De recente pro-Palestina-protesten op Nederlandse universiteiten hebben veel aandacht getrokken. De emoties lopen hoog op en de roep om actie tegen Israëlische instellingen klinkt luider dan ooit. Hoewel ik alle begrip heb voor studenten en collega’s die iets willen doen tegen de humanitaire ramp in Gaza, bereiken we een kritiek punt waarbij de acties antisemitisme in de hand dreigen te werken.
Als we de huidige protesten vergelijken met de reacties binnen universiteiten op de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, zien we een belangrijk verschil. De boosheid over de Russische agressie is duidelijk gericht op de Russische overheid en met name op president Poetin.
Banden met Russische universiteiten zijn weliswaar verbroken, maar expliciet als een tactisch middel om druk uit te oefenen op het regime, niet als een aanval op het Russische volk. Desondanks hebben veel onschuldige Russen in Nederland te maken gehad met intimidatie en discriminatie als gevolg van de oorlog en de woede die dit bij Nederlanders opriep.
Bij de huidige protesten valt op dat de vaak algemene kritiek gericht is op Israël als geheel in plaats van op premier Netanyahu en zijn regering. De banden met Israëlische universiteiten moeten niet doorbroken worden als machtsmiddel, maar omdat er intrinsieke problemen met deze universiteiten zouden zijn. Dit onderscheid is problematisch, mede omdat er óók binnen Israël (inclusief de universiteiten) protesten zijn tegen het regeringsbeleid.
Het redden van levens van onschuldige burgers in Gaza zou het voornaamste doel van de protesten moeten zijn. Je kan je echter afvragen of het boycotten van Israëlische universiteiten daar daadwerkelijk aan bijdraagt. Ik betwijfel of het Netanyahu(’s regering) wat uitmaakt met wie de universiteiten samenwerken. Economische sancties zouden volgens mij veel meer effect op de regering hebben, maar daar wordt door de demonstranten op de universiteiten niet toe opgeroepen.
Ook is het opvallend dat er weinig aandacht is voor de Israëlische gijzelaars in Gaza. Netanyahu legitimeert veel van het geweld met het argument dat het nodig is om de gijzelaars terug te krijgen. Als Hamas de gijzelaars zou vrijlaten, zou Netanyahu’s agressie moeilijker te rechtvaardigen zijn in de internationale politiek.
Door het verwaterende onderscheid tussen de Israëlische overheid en het veelzijdige Israëlische volk, vrees ik dat de pro-Palestina-protesten antisemitisme in de hand kunnen werken. Er is een gevaarlijke tendens zichtbaar waarin joden, simpelweg omdat ze enige wens voor een Joods thuisland koesteren, direct worden weggezet als medeplichtige ‘zionisten’.
Door uitspraken als ‘het stoppen van het koloniale project Israël’ komt de retoriek van sommige academische pro-Palestina-groepen erg dichtbij het in twijfel trekken van het bestaansrecht van Israël. Het spreekt van de grootste naïviteit om te denken dat deze retoriek op geen enkele manier antisemitisme in de hand kan werken.
Antisemitisme
We zien al maanden een sterke toename aan antisemitische incidenten in Nederland. Een recent dieptepunt voltrok zich rond een optreden van het Jerusalem Quartet in Amsterdam dat vanwege toenemende dreiging en aangekondigde demonstraties bijna werd geannuleerd.
Normaliter zou er niets controversieel zijn aan een concert waar Debussy en Mendelssohn gespeeld wordt. Maar zodra het concert door Israëliërs wordt uitgevoerd, zou het culture washing zijn.
Hier vindt duidelijk een vermenging plaats tussen degenen die verantwoordelijk zijn voor het geweld in Gaza en degenen die toevallig in Israël zijn geboren. Het is niet ondenkbaar dat dit soort sentimenten en redeneringen overslaan op Israëlische en Joodse wetenschappers binnen onze universiteiten.
Onze academische gemeenschap hecht grote waarde aan inclusiviteit. Net zoals we zorg besteden aan het respecteren van voornaamwoorden en aandacht hebben voor een veilige werkcultuur, moeten we dezelfde zorgvuldigheid beoefenen in onze protesten. Woorden doen ertoe, en we moeten ervoor zorgen dat onze woede zich richt op de mensen die daadwerkelijk verantwoordelijk zijn.
De marginale invloed die de protesten van de afgelopen weken hebben op de levens van onschuldige Palestijnen, mag niet ten koste gaan van de veiligheid van onschuldige mensen hier.
Generieke haat begint wanneer het onderscheid tussen het individu en de massa verdwijnt. Is dit de rol die de academische gemeenschap wil spelen?
Naor Scheinowitz is natuurkundige en doet onderzoek bij de Sterrewacht Leiden