigheden – elkaar kunnen ontmoeten. Het is een plek waar je je onderzoek kunt bespreken met je collega’s, of even stoom kunt afblazen.

Er valt niet te ontkennen dat er weinig onderzoek gedaan wordt zonder (goede) koffie. Een gebrek daaraan brengt ons vooruitstrevende onderzoek dan ook in gevaar.

Ik denk dat ik mag spreken voor het hele instituut als ik zeg: college van bestuur, geef ons werkende apparaten met goede koffie. Daarbij geldt kwaliteit boven kwantiteit: een paar van mijn mede-promovendi en ik zijn bereid om minder koffie te drinken. Van het geld dat daarmee wordt bespaard kunnen betere koffieautomaten worden gekocht.


Julia Wasala is promovendus bij Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS)