Columns & opinie
Omdat ik weer depressief ben, verfoei ik de wereld en mijn gedachten
Olaf Leeuwis
donderdag 16 maart 2023

Sinds enkele weken lijd ik weer aan een depressie. Ik kom met veel moeite uit bed, de afwas doen is al snel te veel gevraagd en op mijn borst rust de zwarte hond die teruggekeerd is. Alles is mogelijk maar ik ben tot weinig in staat.

Precies twee jaar geleden zat ik opgenomen in GGZ-Rivierduinen en nu zit ik maar een beetje op mijn kamertje te typen, niet wetende wat de laatste zin van deze column zal worden. Dat is misschien ook wel typerend voor een depressie: je weet nooit echt wanneer en hoe het eindigen zal. En dus staat de gehele trukendoos met zachte en stemmingsverheffende pleziertjes ook weer op tafel.

De grijze stratocumulus aan het hemelplafond leidt ertoe dat ik maar weer begonnen ben met het streamen van de warme deken Downton Abbey. Dat mundane gezeur van aristocraten over geldnood, terwijl ze lekker bij de open haard keuvelen en seintjes geven naar een footman om hun lege coup met champagne te vullen: ja, dat wil ik ook wel. Zo verlies ik me even uit mijn ellendige staat van zijn. Uit diezelfde trukendoos komen de kuurtjes meermaals douchen per dag, pakjes sigaretten roken, poëzie lezen, mezelf naar de sportschool slepen, mijn kamer opruimen en een verhoogde dosis antidepressiva innemen.

Dat alles hielp de vorige keer, dus dan zal het nu ook wel goedkomen.

‘De zwaarte van mijn cynisme kan zich niet inlaten met de hobby van de middelmatigen’

En telkens denk ik bij mezelf aan de causaliteit: ik zie alles opeens heel grauw, maar zie ik alles grauw omdat ik depressief ben of ben ik depressief omdat alles zo grauw is? Het blijft het grootste raadsel dat ten gronde ligt aan het fenomeen depressie.

Als ik bijvoorbeeld het station uitloop en word ge-unabomberd door flyerende partijmensen die met al hun kleuren en lachende grimassen zo in de clip van Shiny Happy People kunnen, vraag ik me af: waarom haat ik ze nu zo? Misschien omdat zij zich helemaal niet om mij bekommeren? Nergens in een partijprogramma staat immers: ‘We gaan Olaf Leeuwis uit zijn depressie helpen!’ Dat zou een antwoord kunnen zijn. Nu ik weer aan depressie lijd, merk ik dat ik snel toegeef aan de parasitaire neiging om alles om mij en mijn probleem te laten draaien. Dat de zwaarte van mijn cynisme zich niet kan inlaten met de hobby van de middelmatigen genaamd politiek, speelt echter ook mee. Dus zo’n flyer verscheur ik dan ook het liefst ter plekke.

Ik verfoei de wereld en mijn gedachten, maar aan de andere kant had ik de wereld en het leven überhaupt voor geen goud willen missen. Vanochtend hoorde ik de adagio uit Rachmaninovs tweede symfonie: dat horen is al genoeg om propaganda te schrijven vóór de mens en het leven.

Of het vooruitzicht dat ik volgende week weer naar het Concertgebouw mag. Dat ik dan de zaal binnenloop en de strijkers al een beetje aan het klooien zijn, terwijl door heel de zaal het rumoer van de bezoekers galmt. Daar zit al zoveel schoonheid in dat ik mij afvraag waarom ik nu dan weer zo weemoedig moet zijn.

Compleet onnodig, meneer Depressie, pak je koffer dus maar alvast want de lente komt eraan.

 

Olaf Leeuwis is student International Relations