Columns & opinie
Mijn werkdruk is mijn eigen schuld
Wij proberen te voorkomen dat onze planeet onleefbaar wordt (en als we dan toch ten onder gaan, dan liefst wel met een zo hoog mogelijke H-index). Interne motivatie, dus.
Benjamin Sprecher
donderdag 20 juni 2019

Tegenover mij zit een hoogleraar. ‘Kijk’, begint hij na even te hebben nagedacht, ‘volgens mij moet je gewoon beter leren nee zeggen’. We hebben het over een project, en ik twijfel om daaraan deel te nemen. Niet omdat het niet leuk is, maar omdat ik de afgelopen jaren vaker wel dan niet 80-urige werkweken heb gemaakt.
‘Ja’, antwoord ik. ‘Nee zeggen, dat doe ik nu toch ook?’
‘Ho, ho, ho!’ De hoogleraar maakt een afwerend gebaar. ‘Het is de vraag waar je nu precies nee tegen zegt.’
Mijn pogingen om werkdruk onder controle krijgen. Laten we ze middelmatig succesvol noemen.

Zo tegen het einde van mijn tweede jaar als universitair docent heb ik in ieder geval wel een beter beeld van waar die werkdruk vandaan komt. Tijdens het eerste jaar was alles compleet nieuw en kostte het werk me oneindig veel meer tijd dan ik voor mogelijk had gehouden. In het tweede jaar zei ik tegen alles wat me wel leuk leek: ja. Het komende, derde jaar, wordt vermoedelijk symptomatisch waarom zoveel van mijn collega’s meer werkuren maken dan strikt noodzakelijk.

Van vrienden in het bedrijfsleven weet ik ondertussen dat de universiteit echt geen uitzonderlijke werkgever is wat betreft chaos, politieke spelletjes en andere tijdrovende activiteiten. Mijn werkdruk het komende jaar komt uit mezelf. Ik ben niet bezig om de aandeelhouderswaarde te optimaliseren, of de return on investment van een of andere gezichtsloze investeerder te verbeteren. Nee, bij het Centrum voor Milieukunde proberen we te voorkomen dat onze planeet onleefbaar wordt (en als we dan toch ten onder gaan, dan liefst wel met een zo hoog mogelijke H-index).

Die interne motivatie om een verschil te maken zorgt er misschien voor dat ik mijn werkuren nog niet aan het heroverwegen ben, maar op een ander vlak ben ik behoorlijk van mening veranderd.

Eerst dacht ik dat we om het klimaat te redden vooral goed onderzoek moesten doen. En ja, als universitair docent word je - het zij zo - ook geacht les te geven. Tragisch, want onderzoek doen, iets nieuws bedenken wat ook nog eens echt goed is, kost echt enorm veel tijd. Maar nu, na een jaar onderwijs dat best goed ging (en een jaar onderwijs daarvoor waaraan ik liever niet terugdenk), moet ik concluderen dat ik helemaal verkeerd zat. Ik kan misschien één fantastisch paper per jaar schrijven. Maar ik kan vijftig fantastische studenten de kneepjes van het vak bijbrengen. En als daar vijf van op een plek terechtkomen waar ze iets nuttigs kunnen doen voor het milieu, klimaat, of de vogeltjes, dan is het alleen maar logisch om juist daar al mijn tijd aan te besteden.

En los daarvan, ik ben vast niet de eerste wetenschapper die ontdekt dat lesgeven ook gewoon heel gaaf is.

Helaas lost een nieuw gevonden motivatie het probleem niet op dat goed onderwijs geven en goed onderzoek doen moeilijk te verenigen zijn. Gewoon omdat ze allebei een voltijdbaan zouden moeten zijn. Ik weet dat de universiteit over dit probleem aan het nadenken is. Ik ben heel benieuwd of ze het ook daadwerkelijk kunnen oplossen. Prettige zomer!

Benjamin Sprecher is universitair docent (en onderzoeker) bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden