Columns & opinie
Opinie: Publicerende student verdient extra punten
Voor een student is het vaak lastig een ontdekking gepubliceerd te krijgen, merkte Auke-Florian Hiemstra. Beloon degenen die het toch doen, betoogt hij.
donderdag 22 juni 2017

Er zijn veel momenten waarop je je voor het eerst een bioloog kan voelen. De eerste keer dat je een labjas aantrekt, wanneer je er zonder te struikelen feilloos een Latijnse naam uitgooit of de eerste keer dat je écht iets nieuws ontdekt. Jammer alleen dat veel Leidse ontdekkingen onopgemerkt zullen blijven. 

En dat ligt niet aan jou, maar aan de universiteit.

Ik klom wekenlang in bomen om slakken te vangen, hun huisje te nummeren en nagellakken om daarna de slakken weer terug te zetten. Ik keek naar de correlatie bloemgrootte en tonglengte en moest bijen laten overgeven om hun tong te meten. Ik fietste door Leiden met een enorme speaker om vervormde alarmroepen van meeuwen af te spelen en te zien hoe echte meeuwen daarop reageerden.

Vaak waren dit kleine onderzoekjes van enkele weken. Een ontdekking bleef vaak uit: het onderzoek was te kort, te klein of onvolledig, diende als pilot voor een onderzoeker of was gewoon iets om studenten bezig te houden. Misschien was het zelfs een experiment om te zien hoe ver een student gaat voor studiepunten.

Maar bij biologie krijg je in je bachelor een half jaar, en in je master zelfs tot anderhalf jaar om aan grotere projecten te werken en écht de diepte in te gaan. Dan is het ineens een stuk minder onwaarschijnlijk dat je iets ontdekt dat nog niet bekend was. Onderzoek doen betekent beurzen aanvragen, literatuur lezen, experimenten uitvoeren, veld- en labwerk doen en statistiek verrichten: eigenlijk alles wat een bioloog zou moeten kunnen op één ding na.

Je geeft een presentatie, levert je verslag in en dan houdt het op. Had je iets ontdekt? Ssst, niks zeggen. Het is alsof niemand het mag weten.

Zoals archeoloog Pitt Rivers ooit schreef: ‘A discovery dates only from the time of the record of it, and not from the time of its being found in the soil.’ En zoals Naturalis-onderzoeker Steve Donovan in zijn nieuwe boek Academic writing for Earth Scientists aanvult: ‘An unpublished thesis is just that, unpublished.’

Op de universiteit krijg je een leuk cijfer en daarna is het ‘ga maar weer bier drinken’. Maar is niet juist het idee van wetenschap dat anderen kunnen voortbouwen op reeds gedane ontdekkingen?

‘If I have seen further, it is by standing on the shoulders of giants’, zei Newton in 1676. Hiermee bedoelde hij niet langer te zijn of beter te kunnen zien, maar dat hij door kon bouwen op ontdekkingen uit het verleden. Wat als die ontdekkingen nooit opgeschreven waren? Dan had Newton een appel op z’n hoofd gekregen en enkel gedacht: ‘Auw’.

Na een onderzoeksproject zoemt het in de gangen van de mogelijkheid tot publiceren. Maar als je na een paar weken vraagt hoe het ermee gaat, kijkt iedereen je ongemakkelijk aan, ondertussen iets mompelend als: ‘Ja, moet ik weer eens mee aan de slag’, ‘ben nu weer met een vak bezig’, en variaties daarop.

Een ontdekking doen kost moeite, maar het vergeten ervan helemaal niet.

Door de universiteit wordt het delen van je bevindingen niet aangemoedigd, eerder ontmoedigd. ‘Tijdens je studie gaan jullie toch niet publiceren’, kregen we aan het begin van de master te horen van onze vakreferent, die nog wel als functie heeft ondersteuning te bieden bij wetenschappelijk publiceren. Je hebt tijd nodig om een universitair verslagje naar het niveau van een échte wetenschappelijke publicatie te tillen. En die tijd is er niet: er begint gewoon weer een volgend vak.

Steve Donovan vond het zonde toen weer een studentenonderzoek dat hij begeleidde in de vergetelheid dreigde te raken en schreef de ontdekkingen van een slechts twee weken durend bacheloronderzoek zelf om tot wetenschappelijk artikel. Hij publiceerde het in een peer reviewed journal met als eerste auteurs zijn studenten. ‘We hebben laatst zelfs een eerste citatie gehad’, zei een van hen onlangs. ‘Iemand heeft ons onderzoek zowaar al nodig gehad!”

Studenten aanmoedigen is niet alleen een teken dat de academie ze als aanstaande onderzoeker serieus neemt, het misstaat ook zeker niet op hun cv en vergroot dus de kans dat ze goed terechtkomen. Daarnaast is peer review ook nog eens een intensief leertraject waarbij je advies krijgt van experts uit het vakgebied. In een competitieve academische wereld waarin het principe ‘publish or perish’ geldt, kun je het schrijven niet snel genoeg leren. En wordt een onderzoeksinstelling niet beoordeeld op de hoeveelheid artikelen?

Ik stel iets nieuws voor. Krijg je je onderzoek peer reviewed gepubliceerd? Dan mogen daar best wat studiepunten tegenover staan. Ook de docent die extra tijd investeert om samen tot een publicatie te komen moet hiervoor worden gecompenseerd.

Als je de regels van het keuzevak ‘Literature review’ wat om zou buigen, heb je voor de student eigenlijk deze formule al. Niet elk onderzoek zal voor zo’n vervolg in aanmerking komen maar zelfs als je een studie gerepliceerd hebt of niet het gewenste resultaat hebt verkregen, kan publiceren nog zeer waardevol zijn, laat staan bij echte ontdekkingen.

Het meest ‘wetenschapper’ voelde ik me toen ik tijdens mijn bachelor mijn eerste publicatie schreef, of eigenlijk vooral toen ik hem gedrukt in een wetenschappelijk tijdschrift zag staan. Dat wil je blijven voelen, en menig avond werk ik nu aan mijn volgende artikelen. Er is nog veel op komst!

Toen ik uitliep in mijn bachelor had ik ineens tijd om te schrijven en leerde ik meer dan ik bij menig vak heb opgestoken. De magie van een publicatie is onbeschrijfelijk en maakte dat ik door wil in het onderzoek en dat gun ik anderen ook.

Auke-Florian Hiemstra is student biologie