In het artikel ‘De politie hoort hier niet op de uni’ (Mare 1, 7 september) betoogt universitair docent Judith Naeff dat het college van bestuur vooral niet moet ingrijpen in het geval de universiteit binnenkort wordt bezet, wat volgens Naeff ‘niet ondenkbaar is’. Deze bedenkelijke zinspeling op een illegale bezetting getuigt van een pijnlijke onwetendheid over en zorgwekkende afwijzing van de universitaire democratie.
Volgens Naeff zou de representatieve democratie op de universiteit niet naar behoren functioneren. Adviezen van de medezeggenschapsraden zouden consequent in de wind worden geslagen door het bestuur, ‘vrijwel altijd uit financieel belang’.
Slimme camera's
Ironisch genoeg toont Naeff zelf de onjuistheid van haar eigen bewering aan door hét voorbeeld bij uitstek aan te halen waarin de medezeggenschap haar kracht liet zien. In het najaar van 2020 had het college 371 slimme camera’s opgehangen die diverse persoonsgegevens konden verzamelen. Nadat Mare dit onthulde, ontstond er een levendige discussie over de wenselijkheid hiervan in de universiteitsraad.
Uiteindelijk werden de slimme camera’s stuk voor stuk verwijderd. Niet als gevolg van de ‘demonstraties, brieven en opiniestukken’ zoals Naeff beweert, maar door een negatief advies van de universiteitsraad, waar het college van bestuur onvoorwaardelijk naar besloot te luisteren. Een illustratief toonbeeld van de werking van onze universitaire democratie.
Het valt niet te ontkennen dat de medezeggenschap voor uitdagingen staat. De opkomstpercentages bij de universitaire verkiezingen zijn bijvoorbeeld laag en vertonen een dalende trend. Maar om de medezeggenschap aan de kant te schuiven en een toevlucht te zoeken in de verheerlijking van een illegale bezetting, waarbij een pop-up kapper, colleges over biodiversiteit en yogalessen zouden leiden tot ‘een transformerende ervaring’, getuigt van een zeer bedenkelijke afwijzing van democratische waarden en normen.
Verkiezingen
Zo’n toevlucht miskent onterecht de potentie van inspraak aan onze universiteit. Het college van bestuur kan namelijk vaak simpelweg niet om de medezeggenschap heen. Zo heeft het college instemming van de universiteitsraad nodig als het gaat om de hoofdlijnen van de begroting, het strategisch plan en ja zelfs als het gaat om de door Naeff zo gehekelde investeringen in vastgoed. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het adviesrecht, informatierecht, hoor- en medebenoemingsrecht, recht tot agendering, initiatiefrecht, het recht op overleg met de bevoegde bestuurder, procesrecht, en het recht om een geschilprocedure te starten… En dat betreft slechts de universiteitsraad, wat te denken van de faculteitsraden, dienstraden en opleidingscommissies?
In plaats van fantaseren over het platleggen van onderwijs en onderzoek zouden zij die zich bekommeren om universiteitsbeleid een bijdrage moeten leveren aan de universitaire democratie.
Zowel docenten- als studentenpartijen staan te springen om enthousiastelingen die zichzelf verkiesbaar willen stellen. Met een goede dosis motivatie en enig politiek vernuft kun je als raadslid je stempel drukken op het beleid van de universiteit.
Die mogelijkheid moeten we blijven koesteren, waarderen en benutten. Laten we daartoe oproepen in plaats van fantaseren over illegale bezettingen waar studenten en docenten de dupe van zijn.
Bram Leferink op Reinink is medezeggenschapsfunctionaris en masterstudent International Relations aan de Universiteit Leiden